Hoogtepunt van de Hotelmens: de vriendin van de week
Op dinsdag dineerde ik met Paula T en twee andere vrienden in mijn favoriete Italiaanse restaurant.
Paula T. heb ik in 1995 leren kennen als eigenaresse van het Italiaanse restaurant Tanti Baci in New York; het restaurant bestaat niet meer. Paula verdween rond 2000 uit mijn leven, maar keerde in de herfst van 2010 in Buenos Aires terug. De meeste mensen keren vroeg of laat terug in mijn leven, een enkeling sterft voor zij of hij heeft kunnen terugkeren. Ik wacht rustig af tot de mensen terugkeren.
Paula is het bewijs dat kapitalisme eigenlijk een vorm van mysticisme is. Zij combineert een handelsinstinct en een liefde voor geld met buitengewoon sterke mystieke neigingen. Zij is nooit saai, wel erg vurig, naar mijn smaak soms te vurig. Ik houd me liever in, maar de manier waarop zij zich laat gaan is alleszins beschaafd te noemen.
Zij heeft, misschien omdat ze een Italiaans restaurant heeft gehad, de neiging buitengewoon kritisch te zijn op andere Italiaanse restaurants. Zo had zij die dinsdagavond pasta besteld met venusschelpen (clams) en zei ze tegen de ober die uit Servië komt: ‘Ik wil extra veel venusschelpen, ik betaal ervoor maar wel graag extra veel.’
‘Ik zal het doorgeven aan de keuken,’ zei de ober.
‘Is er hier iemand die Italiaans is?’ vroeg Paula.
‘De kok,’ zei de ober.
Op dat moment begon een andere vriend zich ermee te bemoeien. ‘Kunt u aan de kok vragen hoeveel venusschelpen mevrouw kan krijgen.’
Waarop Paula zei: ‘Ja, ik wil graag zeven of twaalf venusschelpen, maar liever geen tien. En ik ben bereid ervoor te betalen.’
Daarvoor heb je vriendinnen, om de schelpen op je bord te tellen.
Later zei ze: ‘Het restaurant is goed, daar niet van, maar het heeft niets meer met de Italiaanse keuken te maken, het is eerder Frans.’
Lees hier de column van de week