Vanaf nu te koop: mokken met foto’s van andermans kinderen (en misschien wel die van jou)
Ouders zetten vaak achteloos de meest intieme foto’s van hun kinderen online, zonder te beseffen dat bedrijven daar van alles mee mogen doen. Op een koffiemok zetten en verkopen bijvoorbeeld. Ontwerper Yuri Veerman en ik besloten dat bij wijze van privacy-experiment te doen.
Kijk nou toch wat een moppie in zijn mooie Cars-pyjama. Net wakker gemaakt. De slaap zit nog in zijn ogen. Hij rekt zich lekker uit. En dit alledaagse tafereeltje is vastgelegd voor ons allemaal. Van dichtbij, zodat we het gevoel hebben deelgenoot te zijn van dit intieme moment tussen ouder en kind.
Of deze dan, lieve kleine Maartje, in haar autostoeltje of wandelwagentje.
En wat leuk en herkenbaar. Een vader met zijn kinderen in bad.
Vind je ze ook niet mooi? Zou je niet iedere dag naar deze mooie snoetjes willen kijken? Nou, dat kan!
En wat maakt het nu uit dat het jouw kinderen niet zijn?
Vanaf vandaag is onze webshop Koppie Koppie online. Samen met ontwerper Yuri Veerman heb ik een bonte verzameling schattige kinderfoto’s bijeengebracht die we op Flickr hebben aangetroffen. Voor nog geen zestien euro ben je al in het bezit van een prachtige mok met foto. Voor één euro extra krijg je een mok met een gekleurde rand.
En voor de bierliefhebber: je kunt ook een pul bestellen met een kindergezichtje.
Maar kan dit zomaar? Schenden wij met onze webshop de privacy van de afgebeelde kinderen en gezinnen?
Onze webshop schendt mogelijk op drie manieren hun privacy.
1. Privacy als recht op controle
Als je privacy ziet als het recht om controle te houden over je eigen informatie, dan doen we juridisch niets verkeerd.
De fotografen hebben hun werk zélf beschikbaar gesteld op Flickr, onder een licentie die commercieel hergebruik toestaat. We mogen dus met deze foto’s doen wat we willen. Afdrukken op wc-papier. Gebruiken in reclamecampagnes. Of op een mok afdrukken en verkopen. Voor iedere mok die we slijten, krijgen we negentig eurocent.
En we zijn niet de enigen die zo te werk gaan. Als ik enkele foto’s door Google Image Search haal, blijken ze vaker te worden gebruikt, vooral op (geestelijke) gezondheidssites, reiswinkelsites en websites voor kinderbescherming.
Maar dit is kruimelwerk. De grote webbedrijven verdienen miljarden met ieders privéleven.
Web 2.0 draait op user-generated content – tekst, filmpjes, muziek, kunst et cetera – die door gebruikers wordt gemaakt en gedeeld. Zodra je die uploadt, op Facebook of YouTube bijvoorbeeld, ga je een contract aan met een bedrijf dat zich deze content vaak toeëigent.
Neem Facebook. Als de nieuwe algemene voorwaarden binnenkort van kracht worden, geef je Facebook toestemming om:
- Alle foto’s, tekst en beeld die je op het platform plaatst te houden en te hergebruiken.
- Idem voor Instagram.
- Idem voor WhatsApp.
- Alle financiële transacties die je via Facebook uitvoert, bijvoorbeeld voor het spelen van Candy Crush Saga, te analyseren.
- Je over sites te volgen buiten Facebook waarop een Like- of Share-button is geïnstalleerd.
Of neem Google. Als je naar een app, spelletje, boek of film zoekt in Google Play, krijg je aanbevelingen te zien van mensen die in je Google+ circles zitten. Blijkbaar hebben zij een keer toestemming gegeven dat hun afbeelding gebruikt kan worden voor reclame.
Met andere woorden: vaak verliezen we de controle als we akkoord gaan met de vaak ondoordringbare juristenbrij van de algemene voorwaarden en de privacyvoorwaarden.
Er lijkt dan ook niet zozeer sprake te zijn van een privacyprobleem. Het is eerder een informatie-asymmetrie: je weet gewoon niet wat je precies weggeeft en waar je exact mee akkoord gaat als je iets deelt op internet.
2. Privacy als recht op geheimhouding
Als je privacy ziet als het recht om je privéleven af te zonderen van de rest van de wereld, doen wij ook niets verkeerd.
De schuld ligt vaak bij ‘de ander.’ Want als je heel zorgvuldig met je gegevens wilt omgaan, moeten je kennissen, vrienden en familie dat ook doen. En dat gebeurt vaak niet.
Als je heel zorgvuldig met je gegevens wilt omgaan, moeten je kennissen, vrienden en familie dat ook doen
Neem weer Facebook. Je kunt netjes al je privacyinstellingen instellen, maar als je Facebookvrienden wat soepeler instellingen hebben worden jouw pogingen weer tenietgedaan, bijvoorbeeld als zij posts of foto’s van jou delen. Facebook eigent zich die content dan alsnog toe.
Neem weer Google. Je kunt gebruikmaken van een privacyvriendelijke mailservice, die jouw e-mailverkeer bijvoorbeeld niet bijhoudt. Maar zodra je iemand met een Gmailaccount een bericht stuurt, wordt de inhoud alsnog door Google gescand.
Tijdens het verzamelen van onze foto’s liepen we vaak tegen de slordigheid van anderen aan. Zo vonden we afbeeldingen van kinderen die door vakbond FNV Bondgenoten waren geüpload. Misschien dat de vakbond toestemming had gekregen om deze foto’s te plaatsen. Maar ze kunnen nu dus ook voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Na consultatie met internetjurist Arnoud Engelfriet hebben wij besloten om deze foto’s niet te gebruiken omdat we mogelijk het portretrecht van de kinderen zouden schenden.
Tot nu toe hebben wij ons dus, formeel gezien, heel netjes gedragen. Maar waarom voelt onze webwinkel dan toch zo verkeerd? Dat heeft alles te maken met de context.
3. Privacy in context
Als je privacy namelijk ziet als een sociale afspraak die per situatie kan verschillen, doen wij wel degelijk iets fout.
Sinds enkele jaren wint een nieuw idee over privacy aan populariteit: de theorie van contextafhankelijkheid. Dit idee is voor het eerst verwoord door de Zuid-Afrikaanse filosofe Helen Nissenbaum. Zij verzet zich tegen het idee dat we in het socialemediatijdperk privacy minder belangrijk zijn gaan vinden. Ook hekelt ze de opvatting dat privacy alleen maar zou gaan over de mate van controle over onze persoonsgegevens of de mogelijkheid om ons voor de blik van een ander te verbergen.
Volgens haar is iedere informatiestroom omgeven met normen, verwachtingen en afspraken. We gaan er bijvoorbeeld van uit dat wanneer we een gezondheidsprobleem bespreken met onze arts, die vervolgens deze informatie niet aan een farmaceutisch bedrijf verkoopt. Als we in een gesprek met een marketeer van een geneesmiddelenfabrikant gezondheidsinformatie bespreken, staan we echter niet raar te kijken als die informatie voor commerciële doeleinden wordt gebruikt. Het is in dit geval duidelijk in welke context informatie wordt uitgewisseld. Dat hoeft helemaal niet uitgesproken te worden.
Meestal voelen we volgens Nissenbaum prima aan wat de context is van zo’n informatiestroom. Er doet zich een privacyprobleem voor als er iets in die context verandert: de ontvanger van de informatie, de soort informatie of de voorwaarden wijzigen.
Met Koppie Koppie hebben wij de context veranderd. De zenders zijn de fotografen. De informatiestroom zijn de foto’s van hun kinderen. De ontvangers zijn de andere fotografen op Flickr. Wij hebben de informatiestroom verlegd naar een commercieel platform en de ontvangers zijn nu iedereen die een mok met andersmans kind wil bestellen. Overigens verwachten we geen stormloop op onze producten.
We hebben de sociale context gewijzigd. Daarom voelt het ongemakkelijk.
Nieuwe technologie, in het bijzonder sociale media, kun je zien als een stormram die informatiestromen weerlegt en sociale contexten openbreekt. Daarom ben je wellicht geschokt als een onoplettende opmerking op Twitter over je baas een eigen leven gaat leiden en je op je werk in de problemen brengt.
Privacy in context is een manier van denken die nog niet lijkt geland bij de Facebooks, Googles en Flickrs van deze wereld. Ze beloven controle en geheimhouding, terwijl ze eigenlijk de juiste verwachtingen moeten scheppen. Het feit dat je online alles deelt, betekent niet dat je daarmee al je verwachtingen over wie wat met welke informatie doet maar moet laten varen. Ook als je veel deelt, heb je recht op privacy.
Dus mocht je jezelf of je kind aantreffen op een van onze mokken, stuur dan een bericht naar delete@koppie-koppie.biz. We zullen de mok dan uit onze webwinkel verwijderen. Dat geldt ook voor de foto’s bij dit artikel. We vragen daar wel iets voor terug: pas je privacyinstellingen aan aan je verwachtingen. En als dat niet kan, vraag dan aan Flickr en andere webbedrijven om dat mogelijk te maken.
Koppie Koppie is één van de drie projecten die zijn uitgevoerd in opdracht van de campagne Iedereen Spion van SETUP Utrecht. Dit artikel staat daar los van. De andere projecten vind je op iedereenspion.nl. Het project is financieel gesteund door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en Stichting Democratie en Media. We verwachten niet dat mensen daadwerkelijk de mokken gaan bestellen, maar als dat zo is, dan doneren we het geld aan een goed doel.
Update 15:40. Dat zal je altijd zien. Denk je alles goed gechecked te hebben, glipt er toch iets tussendoor. Het blijkt namelijk dat er al een webshop bestaat die Koppie Koppie heet. En die heeft ook een logo met dikke rode letters. En ja, die verkoopt ook bedrukte mokken (en nog vele andere zaken). Koppiekoppie.com is echter een reproductiebedrijf in Eindhoven en heeft niets met dit initiatief te maken. We hebben in goed overleg afgesproken dat wij ons logo aanpassen en aan de lezers duidelijk maken dat hun webshop niets te maken heeft met de onze.