Hoe gaat het nu met de ebola-epidemie in West-Afrika?

Anne Schepers
Journalist

Waarom horen we de laatste tijd zo weinig over ebola? Ik zocht uit waarom het zo moeilijk is om vast te stellen dat de epidemie op zijn einde loopt. Voor dit stuk sprak ik met dr. Irene Lai, medisch directeur bij International SOS, met een woordvoerder van hulporganisatie Plan Nederland en met Kars de Bruijne, onderzoeker aan de School of Global Studies van de Universiteit van Sussex. Melle Brinkman, hulpverlener bij Plan Nederland, geeft vandaag vanuit Guinee antwoord op jullie vragen.

Toen in december 2013 ebola uitbrak in een dorpje in Guinee, werd daar wereldwijd niet veel aandacht aan besteed. Er waren immers al eerder regionale uitbraken geweest in en en die waren zonder al te veel moeite ingeperkt en verdreven.

Maar tegen de zomer begon de ebola-uitbraak de aandacht te trekken: er waren inmiddels bijna duizend mensen overleden aan het virus, dat zich zo snel verspreidde dat het door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd uitgeroepen tot bedreiging van de internationale gezondheid.

Het dodental steeg daarna zo snel (van 968 in juli 2014 naar in oktober), dat er verschillende humanitaire acties op touw werden gezet. Zo ook vanuit Nederland, waar het kabinet miljoenen toezegde en Giro555 begon met een inzameling om de slachtoffers van ebola hulp te kunnen bieden.

Hebben deze acties geholpen? En waarom horen we sinds het begin van het jaar nog maar zo weinig over de ebola-epidemie in West-Afrika? Hoog tijd voor een update.

Is de ebola-epidemie aan het afnemen?

Eind januari de Wereldgezondheidsorganisatie dat het aantal besmettingen met ebola afneemt. Goed nieuws, maar het behoeft wel wat nuancering: in Nigeria en Soedan, waar enkele gevallen van ebola voorkwamen, was de ziekte in oktober 2014 al verdwenen. Mali, waar in totaal zes ziektegevallen werden geteld, werd op 19 januari 2015 ebolavrij verklaard. In de drie zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee, komt de ziekte echter nog steeds veel voor.

Want hoewel in en minder gevallen worden geteld dan voorheen, neemt het aantal zieken per dag de laatste week juist weer toe. De regering in Liberia berichtte eind januari dat er nog maar gevallen van ebola voorkwamen in het hele land.

Of dat klopt, is maar de vraag. Drie dagen later verscheen namelijk het bericht dat er nog ziektegevallen in de Liberiaanse behandelcentra lagen. En hoewel het algemene beeld is dat de uitbraak aan het kan het nog altijd gebeuren dat nieuwe gevallen van ebola zich aandienen onder mensen waarvan niet bekend is dat ze direct in contact staan met Dat kan weer een heel nieuwe keten van besmettingen veroorzaken.

Waarom is het zo onduidelijk hoeveel mensen nog ebola hebben?

Er zijn meer redenen waarom de cijfers rondom het aantal ebolagevallen omstreden zijn. Toen de Wereldgezondheidsorganisatie eind januari berichtte dat het aantal ebolaslachtoffers afnam, werd het aantal verwachte zieken niet meegenomen in de cijfers, zo meldde de Dit werd bij eerdere tellingen steeds wél gedaan. Hierdoor leek het alsof het aantal besmettingen met ebola was afgenomen, terwijl dit getal met het aantal verwachte ziektegevallen erbij opgeteld nog ongeveer gelijk bleef.

Daar komt nog bij dat het voor de hulporganisaties onmogelijk blijkt om een volledig overzicht te krijgen van het aantal ebolapatiënten in Guinee, Sierra Leone en Liberia. Dorpen en gebieden zijn soms slecht bereikbaar - iets wat in het aankomende regenseizoen alleen maar erger zal worden - en communicatie is er nauwelijks.

Weten we wel dat het aantal ziektegevallen afneemt?

Nee, ook dat niet. Veel ziektegevallen worden niet gemeld bij de behandelcentra en begrafenissen vinden vaak in het geheim plaats. Hierdoor is het niet alleen moeilijker om het aantal ebolaslachtoffers te tellen, maar ook om vast te stellen of de uitbraak op zijn einde loopt. Juist die geheime ziektegevallen en begrafenissen maken de kans op nieuwe besmettingen alleen maar groter.

Er zijn, allereerst, allerlei praktische redenen om zieke familieleden thuis te verzorgen en dus niet te melden bij de hulporganisaties. Zo zijn de ziekenhuizen vaak moeilijk bereikbaar en worden zieken vanwege de kosten soms nog tot drie dagen Maar het is met name het wantrouwen dat tegenover hulpverleners heerst, dat in eerste instantie de grootste problemen veroorzaakte.

Dat wantrouwen komt deels voort uit het wantrouwen tegenover de waarmee de hulpverleners samenwerken. En deels is het ontstaan door de manier waarop met ebolaslachtoffers wordt omgegaan: wanneer je oom, tante, broer, zus of neef aan de ziekte lijdt, bel je een alarmnummer en wordt hij of zij opgehaald door een groep mensen in witte pakken, die er - goed beschouwd - uitzien als ruimtevaarders.

In veel West-Afrikaanse gebieden wordt het krijgen van een ziekte niet gezien als iets wat je toevallig overkomt, maar als een straf van de natuur

Mocht hij of zij overlijden, dan zie je het familid in kwestie nooit meer terug. Het lichaam wordt onmiddelijk anoniem begraven of gecremeerd, en dus is er geen kans om een laatste Niet gek dus dat veel West-Afrikanen de manier waarop deze begrafenissen plaatsvinden

En dan is er nog een reden waarom ziektegevallen geheim worden gehouden: de perceptie van ziekte die onder een groot deel van de West-Afrikaanse volken heerst. Hier wordt het krijgen van een ziekte namelijk niet gezien als iets wat je toevallig overkomt, maar als een straf van de natuur.

Er hangt dus al snel een aan de slachtoffers van ebola: het stigma dat zij iets vreselijks of tegennatuurlijks hebben gedaan en daarvoor een rechtmatige straf hebben gekregen.

Dat stigma leidt ertoe dat, mocht je inderdaad ziek worden, je een grote kans hebt om je baan kwijt te raken. Je familie zal worden vermeden door de rest van het dorp. En mocht je de ziekte dan beschouwt de maatschappij je voortaan als een paria.

Kan meer voorlichting helpen?

Het geven van voorlichting is een belangrijk onderdeel van de hulpverlening in West-Afrika. Hiermee kan gezorgd worden dat begrafenissen volgens de gezondheidsvoorschriften plaatsvinden, en dat mensen die ebola overleven niet als buitenstaanders worden behandeld.

Maar juist die voorlichting wordt nu bemoeilijkt, omdat berichten die aan het begin van de ebola-uitbraak zijn verspreid inmiddels niet waar blijken te zijn.

Zo werd lange tijd gedacht dat besmettingen met ebola plaats konden vinden door het eten van - een van de traditionele voedselvoorzieningen in West-Afrika. De eerste besmetting zou die van een klein jongetje zijn geweest dat in december 2013 in Guinee bushmeat had gegeten.

Andere bronnen wijzen er echter op dat het jongetje slechts uitwerpselen van heeft binnengekregen nadat hij in het oerwoud had gespeeld. En meer voorbeelden van besmetting met ebola door het eten van bushmeat zijn er niet - waardoor de voorlichting die hulpverleners eerder gaven uiteindelijk niet waar bleek te zijn. Dit terwijl een deel van de West-Afrikaanse bevolking lange tijd af heeft moeten zien van het eten van bushmeat, een belangrijke manier om proteïne binnen te krijgen.

Ook werd aan het begin van de ebolauitbraak het bericht verspreid dat iedereen die ebola had, eraan zou overlijden. Maar ook dit blijkt niet volledig waar: uiteindelijk sterft ongeveer 75 procent van de ebolapatiënten aan de ziekte. Dit is alsnog heel veel, maar een deel van de patiënten blijkt gered te kunnen worden door toediening van vocht en antibiotica.

Deze initieel onjuiste voorlichting heeft geleid tot nog meer wantrouwen tegenover de autoriteiten, en heeft de kans verkleind dat men toekomstige voorlichting wél gelooft.

Is er nu een medicijn tegen ebola?

Een aantal farmaceutische bedrijven, zoals Mapp Pharmaceuticals is hun medicijn tegen ebola aan het testen. Het gaat daarbij vooral om vaccins waarin het ebolavirus wordt nagebootst. Die zouden vervolgens preventief aan de bevolking kunnen worden toegediend.

Er zijn een aantal vaccins met succes getest op mensen. Maar om zeker te weten of een vaccin goed werkt, moet het in grote getale getest worden op een plek waar ebola veel voorkomt: in West-Afrika dus. Dat wordt nu bemoeilijkt doordat het aantal slachtoffers lijkt af te nemen. Het zou goed kunnen dat er straks te weinig ziektegevallen zijn om de medicijnen op een goede manier te kunnen

En mochten de vaccins toch getest kunnen worden, dan verwachten onderzoekers dat de traditionele West-Afrikaanse perceptie van ziekte roet in het eten kan gooien. Want als je ziekte als een straf van de natuur ziet, is het moeilijk te accepteren dat je een vaccin krijgt toegediend waar een virus in zit - en waar je dus waarschijnlijk ziek van zult worden.

Wat wordt er met het geld van de Nederlandse hulporganisaties gedaan?

Hoewel de uitbraak van ebola in ernst lijkt af te nemen, is voorzichtigheid geboden bij het trekken van conclusies. Nieuwe gevallen kunnen onverwachts voorkomen, en geheime ziektegevallen en begrafenissen blijven voorkomen in de drie zwaarst getroffen landen. Medicijnen zijn in ontwikkeling, maar het blijft de vraag of het zal lukken deze op grote schaal uit te kunnen testen op de bevolking in Liberia, Guinee en Sierra Leone.

Hoe spelen Nederlandse hulporganisaties daarop in? In september 2014 startten de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) een inzamelingsactie voor ebola. meer behandelcentra bouwen, de sanitaire voorzieningen verbeteren, medische- en financiële hulp verlenen en voorlichting geven aan de bevolking. Inmiddels is er meer dan 10 miljoen euro opgehaald en heeft het Nederlandse kabinet euro toegezegd.

Dat geld wordt grotendeels besteed aan het verlenen van directe hulp aan ebolaslachtoffers. Maar nu de uitbraak over haar hoogtepunt heen lijkt te zijn, moet ook worden gekeken naar de toekomst van de drie West-Afrikaanse landen. Zo bevestigt ook de hulporganisatie Plan Nederland, die inmiddels naast het bieden van directe hulp ook plannen maakt voor de rehabilitatiefase - zoals het opzetten van een alarmsysteem waarmee komende epidemieën sneller ingeperkt kunnen worden.

Zo’n rehabilitatiefase vraagt om meer dan de verbetering van het zorgsysteem in West-Afrika. De ebola-uitbraak heeft zware economische gevolgen gehad voor Guinee en Zo vallen de oogsten tegen, omdat het door de gezondheidsvoorschriften voor boeren onmogelijk was om in grote groepen samen te werken op het land.

Veel mensen zijn bovendien hun baan kwijt en hebben te weinig geld om voedsel te kopen. Mocht de ebola-uitbraak dus dan zijn de problemen in de drie West-Afrikaanse landen nog niet voorbij.