Het was 125 jaar geleden en Nellie Bly keerde terug van haar reis rond de wereld. De 25-jarige Amerikaanse journalist van The World was op 14 november 1889 vanuit New York vertrokken, met als doel de aardbol in 75 dagen te omcirkelen – vijf dagen sneller dan de hoofdpersoon van Jules Vernes Ze reisde per trein en per boot, ruim 45.000 kilometer, via Engeland, Italië, Egypte, Jemen, Maleisië, China en Japan. Ze zou er geen 75, maar 72 dagen over doen. 72 dagen, zes uur, elf minuten en veertien seconden om precies te zijn.

Toen Bly terugkwam werd ze verwelkomd door kanongebulder en duizenden toejuichers; over de hele wereld deden kranten verslag van haar record. Dat Bly zo snel de wereld rondging was groot nieuws: sneller kon simpelweg niet. Maar het feit dat ze het in haar eentje had gedaan, een jonge vrouw, helemaal alleen op reis – dat was pas écht een sensatie.

Vanuit huis en onder pseudoniem

Nellie Bly wist van alleen-zijn. Tijdens de tiende volkstelling van de Verenigde Staten – die van 1880 – waren er 12.308 journalisten in Daarvan waren er welgeteld 288 vrouw – net iets meer dan twee procent. Journalistiek was nu eenmaal niets voor vrouwen, wezens die weliswaar over een levendige fantasie en een groot inlevingsvermogen beschikten, maar minder bekwaam waren in de kunst van het helder nadenken en het duidelijk schrijven. Daar kwam bij dat er op nieuwsredacties werd gedronken, gerookt en gevloekt;

In haar eerste artikel opperde ze dat vrouwen net zo goed met hun hersens konden werken als mannen, en dat het wel zo prettig zou zijn als ze daarvoor ongeveer hetzelfde betaald kregen

De 288 vrouwelijke journalisten uit die tijd schreven dan ook meestal vanuit huis, onder pseudoniem, en voor de vrouwenpagina’s – over onderwerpen als mode, het huishouden en het wel en wee van de high society. Wie als vrouw andere ambities had, stond er redelijk alleen

Nellie Bly was het pseudoniem van Elizabeth Cochran Seaman. Cochran Seaman was twintig toen ze haar eerste journalistieke stuk schreef – een in 1884, voor de Pittsburgh Gazette. Daarin opperde ze dat vrouwen net zo goed met hun hersens konden werken als mannen, en dat het wel zo prettig zou zijn als ze daarvoor ongeveer hetzelfde betaald kregen. De hoofdredacteur van die krant bood haar prompt een baan aan – wel is het de vraag of haar salaris een beetje pas hield met dat van haar mannelijke collega’s.

Toen de Pittsburgh Gazette haar vooral over bloemencorso’s en mode liet schrijven, vertrok Bly eerst naar Mexico en daarna naar New York. Ze werkte zich naar binnen bij The World, de krant van Joseph Pulitzer – die van de beroemde journalistieke prijs. Haar carrière daar begon met een artikel over misstanden in het vrouwengesticht op Blackwell’s Island – een verhaal waarvoor ze zich door artsen en rechters voor gestoord had laten verklaren, om vervolgens tien dagen in het gekkenhuis Haar over de mishandeling en verwaarlozing die ze aantrof, leidden tot een hoorzitting, die weer een hervorming van het gesticht tot gevolg had.

Een vrouw alleen

Anoniem en alleen – dat werd Bly’s modus operandi. Na het gekkenhuis ging ze undercover in fabrieken, de politiek, en andere plekken waar corruptie en uitbuiting aan het licht gebracht konden worden. Daarnaast versloeg ze frivolere onderwerpen zoals fietsen, boksen, en olifanten berijden – ze was de beroerdste niet, en anders zouden mensen haar maar zuur en zeurderig gaan vinden. Het voordeel van een pseudoniem was dat iedereen haar kende, terwijl niemand wist wie ze was – voor wie uitbuiters en corrupte bestuurders wil ontmaskeren is anonimiteit een groot goed.

Het genre dat Bly beoefende kreeg een naam: stunt journalism. In de wereldreis, die haar grootste stunt zou worden, zag haar werkgever aanvankelijk weinig. Niet alleen was het gevaarlijk voor een jonge vrouw om in haar eentje de wereld rond te reizen, het was ook onpraktisch. Ze zou immers veel te veel bagage mee moeten nemen, hutkoffers vol kleding en make-up – en dat zou weer voor oponthoud zorgen bij het overstappen van boot naar trein en omgekeerd.

Ze ging toch, zonder chaperonne, met slechts één tasje, één hoed en één De Long Island Times noemde het feit dat Bly zo alleen en vooral zo licht reisde een prestatie van wereldformaat – één die door een eventueel nieuw record sowieso al niet meer kon worden overtroffen.

Amerikaanse media volgden haar voortgang op de voet. The World was zo slim om aan haar reis een weddenschap te koppelen: krantenlezers konden raden wanneer ze terug zou komen, en wie het dichtstbij kwam won een ticket naar Europa. Om mee te doen moest je een krant kopen, liefst elke dag; de oplage steeg navenant.

Ook internationaal was haar reis onderwerp van gesprek. ‘Onze lezers zijn bekend met Nellie Bly,’ schreef op het moment dat ze van Japan naar San Francisco overstak. De Nederlandse krant omschreef haar als ‘een wakkere meid,’ maar voegde er ook aan toe dat ‘zulke ondernemingen’ alleen bedoeld waren ‘om reclame te maken…, om den naam van het blad op aller tong te hebben.’

Een vrouw die maatschappelijk nut had het allerminst, maar het was wel goed voor de kijkcijfers.

Nellie Bly-jurken, Nellie Bly-dagcrème, Nellie Bly-sigaren

Zo anoniem als Bly was vertrokken, zo beroemd kwam ze terug. In januari 1890 liepen vrouwen in Nellie Bly-jurken en droegen ze Nellie Bly-hoeden; er waren Nellie Bly-sigaren, Nellie Bly-dagcrème, Nellie Bly-pennen en -notitieboeken, Nellie Bly-poppen en er was een Nellie Bly-bordspel – een soort ganzenbord met 72 vakjes, één voor elke dag van haar reis.

Round The World With Nellie Bly. Bordspel ontworpen door J.A. Crozier, uitgegeven door McLoughlin Brothers, 1890. Private Collection TPS Waynesburg University

Nadeel van die roem – en het was best een groot nadeel – was dat ze niet langer undercover kon gaan. The World had van haar uitgedeeld en haar uiterlijk was tot in detail beschreven en becommentarieerd in andere kranten en tijdschriften. (‘Knap,’ vonden sommigen; ‘niet echt knap,’ oordeelden anderen.)

Nellie Bly was sensationeel alleen geweest. Nu maakte die sensatie het alleen-zijn onmogelijk. Ze werd herkend op straat en – nadat ze zo vrijpostig was geweest om lezingen te geven over haar reis – verguisd in de media. Een vrouw die anderhalf uur lang het woord nam op een podium, dat ging de meeste critici te ver.

Het einde van Bly’s reis om de wereld markeerde ook het einde van haar anonieme stunt-en-vliegwerk. Haar journalistieke carrière was zo goed als voorbij; ze had Het alleen-zijn moest ze opgeven. Ze kreeg er eenzaamheid voor terug.

Maar de afgelopen tijd staat Bly na een kleine eeuw relatieve vergetelheid weer volop in de belangstelling. In 2013 verscheen een avontuurlijk boek over haar reis, vorig jaar kwam een uit met haar verzamelde journalistieke stukken, en menig medium bij de 125ste verjaardag van haar terugkeer. Inmiddels wordt Bly naar voren geschoven als iemand die zich niets aantrok van de heersende gendermores en gewoon deed waar ze zin in had. Ook haar journalistieke stijl – geëngageerd, emotioneel, activistisch – lijkt steeds minder een anachronisme.

Tegelijkertijd zou je haar verhaal ook kunnen lezen als dat van een vrouw wier vrouw-zijn door haar werkgever mede werd ingezet om meer kranten te verkopen, en wier sekse zo mogelijk sensationeler was dan de snelheid waarmee ze de wereld rondreisde. Een vrouw ook die, ondanks haar prestaties, toch vooral op haar uiterlijk werd afgerekend.

Me dunkt dat beide verhalen waar zijn – weinig mensen zijn zo eendimensionaal dat hun leven slechts één lezing toelaat, en Bly leefde genoeg voor twee of drie. Maar het wonderlijkste aspect is toch het ironische gegeven dat het alleen-zijn was waar ze beroemd door werd, en dat die roem het alleen-zijn vervolgens onmogelijk maakte.

Een versie van deze column las ik afgelopen dinsdag ook voor bij de talkshow Weijers & Van Saarloos:

De directeur van een kunstmuseum is zelf een kunstenaar Volgende week gaat op het Internationaal Film Festival Rotterdam de documentaire Conducting Boijmans in première, een portret van museumdirecteur Sjarel Ex. Ik sprak de maker, Sonia Herman Dolz, over het museum als gesamtkunstwerk en het belang van de eeuwigheid. Lees het interview hier terug Iedereen houdt van liefde. Maar is dat wel terecht? Films, religie, activisme: onze hele cultuur is doordrongen van het idee dat liefde alles overwint. Maar is dat ook zo? Het verhaal van Daniel Kish, een blinde die toch kan ‘zien,’ toont dat liefde net zo goed een sta-in-de-weg kan zijn. Lees hier de column terug