Vroeger mochten zwarte Amerikanen niet voorin de bus. Nu moeten ze met de bus
Vandaag gaat de film Selma in première in Nederland. Een film over het leven van Martin Luther King, over de tijd dat zwarten nog niet mochten stemmen en op straat gelyncht werden. Dat is allemaal lang geleden. En toch is de film pijnlijk actueel.
President Barack Obama en zijn vrouw Michelle organiseerden laatst een filmavond bij hen thuis. Ze vertoonden de nieuwe speelfilm Selma, over een cruciale protestmars van Martin Luther King in het stadje Selma, Alabama. Het stel had beroemde gasten over de vloer. Oprah Winfrey bijvoorbeeld, de producent van de film. De Britste filmster David Oyelowo, die Martin Luther King speelt.
Deze week gaat de film in Nederland in première. Wat zagen ze daar, in Obama’s huiskamer? Eerst hoe Martin Luther King de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst neemt, in 1964. Daarna zien we heftige gebeurtenissen in de aanloop naar de protestmarsen in 1965. Bijvoorbeeld een bomexplosie waarbij vier zwarte meisjes omkomen.
Maar het is niet de realistische horror van Twelve years a slave. Heel verontrustend is de film sowieso niet. Misschien omdat we al de afloop weten: er komt een wet die regelt dat zwarten niet alleen in theorie, maar ook in praktijk kunnen stemmen.
Op een zeker moment zien we hoe activist Annie Lee Cooper in Selma tegen de grond wordt gewerkt door een politieman. De film gaat even op pauze.
Deze scène bleef mij bij. Het is geen belangrijke scène en niet meesterlijk gespeeld. Maar het is Oprah Winfrey die hier op de grond ligt - ze speelt een bijrol in haar eigen film. Zou zij tegenwoordig nog tegen de grond gewerkt worden?
Oprah Winfrey werd in 1954 geboren in Mississippi. Toen ze daar opgroeide, werden er nog zwarten gelyncht. Sindsdien hebben zwarten gelijke rechten gekregen. Oprah zelf werd de machtigste televisievrouw van het land. En Amerika kreeg zijn eerste zwarte president. Martin Luther King werd een heilige.
Mission accomplished. De slavernij is afgeschaft, de segregatie gestopt. Natuurlijk bestaat er nog steeds smeulend racisme, maar van lynchen is geen sprake meer en de basisrechten zijn goed geregeld. Het is nu een kwestie van wat bijschaven en goed monitoren.
Geweld op de Martin Luther King-straat
Zo dacht ik er zelf ongeveer over, tot voor kort. Maar het klopt niet.
Wat klopt is dat Martin Luther King een heilige is geworden. In bijna elke stad in Amerika draagt een straat zijn naam. Maar je hoeft maar naar zo’n straat te gaan om het probleem te zien.
Ik keek de film in een bioscoop in St. Louis, op anderhalve kilometer van een van die honderden Martin Luther King-wegen en -boulevards van Amerika. Als je vanuit de bioscoop die kant opgaat, zie je het stadslandschap gaandeweg verloederen, tot je aankomt bij een straat vol kapotte huizen en verlaten bedrijfspanden. De misdaad is er hoog, de scholen zijn slecht, de banen zeldzaam en bijna iedereen is zwart.
Cabaretier Chris Rock maakte er ooit een bittere grap over: ‘Het maakt geen fuck uit waar je in Amerika bent, maar als je op een Martin Luther King Boulevard bent, dan is er wel geweld gaande.’
Wat niet veranderd is
De King-straten zijn een helder symbool. Het inkomensverschil tussen zwarten en witten is tegenwoordig grofweg nog steeds hetzelfde als in 1970. En 4 procent van de witten groeit op in arme wijken, tegen 62 procent van de zwarten.
Sterker nog, het verschil in bezit is ná de burgerrechtenbeweging alleen maar gegroeid. Het doorsnee witte gezin bezit dertien keer meer dan het doorsnee zwarte gezin, berekende het Pew Research Center vorig jaar. In 2007 was dat verschil nog tien keer.
"In de jaren voor de crisis, waren zwarten relatief veel vaker slachtoffer van subprime-hypotheken
Het verschil is een nawee van eeuwenlange plundering van zwarte manuren en zwarte bezittingen - een plundering die feitelijk nog gaande is. Dat betoogt de Amerikaanse schrijver Ta-Nehisi Coates in een ongeveer 15.000 woorden tellend, grondig geresearcht artikel dat vorig jaar in The Atlantic verscheen, als ‘The Case for Reparations.’ Het is het best gelezen stuk uit de geschiedenis van het blad.
Via economisch onderzoek en persoonlijke geschiedenissen laat Coates in het stuk zien hoe zwarten structureel zijn benadeeld — ook lang nadat ze officieel gelijke rechten hadden. Racisme van hypotheekverstrekkers en racistisch huisvestingsbeleid zorgde er bijvoorbeeld voor dat veel zwarten geen kans hadden bezit op te bouwen of door te geven aan volgende generaties, beschrijft hij.
Zelfs in onze eenentwintigste eeuw, in de jaren voor de crisis, waren zwarten relatief veel vaker slachtoffer van subprime-hypotheken (ook als je corrigeert voor risicogroepen). Want er werd op ze gejaagd.
Een oneerlijke wedstrijd
Het is alsof je 15-1 achter staat omdat je met vijf man minder moest spelen. Tijdens de rust krijg je, na lang protesteren, toestemming om een compleet team op te stellen. Succes! En nu niet meer zeuren!
En dan fluit de scheidsrechter ook nog steeds in je nadeel. Voorbeeld: witten gebruiken vaker drugs dan zwarten, maar zwarten worden drie keer vaker gearresteerd voor drugsbezit. Jointje gerookt en daar gaat je kans op een baan.
En daarbij is je coach ook nog eens waardeloos. Voorbeeld: in St. Louis krijgen scholen overheidsgeld op basis van de vastgoedwaarde van het schooldistrict. Een krankzinnige regel, zeker in een stad waar de ene wijk vol mansions staat en de andere vol bouwvallen. En je moet naar de school in de wijk waar je woont. Het is een vicieuze cirkel, gestoeld op beleid.
Met de bus
Tegen dit cluster van onrecht gingen deze zomer demonstranten de straat op in heel Amerika. De concrete aanleiding was een nieuw geval van politiegeweld in Ferguson. Veel demonstranten spiegelden zich aan Martin Luther King. Tegelijkertijd sloegen juist rechtse media hen om de oren met diezelfde King. Want de dominee pleitte voor geweldsloos verzet, terwijl in Ferguson werd geplunderd. ‘Wees als King,’ was de boodschap. ‘Wees nétjes boos.’
Ik vond die vergelijking eerst vergezocht: een vereenzelviging met het verleden die eerder uit nostalgie voortkwam, of uit wensdenken, dan uit concrete feiten. En de tijden zijn echt wel veranderd: tijdens de recente protesten vielen geen doden, bijvoorbeeld, anders dan in de film, anders dan in 1965.
Zijn die protesten in Ferguson het Selma van onze tijd? Misschien moeten we niet de manier van demonstreren vergelijken, maar het onrecht dat er de aanleiding toe is. En dan blijkt Selma bijzonder actueel.
Als speelfilm vond ik Selma niet briljant; er zitten bijvoorbeeld te veel verhaallijnen in. Maar het spel van Oyelowo als King vergoedt veel. En ook die bijrol van Oprah trof me, maar dan vooral omdat dit talkshowgezicht me uit de film naar het heden trok.
Een heden waar mensen niet meer gelyncht worden als ze willen stemmen. Maar waar zwarten in sommige wijken wel zeventien jaar eerder doodgaan. Bij honderdduizenden in de gevangenissen terechtkomen. Naar de allerbelabberdste scholen moeten. Significant sneller worden doodgeschoten. En gemiddeld tien keer minder bezitten.
Martin Luther King vocht ooit voor het simpele recht dat zwarten net als blanken voorin de bus mochten zitten. Als ik nu in St. Louis de bus neem, is de overgrote meerderheid zwart. Voorin, achterin. Geen teken van vooruitgang: de bus is voor wie zich geen auto kan veroorloven. Dat maakt Kings erfenis actueel. Daarom gaat deze film niet over vroeger, maar over nu.