Facebook of Twitter zat? Probeer deze 7 sociale netwerken eens
Gisteren schreef ik over diaspora*, een privacyvriendelijk sociaal netwerk. Maar er zijn meer alternatieven voor Facebook en Twitter. Ik zet er zeven op een rij.
Vandaag is het dan zover: de nieuwe algemene voorwaarden van Facebook zijn van kracht. Daarmee wordt het sociale netwerk weer wat minder privacyvriendelijk. Gisteren schreef ik daarom al over diaspora*, een alternatief sociaal netwerk waar van begin af aan privacy en veiligheid leidend zijn geweest bij de ontwikkeling.
Maar diaspora* is zeker niet het enige alternatief. Hieronder zet ik zeven andere sociale netwerken op een rij. En als uitsmijter, voor de heel lange termijn, een alternatief voor Twitter.
1. Mooie plaatjes kijken op Ello
Het is in één oogopslag duidelijk dat sociaal netwerk Ello door grafisch ontwerpers en kunstenaars is opgezet: er is veel moois te zien. Kunst, maffe gifjes, foto’s, filmpjes, gedichten, strips en weinig tekst en geklets. Het ontwerp is heel kaal, rustig en overzichtelijk.
Ello lijkt me een sociaal netwerk om in de gaten te houden
Ello werd vorig jaar gelanceerd als privacyvriendelijk alternatief voor Facebook. In het oprichtingsmanifest belooft Ello geen data van klanten te verkopen of advertenties te tonen. Het geld komt tot nu toe van enkele investeerders.
De vraag is natuurlijk: wat willen die daarvoor terug? Ello belooft gratis te blijven en geld te vragen voor nieuwe toepassingen, zoals chatten of het sturen van privéberichten. Maar ook die financiële bijdrage wordt, aldus Ello, een vrijwillige aangelegenheid. En dat Ello gebruikmaakt van een centrale server is privacyactivisten een doorn in het oog: dat betekent dat data nog steeds makkelijk op te vragen zijn.
Ello claimt zelf inmiddels meer dan een miljoen gebruikers te hebben. In september vorig jaar heb ik een account gemaakt en er verder nooit meer iets mee gedaan. Toen ik voor dit verhaal weer ben gaan kijken, was ik aangenaam verrast door wat er al gebouwd en bereikt is. De site werkt redelijk soepel. Met de ‘noise’-knop krijg je een willekeurige selectie van posts van vreemden, waardoor het makkelijk is om interessante mensen te vinden om te volgen. Ik heb mijn twijfels bij het verdienmodel, maar Ello lijkt me voorlopig nog wel een sociaal netwerk om in de gaten te houden.
2. Veilig in IJsland met Seen.is?
Het eerste advies van Seen.is is nogal ongebruikelijk: bij het aanmelden adviseert Seen.is dat je niet je gewone e-mailadres gebruikt, maar een tijdelijk account aanmaakt. En daar houdt het voor mij meteen op. Het aanmelden loopt spaak, mijn e-mailadres wordt niet herkend bij het inloggen. Een nieuwe poging leidt tot niets.
Afgaande op de statistieken die Seen.is zelf levert, loopt het nog niet echt storm op het IJslandse netwerk: er zijn nog geen 100.000 gebruikers ingeschreven, die bij elkaar nog geen 100.000 vriendschapsbanden hebben gesmeed. Dat is heel weinig.
Seen.is verdient zijn geld met advertenties en mag je gedrag gewoon volgen. Het platform zegt dat er geen censuur wordt gepleegd, maar schelden, porno en auteursrechtelijk beschermd materiaal mag niet worden gepost. Eerlijk gezegd zie ik dan ook niet wat Seen.is te bieden heeft boven Facebook.
3. Bij Tsū draait alles om geld
Sinds enkele maanden is Ts? in de lucht. Dit sociale netwerk is gebouwd rondom één idee: als het netwerk jouw data aan adverteerders verkoopt, moet je daar zélf ook wat van terugzien. Met Tsū kan de gebruiker geld verdienen.
Het vergoedingssysteem zit ingewikkeld in elkaar. Hoe meer mensen je post lezen, hoe meer geld je krijgt. Tien procent van je verdiensten gaat naar Tsū. De rest wordt verdeeld tussen jou en de mensen via wie je op het netwerk bent binnengekomen (je kunt alleen lid worden op uitnodiging). Als jij een succesvolle contentmaker aanbrengt, krijg je dus een deel van zijn of haar verdiensten: een soort piramideconstructie.
Tsū noemt zichzelf een ‘community for authentic engagement,’ maar met dit soort geldprikkels is het maar de vraag of het er ooit gezellig gaat worden.
4. RedMatrix, een privacyvriendelijke alleskunner?
Een aantal lezers wees me op RedMatrix. Dit is net als diaspora* een gedistribueerd sociaal netwerk: er is geen centrale server waar alle posts op staan en waar alle verkeer overheen gaat.
Wat RedMatrix precies is, is niet meteen helemaal duidelijk. Het is namelijk meer dan een sociaal netwerk. Je kunt er ook websites in aanmaken of bestanden in bewaren. In één opzicht is RedMatrix handiger dan diaspora*: je kunt je account meeverhuizen als je op een andere server wilt zitten.
5. Friendica: gebruik al je sociale netwerken op een plek
Friendica is ook een decentraal opgezet sociaal netwerk. De ontwikkelaars beseffen dat je niet zomaar overstapt en hebben ervoor gezorgd dat je andere sociale netwerken in Friendica kunt gebruiken, zoals Facebook, Twitter, Tumblr en WordPress. Als ik de blogs moet geloven, staat de ontwikkeling van Friendica op een laag pitje en wordt er veel geklaagd over het gebrek aan gebruiksvriendelijkheid. Het ontwerp is dan ook niet echt uitnodigend.
6. Dropon, de jongste loot aan de tak
Sinds enkele weken is Dropon online. Dit netwerk wordt gehost in Canada, dat een strengere privacywetgeving heeft dan de Verenigde Staten. Net als veel andere nieuwe sociale netwerken belooft Dropon je data niet door te verkopen. Ook paait Dropon het publiek met een beveiligde dataverbinding, al vind ik dat dat standaard zou moeten zijn.
Dropon werkt best prettig. Het heeft een vrij minimalistisch ontwerp en navigeert makkelijk. Een pluspunt is dat je niet alleen mensen volgt, maar ook onderwerpen, ‘drops’ genaamd. Er is nog niet zo heel veel gaande, dus die drops zijn echt nodig om voldoende berichten te zien. Dit platform is echter nog zo nieuw dat ik er nog geen oordeel over kan vellen.
7. Twister: Twitter voor techneuten
Het is een van de interessantste socialemediaprojecten van dit moment: Twister. Twitter voor de meest paranoïden onder ons. Het netwerk wordt gebouwd door de Braziliaanse hacker Miguel Freitas. Toen Edward Snowden in de zomer van 2013 met zijn onthullingen over massale surveillance kwam, wilde Freitas een Twitter maken dat door niemand is plat te leggen, af te luisteren of te censuren. Een jaar geleden lanceerde hij zijn eerste versie en technologiemagazine Wired wond er geen doekjes om: Twister zou NSA-proof zijn.
Twister betekent stevig pionieren, maar dat maakt het ook leuk
Freitas speelde leentjebuur bij twee andere technologieën: Bitcoin en BitTorrent. Daardoor is er geen centrale server nodig: alle gebruikers communiceren rechtstreeks met elkaar. Versleuteld en geanonimiseerd. Met de onderliggende techniek van Bitcoin, de blockchain, kunnen alle gebruikers van elkaar zien of ze zijn wie ze zijn. Via het BitTorrent-protocol worden de berichten daadwerkelijk verstuurd.
Het idee is mooi. De uitvoering is... lastig. Er is nog geen goede app waarmee je Twister met een paar klikken aan de praat krijgt. Je moet de software zelf downloaden en instellen. Daarnaast moet je eerst de hele blockchain downloaden om de dienst te kunnen gebruiken. Er is een (lelijke en onvolwassen) Android-app, maar echt lang heb ik er niet van kunnen genieten: ik krijg nu telkens foutmeldingen over het BitTorrentprotocol, waardoor ik geen updates kan sturen.
Twister betekent dus stevig pionieren, maar dat maakt het ook leuk. Een bijkomend voordeel: er zijn nog niet veel usernames vergeven. Ik kon bijvoorbeeld @dimitri claimen. Als Twister meer gebruiksvriendelijk wordt en groeit, heb ik die username alvast op zak.