Het artikel ‘Hoe de GGD wegkomt met slechte wetenschap (en de overheid dat goedpraat)’ is aanleiding geweest voor het stellen van schriftelijke Kamervragen.
Tweede Kamerlid Pieter Heerma (CDA) wil van minister Lodewijk Asscher (PvdA, Sociale Zaken) weten hoe hij aankijkt tegen de kritiek van wetenschappers op de manier waarop onderzoeksbureau Sardes - in opdracht van het ministerie - de validiteit heeft gemeten van het nieuwe GGD-meetinstrument. Het instrument dus waarmee de pedagogische kwaliteit van crèches voortaan in kaart wordt gebracht.
Hoe verhoudt deze manier van handelen zich tot het nieuwe beleid van het ministerie dat - naar eigen zeggen - ‘nadrukkelijk de kennis en expertise van verschillende wetenschappers [...] meeneemt.’ En wat is - na deze kritiek- de status van het huidige meetinstrument?
Daarnaast wil Heerma weten hoe het onderzoek van Sardes zich verhoudt tot de offerte-aanvraag van het ministerie. Kreeg Sardes de opdracht een validiteitsmeting te doen of was het doel van het onderzoek toch ‘het herijken van het observatie-instrument aan de hand van de laatste wetenschappelijke inzichten en aan de hand van vergelijkbare observatie instrumententen,’ zoals de woordvoerder van het ministerie mij liet weten?
Tot slot wil Heerma opheldering over de uitgelekte e-mailwisseling van de beleidsambtenaren. Wordt die e-mailwisseling door de minister bevestigd? En wat is volgens hem de taak van beleidsambtenaren, als er duidelijke vragen worden gesteld door journalisten, burgers of Kamerleden?
Asschers antwoorden volgen binnen drie weken. Daar houden wij jullie natuurlijk van op de hoogte.