Amerika’s grootste problemen beginnen en eindigen in deze buitenwijken

Mars van Grunsven
Journalist, gespecialiseerd in Amerika
Suburb in Ohio, Warrensville Heights. Foto: Dustin Franz.

De meeste Amerikaanse armen wonen niet meer in de binnensteden, maar in de buitenwijken. Ooit de gedroomde eindbestemming van de middenklasse, nu ten prooi aan verval en criminaliteit. Is er nog hoop voor de suburbs? Ik ging op onderzoek uit.

Kent Woodlands, een wijk aan de rand van Chapel Hill, North Carolina, bestaat uit een twaalftal straten waarvan je er duizenden hebt in de Verenigde Staten. De wijk is een zogeheten suburb, een verlaten lap grond verdeeld in nagenoeg gelijke percelen, waarop een projectontwikkelaar ooit voor weinig geld alleenstaande huizen heeft neergezet. Kasten variërend van 250 tot 450 vierkante meter, doorgaans drie verdiepingen hoog.

Wie nog nooit in Amerika is geweest, kent de huizen wel uit films of van televisie, met hun tegen het karkas aangelijmde houten planken of artificiële bakstenen, voor een rustiek-landelijke sfeer. Alsof de huizen niet in 1999, maar in grootmoeders tijd zijn gebouwd.

Ook vaste prik: de dubbele garage en de veranda aan de straatzijde, waar nooit iemand op de plichtmatig geposteerde schommelstoelen zit. Verder: het aangeharkte gazon in de voortuin, het basketbalnet boven de garagedeur en de brievenbus aan het begin van de oprijlaan. De achtertuin, met een schutting afgeschermd van de buren, is iets groter dan de voortuin. Hier staat de grill, voor ongecompliceerd barbecueën op het verhoogde dek dat de tuin met het huis verbindt.

Dit is hoe volgens menige hardwerkende Amerikaan uit de middenklasse het paradijs eruitziet.

Het begin van het verval

Maar zo aangeharkt als de voortuintjes van Kent Woodlands nog altijd zijn, zo vervallen oogt tegenwoordig menig buitenwijk elders in het land. Relatief nieuwe suburbs rond steden als Charlotte, in North Carolina, en Atlanta, in Georgia, zijn vaak voor meer dan de helft verlaten.

In Windy Ridge, een suburb van Charlotte, zijn de leegstaande huizen gestript en worden ze bewoond door junkies en daklozen. Gangs zijn actief in de wijk, waar gebroken ruiten, graffiti en andere blijken van verval het straatbeeld bepalen.

Warrensville Heights, Ohio. Foto: Dustin Franz.

Dit verval zette in met het uitbreken van de financiële crisis, toen veel mensen uit de midden- en lagere klassen hun huis verloren. Maar ook nu de Amerikaanse economie aantrekt — althans, gemeten naar het bruto nationaal product, die ietwat arbitraire grootheid die bijvoorbeeld inkomensongelijkheid en milieuschade niet groeit het aantal armen in de Amerikaanse buitenwijken door.

Volgens het in juli 2014 verschenen rapport van het Brookings Institute, een gerenommeerde denktank in Washington DC, is het aantal armen in de buitenwijken sinds 2000 met 65 procent toegenomen, bijna twee keer zo snel als in de binnensteden, waar Amerikaanse armoede traditioneel is geconcentreerd. In 2012 woonden 16,5 miljoen armen in de buitenwijken, tegen 13,5 miljoen in de steden. En de ontwikkeling is nationaal: in alle stedelijke regio’s van het land – van New York tot LA, van Detroit tot Atlanta – gebeurt iets vergelijkbaars.

Bron: Brookings Institution analysis of Census and American Community Survey data

Uit eten betekent een autorit

De typische naoorlogse buitenwijk, zoals het hierboven beschreven Kent Woodlands, is gebouwd voor tweeoudergezinnen met één kostwinner. Het onderhoud van deze ruime huizen en tuinen komt doorgaans op de schouders van de ouder, die ook voor de kinderen zorgt. Daar waar beide ouders werken, wordt de zorg voor huis en haard uitbesteed aan tuinmannen, glazenwassers, kindermeisjes en andere dienstverleners.

Natuurlijk zijn er volop buitenwijken waar dit stramien tot in de lengte der dagen zal werken. Denk aan een plaats als Maplewood, in New Jersey, een halfuur treinen vanaf Manhattan. Het dorp staat vol prachtige oude huizen en heeft een ouderwets stadscentrum, waar je winkels en restaurants dichtbij elkaar vindt.

Het probleem met dit soort buitenwijken, zoals Christopher Leinberger uitlegt in zijn boek (2009), is dat het er zo weinig zijn. De meeste buitenwijken lijken meer op Kent Woodlands, waar veel bewoners elkaar pas treffen wanneer iemand gaat verhuizen en om die reden een garage sale organiseert. Uit eten gaan betekent er per definitie een autorit.

Warrensville Heights, Ohio. Foto: Dustin Franz.

Sinds de jaren negentig, toen de criminaliteit in Amerika’s grote steden begon af te nemen, zijn gegoede Amerikanen voorzichtig de stad weer gaan omarmen, zo beschrijft het Brookings-rapport. Op zoek naar winkels, restaurants en theaters op loopafstand. Huizenprijzen stegen en goedkope woningen werden omgebouwd tot luxe appartementen. De stad raakte buiten bereik van de lagere klassen, die gedwongen uitweken naar de buitenwijken — waar minder banen zijn, diensten minder toegankelijk zijn, mensen verder uit elkaar wonen en je zonder auto al snel geïsoleerd bent.

Met andere woorden: de armen kwamen terecht op plaatsen waar het leven juist zwaarder is dan in de stad, waar ze in de vorm van familie, vrienden en charitatieve instellingen altijd nog een vorm van sociaal vangnet hadden.

Armoede is niet het enige probleem

Zodra Amerikaanse buitenwijken verarmen, raken ze in een neerwaartse spiraal. Dit omdat lokale openbare voorzieningen – van de vuilnisophaaldienst tot de scholen – grotendeels gefinancierd worden uit lokale belastingen. Het Brookings-rapport duidt het als de ‘double burden’ voor arme inwoners – je bent niet alleen arm, je hebt ook te maken met slechte voorzieningen en meer criminaliteit.

Bron: Brookings Institution analysis of Census and American Community Survey data

Sinds de opkomst van de naoorlogse buitenwijken, zijn Amerikaanse families, net als in Europa, flink van samenstelling veranderd. Mensen trouwen minder en krijgen minder kinderen. Bestond in 1940 nog 42,9 procent van de huishoudens uit getrouwde ouders met kinderen, in 2010 was dit nog maar 20,2 procent, zo blijkt uit cijfers van het U.S. Census Bureau. Bovendien stond in 2013 in meer dan 10 miljoen gezinnen een alleenstaande moeder aan het hoofd.

De dertigjarige Leigh Scozzari is zo’n alleenstaande moeder. En protagonist in een vorig jaar op de publieke zender PBS uitgezonden over de verpaupering in de buitenwijken. Scozzari en haar twee vierjarige dochters, een tweeling, wonen in het plaatsje Shirley, op Long Island, zo’n honderd kilometer buiten New York City. Ze hebben een suv, de kinderen gaan naar de crèche en Scozarri heeft een baan als verpleegster. Toch ontvangt ze hulp in de vorm van voedselbonnen en subsidie voor de kinderopvang.

Scozzari is naar officiële maatstaven Haar baan als verpleegster levert 19 duizend dollar per jaar op en biedt geen zorgverzekering. Haar auto, zonder welke ze in Shirley onmogelijk haar kinderen kan halen en brengen zonder op het werk te verzaken, heeft al meer dan 300 duizend kilometer op de teller. Diezelfde auto kost haar maandelijks 600 dollar aan verzekeringen en benzine – ruim 40 procent van haar maandloon. Spaargeld heeft ze niet. De vader van haar kinderen, die ze al jaren probeert te traceren, draagt niet bij. ‘Ik leef van maandloon tot maandloon,’ zegt ze.

Een oplossing is niet in zicht

Een oplossing zag Scozarri op het moment van uitzending niet. Zelfs als ze meer zou gaan verdienen, is ze niet geholpen. Sterker, als ze de loonsverhoging accepteert die haar net is aangeboden, verdient ze te veel om nog in aanmerking te komen voor kinderopvangsubsidie. En thuisblijven voor de kinderen zou betekenen dat ze helemaal geen inkomen meer heeft.

Warrensville Heights, Ohio. Foto: Dustin Franz.

Sinds de PBS-uitzending over de worstelingen van Scozarri en haar twee kinderen, heeft de onafhankelijke Welfare to Work Commission in Suffolk County, de gemeente waaronder Shirley valt, zich ingezet voor het lot van de armen binnen de gemeente. De commissie organiseerde hoorzittingen waarin onder meer werd gepleit voor maatregelen die de financiële druk op arme gezinnen moeten verlagen. Denk aan betaalbare kinderopvang, gratis onderwijs voor vierjarigen (nu vanaf vijf jaar) en het uitbreiden van het openbaar vervoer.

Het lokale bestuur, in meerderheid Republikeins, heeft echter alleen ingestemd met het uitbreiden van buslijnen tot later op de avond en op zondagen. Meer staat het begrotingstekort, dat naar schattingen van de Budget Review Office voor dit jaar 170 miljoen dollar bedraagt, niet toe, zo luidt de

Dat is wellicht hardvochtig, maar meer dan een pleister op de wonde zouden de maatregelen niet zijn geweest. De dieperliggende oorzaken – zoals de aanhoudende van de grote steden en het lokale aspect van het overheidsbestuur, maar ook de stagnerende lonen van de middenklasse en de absurd lage minimumlonen — liggen buiten bereik van welk gemeentebestuur dan ook. Wat gentrification betreft, zouden de grote steden de exodus van arme Amerikanen enigszins kunnen keren door goedkope huisvesting te ontwikkelen en de bouw van luxe appartementencomplexen in te perken – zoals de nieuwe burgemeester van New York, Bill de Blasio, blijkens zijn dinsdag uitgesproken van plan is.

Wie helpt Amerika’s suburbs?

Maar in essentie ligt het lot van Amerika’s verarmde buitenwijken in handen van de landelijke politiek. Dat is waar miljarden dollars zouden kunnen worden vrijgemaakt voor modernisering van de infrastructuur in het land. Het zou leiden tot goede banen voor de lagere middenklasse en vergrote mobiliteit voor de armen in de buitenwijken.

Dit is ook waar het idioot lage federale minimumloon van 7,25 dollar per uur kan worden verhoogd (hoewel individuele staten het minimumloon ook kunnen verhogen), hoger onderwijs betaalbaarder kan worden gemaakt en de vruchten van de hernieuwde economische groei beter zouden kunnen worden verdeeld.

Tot voor kort werden dit soort ideeën in Washington hoogstens door linkse politici als Elizabeth Warren, senator uit Massachusetts, en Bernie Sanders, senator uit Vermont, geopperd. Maar afgelopen maand doken ze ook op in de State of the Union van president Gelet op de koele reactie van de Republikeinse meerderheid in het Congres, valt alleen niet te verwachten dat veel van die nieuwe presidentiële agenda op dit punt zal worden verwezenlijkt.

Op korte termijn staan Amerika’s armen, in de suburbs en de oude binnensteden, er dan ook zo goed als alleen voor.

Tot zover niets nieuws onder de zon, constateerde Karen Narefsky onlangs in het socialistische tijdschrift Jacobin. In een essay getiteld ‘The suburbanization of the US working class’ boog ze zich over de vraag wat de migratie van armen van de stad naar de buitenwijken betekent. ‘Uitbuiting, politieke onthechting en een gebrekkige toegang tot diensten — het zijn universele onrechtvaardigheden die altijd bij het kapitalisme hebben gehoord. Nu moeten we leren hoe we ze ook buiten onze steden te lijf kunnen gaan.’

Warrensville Heights, Ohio. Foto: Dustin Franz.