Noodhulp is politiek (maar je kunt beter doen alsof dat niet zo is)
Zelden heb ik zulke grote wallen gezien als die van Kasper Engborg. In een galmend, gekoeld lokaal op de Filipijnen, luchtte het hoofd van het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) zijn hart over zijn baan: zorgen dat de noodhulp na tyfoon Haiyan in goede banen liep. Zijn stem droop van de vermoeidheid en frustratie.
Engborgs dagtaak bestond uit schipperen. Schipperen tussen hulporganisaties die massaal het rampgebied instroomden, donorlanden die wilden zien waar hun geld naartoe ging, de Filipijnse regering die de macht in handen wilde houden, de lokale autoriteiten die het overzicht niet meer hadden en de slachtoffers van de ramp die schreeuwden om hulp. Engborgs dag bestond uit concessies doen, overreden, aanmoedigen, lobbyen en aandringen. Kortom: uit politiek bedrijven.
Een collega van Engborg, op het hoofdkantoor van OCHA in Genève, zei een paar maanden eerder al laconiek tegen me: ‘De wereld wordt door politieke ideeën geregeerd, niet door humanitaire.’ En nu, kijkend in de diepliggende ogen van de Deen op de Filipijnen, snapte ik wat hij bedoelde. Dat je als hulporganisatie wel kunt roepen dat je opereert volgens de humanitaire principes van humaniteit, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid, maar dat het werk in praktijk niet bestaat zonder de grootste vijand van die principes: politiek.
Noodhulp vrij?
Vandaag vindt in Den Haag de Nederlandse Humanitaire Top plaats. Dertien Nederlandse hulporganisaties proberen een antwoord te vinden op de vraag: hoe kan noodhulp beter? Een mooi moment ook om de principes van deze organisaties eens tegen het licht te houden.
Op mijn reizen door de noodhulpwereld bleef ik het afgelopen jaar vooral haken aan de vierde humanitaire kernwaarde: onafhankelijkheid. Ik zocht de term thuis nog eens op, in de Dikke Van Dale, en vond hem op pagina 1888, tussen ‘on’af’gedaan’ en ‘onaf’heid’. ‘Onafhan’kelijk, I. bn. bw. (-er, -st)’: ‘Van niemand afhankelijk, aan niemand ondergeschikt of onderworpen, in doen en laten door niemand beperkt, vrij, zelfstandig.’
Noodhulp vrij? Door niemand beperkt? De kringen rond de ogen van Engborg lieten iets heel anders zien.
Noodhulp vrij? De kringen rond de ogen van Engborg lieten iets heel anders zien
Die toonden dat onafhankelijke noodhulp in de praktijk onhaalbaar is. En dat komt door de volgende drie spelers.
De eerste is de regering van het rampgebied. Hulporganisaties zijn te gast in een land. Ze hebben zich te houden aan regels die de regering van het land oplegt. Zegt Libanon dat er geen tentenkampen gebouwd mogen worden voor Syrische vluchtelingen? Dan mogen hulporganisaties geen tentenkampen bouwen. Zegt de Soedanese regering dat hulporganisaties Darfur uit moeten? Dan moeten hulporganisaties Darfur uit. Zegt de Filipijnse regering dat de humanitaire fase voorbij is? Dan is de humanitaire fase voorbij. Met dank voor uw diensten.
De tweede speler waar de hulporganisaties afhankelijk van zijn, zijn de geldschieters, de ‘donoren.’ Ook in de hulpwereld geldt namelijk: wie betaalt, bepaalt. Voor 72 procent zijn de geldschieters landen, waar de hulppotjes vaak onder het ministerie van Buitenlandse Zaken vallen. Dat verraadt dat het hulpgeld niet alleen de slachtoffers van een ramp dient, maar ook de politieke doelen van de donorlanden. Daar gaan weer. Willen de VS dat de hulpgoederen voor Haïti bij Amerikaanse bedrijven worden gekocht? Dan worden de tenten en dekens bij Amerikaanse bedrijven gekocht. Wil de Nederlandse overheid een vliegtuig naar de Filipijnen betalen, in plaats van geld doneren? Dan vullen hulporganisaties braaf een vliegtuig van Nederland naar de Filipijnen.
En tot slot is hulp afhankelijk van de media, van mij. Want aandacht van ons, is geld. Maar die aandacht is niet gemakkelijk te krijgen. Willen er geen BN’ers afreizen naar een ebolagebied? Dan is er helaas geen verhaal. Is maar een klein deel van het rampgebied te bereiken voor journalisten? Dan wordt alleen uit dat gebiedje bericht. Zijn er geen videobeelden van de overstromingen in Mozambique? Dan is er helaas geen uitzending.
Het voordeel van politiek
Als het zo duidelijk is dat noodhulp niet on- maar afhankelijk is van gastlanden, donorlanden en media, waarom dan nog volhouden dat je werkt volgens het onafhankelijkheidsprincipe? Is dit principe niet slechts een lege huls, in het dagelijks werk van Kasper Engborg op de Filipijnen?
Het antwoord op die vraag is, gek genoeg, nee. Pretenderen onafhankelijk te zijn is voor Engborg geen lege huls, maar een kogel. Want hoewel zijn onafhankelijkheid in de praktijk tegenvalt, kan hij het principe van zijn onafhankelijkheid inzetten als een wapen tijdens onderhandelingen. Hij kan een lijn trekken als overheden hem om gunsten vragen, door zich op zijn onafhankelijkheid te beroepen. Als hij bij een wegblokkade in een crisisgebied komt, kan hij met zijn onafhankelijkheid schermen: laat mij erdoor, ik ben onafhankelijk, ik kom alleen om slachtoffers te helpen.
Hoe afhankelijk je ook bent, slachtoffers help je door vol te blijven houden dat je onafhankelijk bent.
En zo heeft de apolitieke utopie van onafhankelijkheid wel degelijk een functie: het is een middel, juist voor politiek. Want de wereld wordt nu eenmaal niet door humanitaire ideeën geregeerd, maar door politieke.
Ik lees deze column vanmiddag voor op de Nederlandse Humanitaire Top in Humanity House in Den Haag, waarvoor losse toegangskaarten te verkrijgen zijn.