Gevaar, chaos, onconventionele liefdes en burgergeluk
In de serie Orange is the New Black komen twee extreem verschillende werelden bij elkaar, wanneer Piper Chapman haar comfortabele yuppenleven moet inruilen voor een bestaan in de gevangenis. De (seksuele) strijd tussen burgergeluk en gevaar is fascinerend om te zien.
In 2007 zond MTV de datingshow A shot at love with Tila Tequila uit, waarin zestien mannen en zestien vrouwen streden om de affectie van de biseksuele stoeipoes Tila Tequila. Het programma zonk onder het gebruikelijke nulpunt van dit soort formats door het pathologisch narcisme van de begeerde, die Paris Hilton deed verbleken, in haar manische jacht naar roem zonder talent. (Behalve als social media-monster manifesteerde Tila zich als zangeres, pornoactrice en complottheoreticus.)
Voor biseksuelen was deze Tila geen gelukkig rolmodel. De show, en wat er daarna aan exhibitionistische homevideo’s verscheen, liet ruimte voor weinig andere conclusies dan dat haar ambigue geaardheid samenviel met haar opportunisme en met iets wat iedere amateurpsycholoog zou herkennen als een borderlinepersoonlijkheid. Daarmee past ze in de categorie stereotype kwaadaardige bi-vrouwen – à la Sharon Stone in Basic Instinct – waaraan een tijd terug gerefereerd werd in The New York Times, in een artikel dat de hardnekkige vooroordelen ten aanzien van biseksuelen besprak.
De keurige Piper Chapman, de biseksuele hoofdpersoon van de recente gevangenisserie van Netflix, Orange is the New Black, past minder eenduidig in de genoemde categorie. Toch lijkt haar geaardheid een uiting te zijn van de kern van haar problematiek.
Schrijver en producent Jenji Kohan, die met haar serie Weeds al eerder interesse toonde in vrouwen in de criminaliteit, baseerde het komische drama Orange is the New Black op de gelijknamige memoires van Piper Kerman uit 2010. Daarin beschrijft zij haar ervaringen op de vrouwenafdeling van een gevangenis in Connecticut, waar ze vijftien maanden uitzat voor betrokkenheid bij drugshandel vele jaren eerder, toen ze een liefdesrelatie had met een vrouwelijke dealer.
Piper, die in de serie Chapman heet (gespeeld door Taylor Schilling), lijkt op haar oranje uniform na in niets op haar medegevangenen. Ze is wit, hoogopgeleid, komt uit een rijke familie en is verloofd met de goeiige joodse schrijver Larry (Jason Biggs, zo typisch als maar kan). Vanaf de eerste aflevering, waarin Larry zijn lief naar de gevangenis rijdt, vangen we glimpen op van hun comfortabele, met sapkuren, biologische cruesli en handgemaakte zeep gevulde yuppenleven.
Het contrast kan niet groter zijn. Binnen de gepantserde muren van de instelling is comfort non-existent. De douches zijn koud, het eten is gruwelijk, de vrouwen variëren van aardige junkies tot Russische kenaus en getto queens, maar ze zijn geen van allen van plan zich de kaas van het brood te laten eten. De smetvrezende blonde Chapman, zoals in de gevangenis haar roepnaam luidt, knutselt zich van inlegkruisjes een paar doucheslippers, maar al snel blijkt dat ze met grover geschut zal moeten komen om zich te wapenen tegen het vuil, het gebrek aan privacy en de corrupte politiek in de bajes.
Terwijl Chapman zich door beginnersfouten impopulair maakt en zich vervolgens in hilarische bochten wringt om haar imago te lijmen, ontvouwt zich in flashbacks het verhaal van hoe het zo ver heeft kunnen komen. We leren de vrouw kennen die de brave Piper ertoe bewoog om met een koffer drugsgeld op een vliegtuig te stappen, en het is niet moeilijk te begrijpen waarom: Alex (Laura Prepon) is groot en donker en sexy. ‘I work for an international drug cartel’, zegt ze hees, terwijl ze Piper aangluurt over de rand van haar bril. Piper smelt, maar duidelijk is dat dit niet goed kan gaan. De zaak is nog net niet verjaard en ze is al jaren bij Alex weg als ze achter tralies belandt.
Ondertussen, en daar ligt de centrale spanning van de serie, volgen we Pipers zoete aanstaande, Larry, die mateloos – tot irritant aan toe – begripvol is, haar overlaadt met liefde, maar slecht kan verhullen dat hij het moeilijk heeft zonder haar. Er ontstaat een dieper wordende kloof tussen zijn met Margarita’s opgeleukte, kneuterige barbecueavondjes, en de perikelen van Piper, die zich steeds meer voegt naar de wetten en gebruiken van de gesloten, ruwe mini-maatschappij die de gevangenis is – ze wordt er harder, gehaaider, geliefder.
Om het drama van Chapmans nieuwe situatie compleet – en ook wel wat onwaarschijnlijk – te maken, loopt ze in de eetzaal Alex tegen het lijf. Chapman weigert tegen haar ex te praten, omdat ze vermoedt dat Alex haar verlinkt heeft. Toch blijft het broeien tussen de twee, en de opgehitste lesbische cultuur in de bak maakt dat niet beter. Het cliché van vrouwengevangenissen als sapfisch Gomorra (of Walhalla) wordt door Orange Is The New Black in elk geval niet ondergraven. Maar hoe zou het alternatief er ook uit moeten zien?
Harder, gehaaider, geliefder
De extreme omstandigheden wakkeren de interne tegenstrijdigheden aan van Piper. Ze heeft het bij Larry met burgergeluk kunnen verhullen, maar uit de flashbacks valt op te maken dat ze zich eerder aangetrokken heeft gevoeld tot gevaar, chaos en onconventionele liefdes. Die geloofwaardig neergezette tweestrijd culmineert in haar biseksualiteit; Larry vertegenwoordigt veilige zondagavondjes op de bank met Mad Men, Alex staat voor verre reizen, koffers met geld en hete seks.
Naarmate het moeilijker wordt voor Piper om haar loyaliteit te bepalen – niet in de laatste plaats omdat ze begint te lijden onder een gebrek aan intimiteit – begint de serie subtiel te spelen met de suggestie dat er een verband is tussen haar geaardheid en haar egocentrische onwil (of onvermogen) om keuzes te maken. En er is een moment dat je inderdaad gelooft dat ze er zo naar verlangt om begeerd te worden, dat het haar niet uitmaakt of het door een man of een vrouw is. Opportunistisch, ja. En ook wel een tikkie verknipt.
Maar Pipers soms wat te aanwezige menselijkheden worden van tegenwicht voorzien door haar warmbloedigheid en haar onhandige maar oprechte compassie met haar medegevangenen. Orange Is The New Black is er, als goede middenweg tussen drama en komedie, de serie niet naar om al te karikaturale personages op te voeren en Piper is een hoofdpersoon zoals we die tegenwoordig graag zien: het is niet meteen makkelijk haar aardig te vinden, maar het begrip groeit gestaag.
Bij nadere inspectie valt het problematische van haar geaardheid ook in het licht te zien van de neiging van haar omgeving (aan beide zijden van de muur) om duidelijkheid te willen. De serie gaat op meerdere manieren over het categoriseren van mensen. Binnen de gevangenis zijn verhoudingen bijvoorbeeld op kleur en afkomst gerangschikt. Buiten, rondom Larry, speelt getrouwd/niet getrouwd een grote rol. Piper valt in haar nieuwe hoedanigheid op allerlei manieren buiten de boot, en ziet zich steeds gedwongen om keuzes te maken over haar identiteit die misschien feitelijk helemaal geen keuzes hoeven te zijn.
Net als in Weeds, dat zich afspeelt op de doorgaans onzichtbare grens tussen de rijke witte suburbs en de onderwereld, zet Kohan in Orange is the New Black twee extreem verschillende werelden naast elkaar. De spanning die daarmee op de spits gedreven wordt beroert haar personages op allerlei vlakken. Dat er veel nadruk ligt op seksuele ambiguïteit is interessant, vernieuwend en doet uitkijken naar het volgende seizoen, dat in 2014 te zien zal zijn.