Zo bleef de Chinese muur ook in 2014 overeind (maar de demonstranten komen terug)

78 dagen werd er gedemonstreerd voor een democratischer Hongkong, totdat half december de laatste protestkampen werden verwijderd. De protesten geven een fascinerend inkijkje in de werking van de Chinese censuurmachine.
‘香港+学生: Hongkong + students,’
‘香港人+上街: Hongkongers + take to the streets,’
‘公民抗命: citizens disobey orders,’
‘今天我们都是香港人: today we are all Hongkongers.’
Het zijn een paar van de zoektermen die op 29 september 2014, bij het losbarsten van studentenprotesten in Hongkong, gecensureerd werden op het Chinese internet.
Een reconstructie van de manieren waarop de Chinese regering de protesten filterde én versloeg laat zien hoe de complexe censuurmachine van het land dissidente stemmen in de kiem smoort.
Hoe de protesten begonnen
78 dagen lang hielden studenten en andere actievoerders – honderdduizenden op de drukste dagen – de belangrijkste verkeersaders van Hongkong bezet met een kleurrijke zee aan barricades, tenten en kunst. Hoewel ze langer volhielden dan iedereen had verwacht, werden half december de laatste Occupy Centralprotestkampen door de lokale autoriteiten verwijderd.
Hongkong, een voormalig Britse kolonie en een van de grootste financiële centra ter wereld, is sinds 1997 deel van de Volksrepubliek China. De overdracht vond plaats volgens het door Margaret Thatcher en Deng Xiaoping afgesproken ‘één land, twee systemen’-beleid. Oftewel, Hongkong werd Chinees, maar zou veel politieke autonomie behouden, in ieder geval de eerste vijftig jaar. Ook werden er beloften gedaan voor verdere democratisering van het kiesstelsel. Daar zou Beijing zich verder niet mee bemoeien.
De aanleiding voor de recente protesten: in augustus 2014 maakte de Chinese regering een document publiek met daarin de mededeling dat de Chinese regering de kandidaten voor het hoogste leiderschap in Hongkong wil voorselecteren, ook als in 2017 algemeen kiesrecht wordt ingevoerd. Veel inwoners van Hongkong vonden al dat Beijing de laatste jaren te veel macht had gekregen; dit document vormde de druppel: Occupy Central was een feit.
De winst: een politiek bewuste generatie
De meningen zijn verdeeld over het succes van de gedreven, brave en zelfs milieubewuste protestbeweging. Aan de ene kant is de Chinese regering totaal niet tegemoetgekomen aan de eisen van de demonstranten. Een democratische selectie van kandidaten voor de verkiezing van Hongkongs hoogste leider in 2017 is nog altijd niet aan de orde.
Maar veel mensen spreken ook van een overwinning van de demonstranten. De duur en schaal van de protesten hebben alle verwachtingen overtroffen. De paraplubeweging zou het startsignaal zijn voor een politiek bewuste generatie die zal blijven opkomen voor het behoud van de eigen identiteit.
Of zoals ze het zelf zeggen: ‘We will be back.’

De grote Chinese censuurmuur
Tijdens de 78 dagen protest kwam er een gigantische hoeveelheid nieuws en beelden voorbij. Veel media in Hongkong hielden liveblogs bij, drones vlogen fotograferend over de massa en buitenlandse journalisten stroomden toe. Ook de demonstranten zelf maakten slim gebruik van sociale media om zich te organiseren en informatie naar buiten te brengen.
De meeste berichtgeving draaide om de relatie tussen Hongkong en China, en om hoe ongelijk die is. Maar hoe reageerde de rest van China? Wat kwam er eigenlijk door die grote Chinese censuurmuur heen?
Maar hoe reageerde de rest van China? Wat kwam er eigenlijk door die grote Chinese censuurmuur heen?
In China worden de media – traditionele media, het internet en mobiele apps – streng gecontroleerd door de overheid. Meer dan twaalf overheidsinstanties geven staats- en private media bijna dagelijkse instructies over de inhoud en de toon van het nieuws. Die instructies variëren van regelrechte verboden tot aanwijzingen om op een bepaalde kant van het nieuws te focussen.
Ook bij de protesten begon het met verboden. Een paar dagen lang probeerde de Chinese regering al het nieuws over de protesten in Hongkong uit de (sociale) media te houden. Sommige staatsmedia lieten op 1 oktober – een nationale feestdag waarop China de oprichting van de republiek herdenkt – shots van demonstraties zien met als onderschrift: ‘Tienduizenden Hongkongers vieren de nationale feestdag.’
Maar al snel bleek dat de autoriteiten de situatie in Hongkong niet konden negeren. De protesten waren simpelweg te omvangrijk. Er werd gefocust op een bepaalde kant van het nieuws. Tegenverhalen, subtiele en minder subtiele analyses en bewust verspreide geruchten namen de overhand.
Als je alle tactieken op een rij zet, begint het op te vallen. Dit is China’s censuurplan in vijf stappen.
Stap 1: Zet BBC en Instagram op zwart
De eerste paar dagen kwamen de protesten niet op het staatsnieuws, en ook onafhankelijkere nieuwsmedia mochten er niet over berichten. Dit haalde ook bij ons het nieuws. De Engelse BBC-website, een van de weinige vrij toegankelijke westerse media in China, werd op 15 oktober geblokkeerd.
En wat veel Chinezen nog erger vinden: sinds de protesten begonnen is de populaire app Instagram geblokkeerd, uit angst dat beelden uit Hongkong zich zouden verspreiden. Amnesty International berichtte dat, boven op alle technologische voorzorgsmaatregelen, minstens 101 Chinezen werden opgepakt vanwege het uiten van sympathie voor Hongkong. (De meesten zijn inmiddels weer vrij.)
De autoriteiten in Beijing gaven verder op 28 december het bevel om alle informatie over de protestbeweging van het Chinese internet te halen. Dit omdat veel media de situatie in Hongkong begonnen te vergelijken met de studentenprotesten in Beijing en andere Chinese steden in 1989. Die associatie moest koste wat kost worden vermeden. In die eerste week werden op sociale media als Weibo (‘China’s Twitter’) 152 op de 10.000 berichten verwijderd, vijf keer meer dan normaal.
Stap 2: Dicteer de nieuwsstroom
Na een paar dagen begonnen staatsmedia wel langzaam verslag te doen van de protesten. Eerst deden ze dat met korte verslagen zonder beeld. Daarna kwamen er reportages waarin inwoners van Hongkong die last hadden van de protesten (bijvoorbeeld omdat ze hun winkel dicht moesten houden of moeilijk naar hun werk konden) uitgebreid aan het woord werden gelaten.
Aan andere media was de overheidsinstructie: ‘Je mag verslag doen, maar alleen op basis van gezaghebbende bronnen.’ Met andere woorden: ook media die normaal gesproken meer ruimte hebben voor kritische verslaggeving moesten nu simpelweg de verslagen van de staatsmedia herplaatsen. Dat, of ze hadden geen nieuws over Hongkong.
Een van de eerste artikelen die alle Chinese media door de media-autoriteiten werden uitgenodigd te plaatsen, was een ingezonden brief die geschreven schijnt te zijn door een gepensioneerde Chinese dokter. Een vlammend betoog tegen de protesten, waarin de dokter uitlegt dat democratie ‘ook geen wondermiddel’ is en zelfs gevaarlijk als een land er nog niet aan toe is.
Zoals altijd sprongen media inventief om met het verbod op eigen nieuws. Caixin, een van China’s bekendste media voor degelijke onderzoeksjournalistiek, koos ervoor heel weinig van de artikelen van de staatsmedia over Hongkong door te plaatsen. Vaak was er helemaal niks over de protesten op hun website te vinden. Wel verschenen er artikelen over sociale veranderingen in Hongkong, bijvoorbeeld over de snelgroeiende competitie voor goede banen nu er steeds meer Chinezen van het vasteland naar Hongkong komen om te werken. Deze onzekerheid over hun toekomst speelt zeker een rol bij de motivatie van de demonstranten, al wordt dat niet vermeld.

Stap 3: Grabbel in het verleden
Een oude socialistische term werd uit de kast getrokken om de protesten te verklaren: de organisatoren van Occupy Central en studentenleiders als de zeventienjarige Joshua Wong zouden gedreven worden door ‘vijandige buitenlandse krachten.’ Die zouden vooral uit de Verenigde Staten komen, waar men maar geen genoeg kreeg van ‘de zoete smaak van het zich met de interne gelegenheden van andere landen bemoeien,’ aldus de staatskrant People’s Daily op 11 oktober 2014.
Twee Amerikanen in Hongkong – een assistent van mediatycoon Jimmy Lai en een student die eerder voor het Pentagon werkte – werden door de media aangewezen als spion. Ook Joshua Wong zelf kon nog weleens een CIA-agent zijn. Zowel de Amerikaanse regering als de demonstranten hebben dit stellig ontkend.
Stap 4: Je verklaart de demonstranten voor gek
Tijdens de tweede maand van de protesten veranderde de Chinese verslaggeving. Er verschenen meer feitelijke verslagen van hoe het met de protesten ging. Toeval of niet: de protesten verliepen toen minder voorspoedig. Het leiderschap van de protesten raakte bijvoorbeeld steeds verdeelder.
Chinese media gingen uitgebreid in op hoe slecht de demonstraties wel niet waren voor Hongkong; voor de stabiliteit van de regio en voor de positie van de economie van de stad. Inmiddels is er trouwens bewijs dat het met de negatieve economische gevolgen voor de stad erg meeviel.
Een volgende ontwikkeling in de verslaggeving: afwijzing. Redactionele commentaren bekritiseren de ‘chaoten’ en ‘clowns’ die in Hongkong de straat op gaan: ‘De langetermijnontwikkeling van een land is afhankelijk van de capaciteit van de bevolking om zichzelf ordelijk te kunnen gedragen. Als een samenleving dit soort gewelddadig gedrag tolereert, moet ze zelf de gevolgen dragen. Dus als men in Hongkong de protesten wil accepteren, dan is het verder niet onze zaak.’
Stap 5: Laat sociale media verder voor verwarring zorgen
Voor veel Chinezen was de officiële berichtgeving in People’s Daily en Global Times de voornaamste nieuwsbron over Hongkong. Veel anderen vinden die media onleesbaar, zowel qua stijl als inhoud. Zij haalden hun informatie uit de berichten die (nog) niet verwijderd waren of mochten blijven staan op sociale media als Weibo en Weixin (‘China’s versie van WhatsApp’).
Onder een bericht waar de hongerstaking van Joshua Wong wordt aangekondigd: ‘Verhonger jij maar, eikel’
Wát je te zien krijgt hangt daarbij sterk af van je netwerk: berichtgeving uit Hongkong of het buitenland, of juist weer de officiële standpunten. Of wilde geruchten waar niemand het fijne van weet, zoals dat elke demonstrant per dag 300-500 Hongkongse dollar zou krijgen om de straat op te gaan.
In de comments onder die posts blijkt hoe verschillend internetgebruikers de protesten zien. Onder een bericht waar de hongerstaking van studentenleider Joshua Wong wordt aangekondigd: ‘Verhonger jij maar, eikel.’ Anderen reageren hier weer op: ‘Als ik de comments zo zie, is het brainwashen [door de Chinese overheid en media, TS] goed gelukt.’ En: ‘Zet ’m op, Hongkong. Zonder die vrije verkiezingen wordt het bij jullie vroeg of laat precies zoals hier.’

Hoe is dat eigenlijk, demonstreren?
De Chinese berichtgeving over de protesten geeft een inkijkje in hoe censuur vandaag werkt in China, al is er meestal meer ruimte voor verschillende meningen dan tijdens de Hongkongdemonstraties het geval was. De autoriteiten maken gebruik van een scala aan tactieken om informatie bij het publiek weg te houden of juist aan te bieden. Er wordt verwijderd en gefilterd, de publieke opinie wordt ook ‘in goede banen geleid’ en er zijn tegenverhalen.
Hoe al die technieken aankomen bij de doelgroep valt moeilijk te zeggen. Gezaghebbende peilingen onder de Chinese bevolking zijn er helaas niet. Een groot gedeelte van de bevolking heeft zichzelf aangeleerd zich vooral bezig te houden met de eigen zorgen. Voor hen zijn de protesten in Hongkong vooral erg ver weg.
‘Mijn ouders vragen zich af waarom ik dat soort nieuws überhaupt lees,’ vertelde een Chinese student die in Nederland haar PhD doet. ‘En voor veel van mijn vrienden geldt hetzelfde.’
Waar wel veel mensen het over eens zijn, is dat ze in China vrijere toegang zouden moeten hebben tot informatie.
‘Censuur is dommemensenbeleid,’ zei een 22-jarige student die in oktober op een paneldiscussie over Hongkong in het Amsterdamse Spui25 was afgekomen. ‘We zijn best in staat zelf onze mening te vormen.’
Wu Xiaochu, een journalist in Shanghai, vertelt dat haar vrienden vooral klagen over het feit dat Instagram nog altijd is geblokkeerd. ‘Maar een andere reden dat mensen zich zo weinig uitspreken, is dat dit soort politieke kwesties gewoon echt heel ingewikkeld is.’ Dat betekent niet dat ze er niet over nadenken. ‘Zeg,’ vraagt ze nieuwsgierig, ‘hoe is het eigenlijk om te demonstreren?’