Er komen per dag wel drieduizend jonge mensen op het complex in Gouda af. Sommigen fietsen of treinen zelfs anderhalf uur om er te komen. Dat hebben ze graag over voor een plek waar nog de onversneden orthodoxe leer gepredikt wordt.

Al deze mensen worden dag in dag uit onderwezen in een leer die al honderden jaren dezelfde is. Ze moeten bijvoorbeeld in een jaar tijd wel memoriseren over hun heilige boek en worden geacht aan het begin van de week een eeuwenoud vers te reciteren.

Iedere week worden ze op massale bijeenkomsten gewaarschuwd voor de verlokkingen die buiten de muren van het gebouw op hen wachten. ‘We zijn wel in de wereld, maar niet van de wereld,’ zo galmt het van de kansel. Of: ‘Ons soort mensen luistert niet naar en wie dat wel doet wacht het eeuwige hellevuur.’

Voor meisjes en vrouwen geldt in het hele een strikte kledingcode: het is er altijd rokjesdag.

Is je rok wel lang genoeg?

Op warme dagen worden ze door controleurs opgewacht. Met een meetlat inspecteren ouderen uit de gemeenschap de rokken van meisjes op de gewenste lengte – ten minste tot over de knie. Zijn ze hun rok vergeten, of blijkt hun rok bij nadere inspectie te kort, dan is publieke vernedering hun deel. Ze krijgen dan een soort gordijn aangereikt, bij wijze van rok. Met – jawel – het logo van de organisatie erop. Zodat ze niet nog eens zonder gepaste kledij durven te verschijnen.

Het is bepaald geen schoolvoorbeeld van tolerantie jegens andersdenkenden

Ook het andere geslacht gaat niet vrijuit. Op gestencilde briefjes krijgen jongens aan het begin van ieder jaar de nieuwste instructies voor een ‘gepast’ kapsel (lang haar verboden) en dito kleding (geen korte broeken na de brugklas en T-shirts met opruiende opdrukken) aangereikt. Alles om de ontluikende lusten in toom te houden.

En wil je als docent in dit gebouw voor je geaardheid uitkomen? Wacht dan nog even tot na 3 maart 2015, als de Eerste Kamer vermoedelijk in grote meerderheid zal instemmen met het voornemen de uit het wetboek te halen. Tot dat moment mogen scholen gesteund door de wet homo’s voor de klas weigeren.

Selectieve verontwaardiging

Het gaat er, kortom, hopeloos achterhaald en fundamentalistisch aan toe op mijn voormalige middelbare school - het Driestar College te Gouda. Er zal weinig veranderd zijn sinds de jaren negentig, toen ik daar vier vormende jaren lang rondliep. De reformatorische zuil staat ook in de eenentwintigste eeuw immers nog recht overeind. En voor de financiering van dit alles hoeft deze gemeenschap niet eens de hand op te houden in Staphorst of de Veluwe, omdat ook dit streng-religieuze onderwijs gewoon publiek gefinancierd wordt.

Mijn oude middelbare school maakt duidelijk hoe selectief de verontwaardiging over is, en hoe opportunistisch de ophef erover. Nee, mijn oude school is bepaald geen schoolvoorbeeld van tolerantie jegens andersdenkenden. En grote delen van het curriculum stonden in het teken van de indoctrinatie van jonge tieners. Allemaal waar.

Toch prijs ik me – en mijn voormalige docenten vallen nu vermoedelijk steil achterover – gelukkig dat die school er staat.

Pas wie de moskee verlaat, hebben we te vrezen

Want wat voor de een de hel is, kan voor de ander de hemel zijn. En wat ik van de overheid verwacht, is dat ze zich verre van een oordeel houdt over wat de hemel en wat de hel precies voor iemand is. De scheiding van kerk en staat is er per slot van rekening ook om inmenging van de laatste in de zaken van het geweten te voorkomen.

Wat het voorbeeld van mijn oude school vooral laat zien, is dit: we blijken al honderden jaren uitstekend te kunnen samenleven met een oerconservatieve en – in veel opzichten – vrijheidsvijandige minderheid. Daar blijkt een samenleving als de onze prima tegen bestand.

Een moskee met 500 gelovigen betekent 500 paar ogen in het zeil wanneer een groepje jongeren aan het radicaliseren slaat

Maar de financiering van die moskee dan, uit vermeend dubieuze salafistenbronnen? Het bewijs dat deze miljoenen bijdragen aan de radicalisering van de lokale gemeenschap moet nog worden geleverd. Maar als de politiek het zekere voor het onzekere wil nemen: de overheid zou natuurlijk ook in Gouda kunnen bijspringen, zoals ze ook flink bijdraagt aan het onderhoud van tal van historische kerken en kathedralen. Dat bespaart de Goudse gelovigen een gang naar Qatar.

Die investering kan bovendien nog wel eens lonen. Want zoals in vrijwel elk verhaal over radicaliserende moslimjongeren die naar Syrië afreizen te lezen valt: we hebben hen vooral te vrezen als ze de moskee beginnen te mijden of als ze uit de moskee worden gezet. Hoe groter en hoe zichtbaarder een moskee in een wijk is, hoe kleiner de kans dat zich achter de muren van deze gebouwen een broeinest van terrorisme ontwikkelt. Een moskee met 500 gelovigen betekent 500 paar ogen in het zeil wanneer een groepje jongeren aan het radicaliseren slaat.

En bij twijfel, stuur – als buurtbewoner van zo’n megamoskee – gerust een briefje, zoals een vrouw uit Enschede onlangs deed. ontdekte zij toen ze een prachtige brief terug ontving van het moskeebestuur.

Eerst gedoog je hen. En voor je het weet, zo laat de SGP zien, gedogen die orthodoxe gelovigen ineens de voortzetting van het Paarse kabinet dat in de jaren negentig nog verfoeiden.

Naschrift, 11 februari 2015:

Er zijn de nodige misverstanden gerezen over de strekking van deze column. Die lijken mede veroorzaakt door de titel boven het stuk, waarin met de term ‘haatpaleis’ gespeeld word. Het punt is nu juist dat noch mijn oude school - hoe conservatief ook -, noch de te bouwen moskee - hoe conservatief ook - het predikaat ‘haatpaleis’ verdient. En dat voor integratie, met behoud van eigenheid, de bouw van een moskee juist bevorderend, in plaats van remmend kan werken.

Hoe Allah verscheen in Ede Ede kwam in het nieuws toen Marokkaanse jongeren op 11 september 2001 feestvierden na de aanslagen in New York. Hoe is het nu? Over gebroken ruiten, rotte eieren en een varkenskop bij de moskee. In deze reportage voor De Groene Amsterdammer vergeleek ik orthodoxe christenen en moslims. Veluwse twisten, negen jaar na 11 september. Mini-docu: Wat de Westermoskee in Amsterdam vertelt over twintig jaar integratiedebat In de Amsterdamse wijk De Baarsjes verrijst na twintig jaar polderen én ruziemaken de Westermoskee. In de tussentijd is de Nederlandse kijk op het integratievraagstuk radicaal veranderd. Wat is er over van de ‘multiculturele droom,’ waarin de Westermoskee verrees? Documentairemaker Godfried Hartkamp en journalist Kemal Rijken gingen op zoek naar een antwoord in Amsterdam-West. Lees het verhaal en bekijk de mini-docu hier