De doorsnee Deen was hij niet, mijn gastheer tijdens de klimaattop in Kopenhagen in december 2009. Ik was bij hem beland via een voor de conferentie opgezet couchsurfing-initiatief. Toen ik hem ’s avonds vroeg waar ik mij te rusten kon leggen, bleek hij de met bierflesjes bezaaide bank van 1.40 meter breed in gedachten te hebben.

Interessante ideeën over zijn land had hij gelukkig wél in de aanbieding.

Ik was naar Denemarken vertrokken in de verwachting een betere versie van Nederland aan te treffen. Een land dat al een stapje dichter bij het progressieve paradijs was waar mijn waarde collega van droomt. Een innovatieve, vrije samenleving met een sterk sociaal vangnet.

Maar de jonge Deen met weelderige baard en imposante tatoeages die me ontving, hielp me uit mijn droom: Denemarken was een intens burgerlijk land. Iedereen die van de norm afweek, had het lastig. En sinds de cartoonrellen was zijn vaderland veranderd in een politiestaat waar burgerlijke vrijheden onder het mom van terrorismebestrijding ernstig werden ingeperkt.

In de dagen daarna kreeg ik de indruk dat hij geen onzin sprak. Bij een demonstratie tijdens de top arresteerde de politie preventief bijna duizend actievoerders. Ze moesten urenlang in lange rijen in de bittere kou op het asfalt zitten. Later de gang van zaken als in strijd met artikel 3 van het

Denemarken en ook de andere Scandinavische landen zijn niet het beloofde land. Dat is precies de boodschap van in boek The Almost Nearly Perfect People (2014).

De Britse journalist is getrouwd met een Deense en woont in Kopenhagen. Even dacht hij dat het 1 april was, toen hij enkele jaren geleden las dat het ‘donkere, natte, saaie, platte, kleine land dat ik nu mijn thuis noem, met zijn handvol stoïcijnse, verstandige mensen en de hoogste belastingen ter wereld’ volgens de het gelukkigste land ter wereld was.

Uit deze verbazing is zijn boek geboren. Zijn de Denen - en in zijn algemeenheid -werkelijk ‘de meest tolerante, egalitaire, progressieve, welvarende, liberale, bevrijde, best opgeleide, technologisch meest geavanceerde volkeren op aarde, die ook nog eens de beste popmuziek, coolste detectives en (sinds enige jaren) beste restaurants hebben?’

Om die vraag te beantwoorden reist de Brit de vijf noordelijkste landen van Europa rond, spreekt er met talloze antropologen en sociologen en pluist hij vele statistieken uit. Het levert een even vermakelijk als leerzaam boek op, waarin Booth nogal wat zekerheden aan het wankelen brengt.

Hoge belastingen, maar slecht besteed

De Scandinavische landen - vooral Zweden - hebben een lage inkomensongelijkheid. Door het befaamde boek van Kate Pickett en Richard Wilkinson hebben we geleerd dat gelijkheid beter is voor iedereen. Want in een gelijke samenleving vertrouwen de mensen elkaar meer en zijn ze gelukkiger en gezonder.

En inderdaad: het vertrouwen dat de noordelingen, vooral de Denen, in elkaar hebben is uitzonderlijk hoog. Volgens een peiling van de OECD uit 2011, heeft bijna 90 procent van de Denen veel vertrouwen in elkaar, het hoogste percentage van de wereld.

Toch waagt Booth het in twijfel te trekken of het toenemen van gelijkheid in een samenleving wel zo netjes samenhangt met het groeien van het welzijn van haar burgers. Hij spreekt met de Deense professor ‘levenskwaliteiteconomie’ Christian Bjørnskov, die beargumenteert dat de Denen altijd al een hoog vertrouwen in elkaar hadden, al voor de opbouw van de verzorgingsstaat. Bjørnskov stelt dat Pickett en Wilkinson bij het aantonen van een directe samenhang tussen ongelijkheid en sociale kwaden landen hebben weggelaten die niet in het plaatje passen.

Uit zijn blijkt een omgekeerde causaliteit: veel vertrouwen helpt bij het scheppen van een verzorgingsstaat, en dat leidt weer tot het dalen van de ongelijkheid. Het beeld dat Scandinavië de hemel op aarde is omdat ze er de ongelijkheid zo sterk hebben weten terug te dringen, klopt volgens deze professor dus niet.

Het wetenschappelijke debat over de relatie tussen gelijkheid en maatschappelijk welvaren zal nog wel even voortwoeden. Waar het de Britse schrijver vooral om te doen is, is de andere kant van het bekende plaatje.

Die keerzijde is ook dat Denemarken samen met Zweden van Europa heeft. Nu zijn er om je daar juist gelukkig mee te prijzen. Als de overheid dat geld verstandig besteedt tenminste.

Booth presenteert feitjes die daar twijfel over zaaien. Zo is het Deense onderwijs bepaald niet top. Bij het naar de kennis van vijftienjarigen presteert Denemarken nogal matig. Ook andere publieke diensten zoals de spoorwegen en ziekenhuizen verkeren volgens Booth in een armzalige toestand.

Het moet gezellig zijn

Nog fundamenteler is de kritiek van de Brit op de Deense mentaliteit. Filosoferen over de volksaard: het is een riskant gezelschapsspel dat al snel leidt tot van generalisaties en zelfs racisme. Maar Booth doet het met zoveel humor en zelfspot dat hij ermee wegkomt. Hij zet zichzelf neer als een hateful snob, bij wie de diepste antropologische inzichten zich opdringen rond de derde gin-tonic.

De Brit wil best het informele, egalitaire karakter van de Deense samenleving prijzen. Op feestjes kom je er mensen van alle leeftijden en sociale klassen tegen. Maar hij krijgt de kriebels van de ‘tirannieke druk tot conformisme’ die ook mijn gastheer hekelde.

‘Je zal niet denken dat je iemand bent’

Denemarken - en Scandinavië in zijn geheel - is naar zijn overtuiging nog immer onderworpen aan de Dat waren de sociale normen waaraan de bewoners van het fictieve stadje Jante volgens de schrijver Aksel Sandemose in zijn roman Een vluchteling kruist zijn spoor (1933) moest voldoen. De eerste van de tien geboden: ‘Je zal niet denken dat je iemand bent.’

De moderne gedaante daarvan is de Deense hang naar hyggelig-heid - gezelligheid. Van op het scherpst van de snede discussiëren houden de Denen bepaald niet, weet Booth uit ervaring. Liever babbelen ze gezellig over de kwaliteit van de wijn en het weer.

Een wonder van discipline?

Nee, Denemarken is echt niet het paradijs op aarde. Noorwegen dan? De natuur is er in ieder geval overweldigend. Het is, schrijft Booth, ‘misschien wel het mooiste land dat ik ooit heb gezien.’ Ook staat het op 1 in de van de Verenigde Naties.

Dat heeft Noorwegen natuurlijk voor een belangrijk deel te danken aan de olievoorraden die in 1969 in de Noorse Noordzee ontdekt werden. Waar ze ook nog eens verstandig mee omgaan. Noorwegen richtte een op, in de ogen van Booth ‘het ultieme toonbeeld van de Noordse zelfdiscipline.’ De olieopbrengsten investeert Noorwegen in 82 landen. Maximaal vier procent van de waarde van het fonds mag het in eigen land uitgeven. De rest van het almaar groeiende totaalbedrag is bedoeld voor toekomstige generaties, voor als de olie op is.

Wat kunnen de daden van een geesteszieke man ons zeggen over het land dat hem schiep?

Toch zijn er allerlei signalen dat het land dankzij zijn rijkdom achterover leunt. Tekenend is dat Noorwegen weinig investeert in onderwijs en ontwikkeling en dat kinderen er dan het gemiddelde van de OECD-landen.

Noorwegen is ook het land van Anders Breivik. ‘Wat kunnen de daden van een geesteszieke man ons zeggen over het land dat hem schiep? Waarschijnlijk niets,’ schrijft Booth. Toch wil hij erop wijzen dat de Vooruitgangspartij – waar Breivik jarenlang een actief lid van was en waarvan een vorige leider zei dat alle moslims terroristen zijn – bij de laatste verkiezingen 16,3 procent van de stemmen haalde en in de huidige regering zit.

In het in zichzelf gekeerde Noorwegen ontwaart de Brit een alledaags racisme. ‘Het Noorse racisme is van het type dat niet erkent dat het in die categorie hoort,’ becommentarieert een antropoloog, ‘omdat wij de good guys zijn en racisme is wat de bad guys doen.’

Dood door Apple

Finland dan, dat het beste onderwijssysteem van de wereld zou hebben en dat hoog op de staat en waar de bijna het grootst ter wereld is?

Zeker, dat onderwijs is prachtig, erkent Booth. Een van de sleutels tot het succes: de vereiste een universitaire graad te hebben om voor de klas de staan. Maar hij snapt niet helemaal hoe het Wereldkampioenschap Vrouwdragen, dat hij in het Finse dorp Sonkajärvi aantrof, in het plaatje van de matriarchale maatschappij past. Bij die wedstrijd moet de man zijn vrouwelijke vracht zo snel mogelijk over een parcours van hordes en waterbarrières zien te voeren.

Ook zijn de Finnen volgens de Brit aan de stille, depressieve en gewelddadige kant. En dat staaft hij met heel wat pijnlijke feiten. Zo zijn antipsychotica er de meest voorgeschreven medicijnen en heeft Finland het hoogste moordpercentage van West-Europa.

Bovendien lijken de hoogtijdagen van Finland voorbij te zijn, nu het nationale symbool van innovatiekracht Nokia in handen van Microsoft is gevallen, de papierindustrie kwakkelt en Standard&Poors het land de AAA-status ontnam. ‘De iPhone heeft Nokia vermoord en de iPad de papierindustrie,’ onlangs. ‘Maar we zullen terugkomen.’

Liever geen andersdenkenden

Goed, dan moet het Zweden zijn, dat in 2005 door The Guardian als ‘de succesvolste samenleving die de wereld ooit heeft gekend.’ Het heeft een sterke verzorgingstaat en tegelijkertijd een flexibele, innovatieve economie.

Maar ook de Zweden kastijdt Booth. De Wet van Jante geldt volgens hem nergens zo sterk als in het land van IKEA. ‘De Zweden zijn nog banger hun hoofd boven het maaiveld te steken, de kans dat ze opscheppen over hun prestaties is nog kleiner, en ze zijn nog meer geneigd tot bescheidenheid.’

Het is te hopen dat de aanslagen niet alleen zullen leiden tot wijzen naar de vijand van buiten en een nog verdere groei van de populariteit van de Deense Volkspartij

Het grote conformisme vertaalt zich ook in een nogal moeizame verhouding tot anderdenkenden, zoals immigranten uit andere culturen. Een onderzoeker vertelt Booth dat in Zweden het percentage mensen dat zegt niet graag samen te leven met mensen die er andere waarden op na houden, veel hoger ligt dan elders in Europa. Niet voor niets is Zweden recentelijk door de Verenigde Naties voor discriminatie en racisme. Ook zit de anti-immigratie partij Zweedse Democraten

Maar nog veel groter is de Deense Volkspartij. Bij werd de partij, waarvan prominente leden de islam niet als een religie maar een ‘terroristische organisatie’ betitelden, veruit de grootste. Ze hebben, schrijft Booth, een grote invloed op het politieke debat, met als gevolg dat ‘zelfs centrumpartijen routinematig negatief generaliseren over immigranten en moslims.’

Booth’ vrolijk getoonzette boek verscheen kort voor de gruwelijke aanslagen in Kopenhagen. Ik denk dat wat hij schreef over Anders Breivik evengoed geldt voor Omar el-Hussein: de daad van een zegt waarschijnlijk weinig over het land waar hij werd geboren.

Toch is de woede tegen de samenleving die als hij blijkbaar ervaren misschien ook in enigerlei mate ingegeven door het gevoel te zijn (wat natuurlijk niets afdoet aan het feit dat alleen hij de verantwoordelijkheid draagt voor zijn misdaden).

Het is daarom te hopen dat de aanslagen niet alleen zullen leiden tot wijzen naar de vijand van buiten en een nog verdere groei van de Deense Volkspartij, maar ook tot introspectie van de Denen. Michael Booth biedt zich daarbij alvast aan als een leerzame en onderhoudende gids.


Eerder schreef ik dat het boek net is uitgekomen. Dat is niet juist. De Amerikaanse editie verscheen 27 januari 2015, de Britse is al een jaar uit. In de VS wordt ‘The Almost Nearly Perfect People’ nu uitgebreid besproken. Ik denk dat het niet dwaas is dat ook op deze plaats te doen, gezien de alleen maar gegroeide actualiteit van het boek en de prikkelende denkstof die het biedt.

Finland is niet het beste jongetje van de klas Nu het grote internationale PISA-onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs weer is gepubliceerd, zal de traditionele lofzang op het Finse onderwijsmodel weer klinken. Maar dat is niet helemaal terecht. Als je tenminste vindt dat leerlingen het ook leuk mogen hebben op school. Lees het verhaal hier terug In Denemarken wonen gedetineerden samen met studenten (en het werkt!) Antropoloog Nienke de Haan woonde drie maanden in Pension Skejby in de Deense stad Aarhus. Daar brengt een aantal gedetineerden het laatste deel van hun straf door met studenten. Een uniek concept in de wereld. En de resultaten zijn opmerkelijk: gedetineerden recidiveren veel minder snel. Lees het stuk hier terug