Waarom Russische burgers vrijwillig meevechten in Oost-Oekraïne
Tot grote frustratie van Oekraïne vechten Russische burgers in het oosten vrijwillig mee aan de kant van de pro-Russische separatisten. Wat zijn hun drijfveren? ‘Ik kan niet rustig toekijken hoe vreedzame mensen worden vermoord.’
Het klinkt kinderlijk eenvoudig, zoals de 27-jarige Rus Ivan Ilkov het vertelt. Met zijn auto reed hij vanuit Saratov naar de Russische-Oekraïense grens. Zonder problemen liet de Russische douane hem door en kwam hij in het gebied dat in handen is van pro-Russische separatisten. Geen Oekraïner te zien.
Vervolgens ontmoette hij de pro-Russische rebellen. ‘Ik vroeg naar de groep van Batman (een pro-Russische bataljonscommandant, FA). Zij stuurden me door naar Loehansk, waar ik me aansloot bij Batman om tegen het Oekraïense leger te vechten.’
In een honk van de nationaal-bolsjewieken in Moskou laat Ilkov, bouwvakker van beroep, op zijn telefoon foto’s zien van zijn tijd in Oost-Oekraïne. Bandana om zijn hoofd, groene camouflagekleding, machinegeweer in de handen. Het wapen kreeg hij in Oost-Oekraïne. De kleding kocht hij in Rusland. ‘Hier heb je veel legerwinkels.’
Van juni tot november vorig jaar opereerde Ilkov in een groep van dertig lokale rebellen en Russische burgervrijwilligers. Hun taak was het verdedigen van een controlepost. Geld kreeg hij niet. De Rus was immers een vrijwilliger.
Hoe Rusland Oekraïne binnenkomt
De poreuze grens vormt een nachtmerrie voor de Oekraïense regering. Omdat Oekraïne de macht in het oosten van het land heeft verloren aan de separatisten, kunnen dobrovoltsi, Russische vrijwilligers als Ilkov, zonder problemen de grens passeren. Constant blijft Kiev er bij Moskou op hameren dat ze de grens moet sluiten. Dat gebeurt niet.
Het deze maand door de leiders van Frankrijk, Duitsland, Oekraïne en Rusland ondertekende Minsk-akkoord, moet ervoor zorgen dat Kiev de grenscontrole eind dit jaar terugkrijgt. Maar dan moeten er eerst wel lokale verkiezingen plaatsvinden en een politieke regeling zijn getroffen tussen Kiev en de opstandige Oost-Oekraïense gebieden Donetsk en Loehansk.
De Oekraïense regering maakt zich niet alleen zorgen om Russische burgers die naar Oekraïne afreizen om te vechten. Ook het Russische leger zou via de lekke grens Oekraïne binnendringen. Evenals militaire voertuigen. Volgens Oekraïne en het Westen althans. Ze zagen hun gelijk bevestigd toen Oekraïne vorig jaar Russische militairen oppakte die volgens het Kremlin ‘per ongeluk’ op Oekraïens grondgebied terecht waren gekomen. Bij de strijd deze maand om de stad Debaltseve, die Oekraïne verloor, zou een Russische luitenant-generaal betrokken zijn.
Schattingen van de hoeveelheid Russische burgers die vrijwillig meevechten in Oekraïne lopen op tot dertigduizend
Een pro-Russische rebellenleider vertelde eind vorig jaar een ander verhaal. Hij sprak over zo’n drie- tot vierduizend Russische soldaten die ervoor hadden gekozen tijdens hun vakantie vrijwillig mee te vechten met hun broeders in Oost-Oekraïne.
Voor de Oekraïense regering kwam er vorige maand vanuit het eigen kamp onwelvallig nieuws over meevechtende Russische militairen. De chef van de generale staf van de Oekraïense strijdkrachten, kolonel-generaal Viktor Moezjenko, zei informatie te hebben dat Russische militairen als individuen met de rebellen vechten, net als Russische burgers. Reguliere Russische legereenheden zijn echter niet bij de strijd betrokken. Schattingen van de hoeveelheid Russische burgers die vrijwillig meevechten in Oekraïne lopen op tot dertigduizend.
De mogelijke aanwezigheid van het Russische leger vormt een heet discussiepunt tussen Kiev, het Westen en Rusland. De Russische president Vladimir Poetin houdt vol dat er geen Russische militairen aan het Oekraïense front verblijven. Daarom is hij van mening dat zijn land niets met het conflict heeft te maken.
Als tegenmaatregel is Kiev al langer van plan om een muur langs de grens met Rusland te bouwen die moet voorkomen dat ‘terroristen, huurlingen, bandieten en andere sponsors van het Russische terrorisme wapens sturen en zelf de grens oversteken,’ zei premier Arseni Jatsenjoek vorige week.
‘Ik heb de goede kant gekozen’
Op het Oekraïense slagveld zegt Ilkov, zelf oud-militair, geen Russische soldaat te hebben gezien. Nuchter praat hij over hoe zijn team van rebellen en Russische vrijwilligers wapens veroverde op de Oekraïners. Hij vertelt over de keer dat ze een militair voertuig achtervolgden, de chauffeur doodden en het voertuig in beslag namen. Bij een andere gelegenheid kregen ze raketten in handen na het veroveren van een Oekraïense controlepost.
‘Ik vertrok naar Oekraïne, omdat ik op de televisie zag wat het Oekraïense leger deed,’ legt Ilkov uit. ‘Beelden van dode vrouwen en kinderen. Later heb ik dat in het echt gezien. Het is genocide en fascisme. Ik kan niet rustig toekijken hoe vreedzame mensen worden vermoord. Mijn eigen Russische volk.’
Het officiële dodental van de oorlog bedraagt 5.500 mensen, maar waarschijnlijk ligt dit hoger. Ilkov laat een filmpje zien dat zou zijn opgenomen in Loehansk. Hij zit bovenop een tank, die zich in een colonne klaarmaakt om door de stad te rijden. Eenmaal rijdend passeert de stoet juichende burgers die langs de weg staan. ‘Kijk hoe dankbaar en blij ze zijn.’
Ilkov, herstellende van een oorlogswond, toont nog een foto van zichzelf in oorlogstenue en glundert. ‘Natuurlijk ben ik trots. Ik heb het juiste gedaan. Ik heb de goede kant gekozen. Ik ben tegen oorlog, maar het Oekraïense leger is begonnen met vechten. Wat wij doen is het verdedigen van onze mensen. We vechten door totdat zij veilig zijn. Dan keren we terug naar Rusland.’
De strijders van Limonov
Een uur eerder heeft Sergej Bekker (27) me opgepikt op het Moskouse metrostation Vojkovskaja om me naar het honk, de verblijfplaats, van de nationaal-bolsjewieken te brengen, waar Ilkov zijn verhaal doet. ‘Kom vanavond langs,’ sprak Bekker eerder aan de telefoon. ‘Dan hebben we een vergadering.’
In zijn groene legerjas en zwarte legerkisten loopt hij licht voorovergebogen voor me uit. Eenmaal het metrostation uit, slaat hij na nog geen minuut lopen naar rechts, gaat onder een poort door van een flatgebouw aan de Leningradski Prospekt, dan naar links en voor een dichte deur drukt hij op een bel, waarna de deur wordt opengedaan en Bekker de trap afdaalt de kelder in.
Het is een volledig van de buitenwereld afgesloten ruimte. Ramen ontbreken. De ruimte beslaat enkele vertrekken, waaronder een slaapplaats met slaapmatjes, een keuken, een douche, een wc, een kamer waar zakken met pasta en aardappelmeel op elkaar staan gestapeld, bestemming Oost-Oekraïne, en een kamer met computers en boeken.
Aan een muur hangt een foto van de nationaal-bolsjewistische leider Eduard Limonov uit 1994, drie jaar na de onafhankelijkheid van Oekraïne, waartoe het schiereiland de Krim behoorde dat Rusland vorig jaar annexeerde. Naast Limonov vallen op de foto twee spandoeken te zien met de teksten: ‘De Krim is Russisch’ en ‘De Krim, bezet grondgebied van Rusland.’
De nationaal-bolsjewieken richten zich op eerherstel
Wat Limonov betreft moet er gevochten worden in Oekraïne. Hij weet zich trouw gevolgd door zijn aanhangers. De nationaal-bolsjewieken richten zich op eerherstel, op vereniging van het Russische volk. Want honderdvijftig miljoen Russen werden na de val van de Sovjet-Unie in 1991 van elkaar gescheiden. Ze werden opeens niet meer wakker in het Sovjetrijk, maar bijvoorbeeld in Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland.
Dat frustreert niet alleen de nationaal-bolsjewieken, maar miljoenen Russen. ‘We moeten hen herenigen,’ meent de 31-jarige ‘beroepsrevolutionair’ Viktor. ‘Welk volk zou zo’n splitsing accepteren?’ Hij draait het om: ‘Kiev, daar zitten juist de separatisten.’
Vrijwilligers uit het hele land
Voor deze strijd hebben de nationaal-bolsjewieken in november 2013 een eigen groepering opgericht, Interbrigadi. Via deze beweging kunnen burgers zich aanmelden om te vechten in Oost-Oekraïne aan de zijde van de rebellen. Tweeduizend vrijwilligers hebben op deze manier de weg naar het strijdtoneel gevonden. Schrijvers, studenten, chauffeurs, muzikanten, links, rechts en voor- en tegenstanders van Poetin.
Ze komen uit alle windstreken: Moskou, Saratov, de Oeral of het Russische Verre Oosten, zoals de 39-jarige Konstantin Oesov zittend achter een computer. Hij zegde zijn baan als treinmachinist op, liet zijn dochter van zeven maanden achter, vertrok zonder een cent op zak vanuit het dorp Vanino in de regio Chabarovsk, passeerde zonder problemen de grens met Oekraïne en sloot zich aan bij Batman.
‘Weer vijf nieuwe leden vanavond’
In de kelder staan geldbussen en affiches, waarmee de nationaal-bolsjewieken op straat geld inzamelen voor de strijd in Oost-Oekraïne. Per dag slepen ze in Moskou 20.000 roebel (283 euro) binnen. Bekker vertelt over een Facebookactie van een Russische schrijver die daarmee drie miljoen roebel ophaalde. Wapens hebben ze niet. Dat verbiedt de wet, zegt Bekker.
Van de regering ontvangen ze niets, benadrukt iedereen in de kelder. Ze beweren dat de Russische overheid alleen zorgt voor humanitaire hulp aan de lokale bevolking, zoals voedsel en medicijnen. De website e1.ru uit Jekaterinenburg in de Oeral sprak met Vladimir Jefimov die als hoofd van een lokale organisatie van oorlogsveteranen vrijwilligers naar Oost-Oekraïne helpt.
Kijk,’ hij wijst op een papiertje, ‘Weer vijf nieuwe leden vanavond. En twee van ons zijn er vertrokken naar Oost-Oekraïne
Hij had voor zijn werk steun gevraagd aan een regionale vertegenwoordiger van het Kremlin en kreeg als antwoord: ‘We respecteren uw actieve burgerpositie. De oplossing van uw problemen valt niet onder de bevoegdheid van de gevolmachtigd vertegenwoordiger.’
De nationaal-bolsjewistische voorman Joeri Staroverov (32) is tevreden met de opkomst voor de vergadering vandaag. ‘Het is goed om elkaar te zien, met elkaar te praten en te weten waar iedereen mee bezig is. ‘Kijk,’ hij wijst op een papiertje, ‘Weer vijf nieuwe leden vanavond. En vandaag zijn er twee van ons vertrokken naar Oost-Oekraïne.’
In het Minsk-akkoord heeft hij weinig vertrouwen. Ja, een wapenstilstand is goed. Zeker in plaatsen die volgens hem worden beschoten door het Oekraïense leger. Maar toegang van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa in het conflictgebied, zoals in het akkoord staat, of andere westerse waarnemers ter controle van de gemaakte afspraken biedt geen oplossing. Dat ziet de bevolking als een escalatie, waar de Verenigde Staten achter zit. Alleen de Russen kunnen vrede bieden. Die hebben het vertrouwen.
Dat de door de rebellen zelfuitgeroepen Volksrepublieken Donetsk en Loehansk deel gaan uitmaken van een Oekraïense federatie, ziet Staroverov niet zitten. Beide regio’s moeten onafhankelijk verder. Nog liever heeft Staroverov dat ze opgaan in Rusland. De ideale bescherming. En zolang, volgens hem, het Oekraïense leger doorgaat met het beschieten van dorpen en steden, zullen de separatisten en vrijwilligers blijven vechten.
Na de vergadering kijkt Oesov naar videobeelden in Oost-Oekraïne met zichzelf in de hoofdrol. Hij schiet zijn machinegeweer leeg. ‘We komen elkaar vast nog weleens tegen,’ zegt hij lachend bij het afscheid.
Eind februari blijken Oesov en Ilkov weer te vechten in Oost-Oekraïne.
‘Oekraïne geeft niets om Sovjetmensen’
De 26-jarige Oleg Melnikov, die van mei tot en met december als vrijwilliger in Oost-Oekraïne vocht, ontmoet ik niet ergens onder de grond, maar gewoon in een Oekraïens café in Moskou. Net als hij na tien minuten verder wil gaan met zijn verhaal, gaat de muziek er knetterhard aan. Oekraïense volksmuziek. Elkaar goed verstaan is haast onmogelijk. ‘Dit doen ze expres,’ lacht zijn vrouw Olga (30).
Melnikov heeft bewust voor dit restaurant gekozen. Op de menukaart staan onder meer salo (Oekraïens varkensvet), borsjtsj (bietensoep) en haring. De bediening loopt rond in traditionele Oekraïense klederdracht. Op tafels en aan de muren hangen Oekraïense kleedjes. ‘Het gaat mij erom dat ik niets tegen Oekraïne heb,’ zegt hij.
Hoewel Kiev en het Westen anders beweren, bevestigt ook Melnikov dat er in Oekraïne in dienstverband geen Russische soldaten rondlopen
Wat hem woedend maakte en deed besluiten naar Oost-Oekraïne af te reizen, waren de gebeurtenissen vorig jaar 2 mei in de Oekraïense havenstad Odessa. Toen stond tijdens onlusten tussen pro-Russen en pro-Oekraïners het vakbondsgebouw in brand, waarbij 42 pro-Russen omkwamen. ‘Op dat moment drong het tot mij door dat de Oekraïense regering niets geeft om de Sovjetmensen. Zij kunnen zich niet beschermen.’
Melnikov, oud-soldaat en nu consultant, passeerde de grens zonder problemen. Hij kwam aan in Loehansk en kreeg daar te horen dat hij nodig was in Slovjansk. Eerst zorgde hij voor gewonden bij een ziekenhuis en hielp mee met de evacuatie ervan. Later kreeg hij het commando over tweehonderd man bij een dorp bij Slovjansk. Deze stad moesten de rebellen van de zomer opgeven, waarna Melnikov in Loehansk verder streed.
Hoewel Kiev en het Westen anders beweren, bevestigt ook Melnikov dat er in Oekraïne in dienstverband geen Russische soldaten rondlopen. ‘Ik heb hen niet gezien. Anders had Poetin binnen twee dagen Kiev veroverd. Plaatselijke bewoners zijn zelfs boos op de Russische president, omdat hij de burgers die zijn overleden te weinig heeft beschermd.’
Hoe komen ze dan aan wapens en tanks? Van de Russen? Nee, die worden veroverd op de Oekraïners, luidt Melnikovs lezing. Dat beweren ook de pro-Russische rebellen die in staat blijken om met deze buit het Oekraïense leger te verslaan. In lijn met wat de separatisten als verklaring geven over hoe ze aan hun wapens komen, vertelt Melnikov dat ze machinegeweren vonden in een gebouw dat door de Oekraïense veiligheidsdienst was verlaten. Nadat het Oekraïense leger de slag bij Ilovajsk afgelopen zomer had verloren, waren de rebellen meteen ook tanks en andere wapens rijker.
‘Wij zijn moreel sterker’
Sinds december is Melnikov weer in Moskou. Voorlopig blijft hij daar. Hij raakte gewond en wil zijn dochter zien opgroeien. Daarnaast zijn er volgens hem nu genoeg Russische vrijwilligers aan het vechten en is het aan de lokale bevolking om te bepalen welke toekomst ze voor ogen heeft.
Het Minsk-akkoord zal daar niet aan bijdragen, verwacht Melnikov. Hij heeft er weinig vertrouwen in dat Oekraïne zich aan de wapenstilstand houdt.
Hij verschilt van mening met de nationaal-bolsjewiek Staroverov over de toekomst van de Volksrepublieken Donetsk en Loehansk. Aansluiting bij Rusland ziet hij niet gebeuren. In tegenstelling tot het geannexeerde De Krim heeft Moskou geen plannen liggen voor Oost-Oekraïne, beweert Melnikov. Onafhankelijkheid is ook geen optie. De wereld zal het gebied niet erkennen, waardoor de toegang tot andere markten moeilijk wordt. Voor nu is het beter om deel uit te maken van Oekraïne. Autonoom met een eigen regering. Om vervolgens in een referendum de keus aan de bevolking te laten.
Vooralsnog is Melnikov met zijn beweging bezig achter de schermen. Zijn mensen zitten in Oost-Oekraïne en werken aan de uitruil van krijgsgevangenen.
Hij voorspelt dat Oekraïne de strijd gaat verliezen. ‘Het leger vecht op bevel, tegen zijn wil. Wij vechten met ons hart. Wij zijn moreel sterker. Als ik mijn mensen moet beschermen, ga ik terug.’