Virtual Reality is geen film of game, maar een compleet nieuw medium

Nina Polak
Correspondent Modern Leven
Beeld: Wyne Veen (in opdracht van De Correspondent).

Het ligt voor de hand om Virtual Reality met gamen te associëren. Maar een paar jonge Nederlandse VR-start-ups houden zich liever met filmen bezig. En uiteindelijk zal VR het onderscheid tussen film, game en theater doen vervagen. Een portret van drie start-ups die de toekomst willen vormgeven.

‘Stel, je staat in New York op Times Square naar een bigband te kijken. Plotseling word je opgeschrikt door piepende banden en een knal, je kijkt achter je en ziet een taxichauffeur een fietskoerier uitschelden die op zijn motorkap geklapt is.’

‘Wat gebeurde daar? Je spoelt terug. Dit keer kijk je de andere kant op. In een restaurant zie je ineens een ruziënd stel; de vrouw verlaat boos de zaak en loopt de straat op om een taxi aan te houden, waardoor een fietskoerier moet uitwijken en geschept wordt. Wat er tussen dat stelletje is voorgevallen, weet je niet. Nog een keer kijken. Dan pas valt op dat iemand je fotografeert vanuit een nabijgelegen gebouw...’

Avinash Changa, oprichter van de Virtual Reality-start-up – gevestigd in een garage in Amsterdam – legt me aan de hand van dit scenario uit wat de wonderlijke mogelijkheden van Virtual Reality zijn voor het beleven van film. Zijn leeftijd valt moeilijk te schatten; hij heeft fonkelende bruine ogen en maakt wilde handgebaren.

‘Filmmakers zullen een nieuwe taal moeten ontwikkelen,’ zegt Changa, ‘Het kiezen van één frame is er niet meer bij, het publiek bepaalt waar het kijkt [VR-film is immers overal om je heen]. Je moet als regisseur anders gaan nadenken over hoe je een verhaal vertelt, hoe je de aandacht stuurt – met geluid, bijvoorbeeld, of visuele aanwijzingen.’

De New York-scène die hij me voorlegt kan in theorie tegelijkertijd actiefilm, en spionagethriller zijn. ‘Het is maar net waar je besluit te kijken.’

Pionieren met film

Chang en zijn collega’s bij We Make VR behoren tot de Nederlandse pioniers die zich hebben laten verleiden door het fascinerende potentieel (want dat is het voorlopig nog vooral) van Sinds het door Facebook gekochte bedrijf Oculus met de Rift een heropleving van het medium in gang zette, wordt in kelders, garages en op zolderkamers gefantaseerd en gewerkt aan virtuele ervaringen die de beloftes van de nieuwe VR-brillen moeten waarmaken.

Het ligt voor de hand om VR te associëren met games, want zo is het ooit Maar de drie Amsterdamse start-ups die ik sprak voor dit stuk houden zich vooral bezig met het maken van wat ze ‘cinematische VR’ noemen. Voornamelijk video dus, en niet 3D-animatie en -games.

Festivals en objectievere journalistiek

In de kelder van een oude diamantslijperij in de Amsterdamse wijk de Pijp zit het videoproductiebedrijf Bij ongezond weinig daglicht (de enige kamerplant in het vertrek gaat het waarschijnlijk niet redden) werken partners Yori van Gerven en Justin Karten ongeveer tachtig uur per week aan het ontwikkelen van hun nieuwe expertise: 360° video (die zich goed leent om afgespeeld te worden met VR-brillen).

Het is mijn eerste keer. Ik krijg een op mijn hoofd – ‘dan weet je waarover we lullen’ –, mijn hand wordt als die van een kippige bejaarde naar een toetsenbord op de zijkant van het apparaat geleid. Daarmee kan ik scrollen. Ik selecteer een bestand en bevind me plotseling in een kampeertent.

‘Kijk maar om je heen,’ wordt me toegeroepen vanuit de verdwenen werkelijkheid. En inderdaad, daar is de bovenkant van de tent, de zon en het gras onder de rits en hé, daar staat iemand! De tent maakt plaats voor een festivaterrein: een feestende menigte, een podium, een dj. Een beetje alsof ik er ben.

En inderdaad, daar is de bovenkant van de tent, de zon en het gras onder de rits en hé, daar staat iemand!

Een beetje, want de resolutie van het beeld is nog laag, de camera hangt soms op vreemde plekken en het geluid is nog niet overal om me heen. Maar mijn reactie is zoals Van Gerven en Karten hem graag zien: verwonderd.

De promotievideo is in opdracht van het betreffende festival opgenomen door Scopic, met hun online bestelde surroundcamera. Die hebben ze – met tamelijk spectaculaire resultaten – ook geïnstalleerd op de hoofden van BMX’ers en van paragliders. Hun aankomende film Wings moet het brildragende publiek het idee geven dat het vliegt.

Naast vrij werk, commerciële opdrachten en wetenschappelijke klussen (waarover binnenkort meer) willen Van Gerven en Karten ook experimenteren met journalistiek. Ze hebben contact met een ervaren oorlogscorrespondent en houden er wilde ideeën op na over hoe VR documentaires zou kunnen verrijken. Surroundvideo is objectiever, denken ze, omdat er van framing minder sprake kan zijn. Ook hier zal de kijker weer bepalen waar hij kijkt.

Om Bernini’s beelden heen

Scopic schiet voorlopig nog niet in 3D. Hun films zijn 360 graden, maar niet Daar is weer een voor nodig. Changa’s We Make VR werkt met zo’n camera – ze hebben er onder meer een mee opgenomen – en ook het nog nieuwere bedrijfje Purple Pill VR heeft een 360° camera die tegelijk in 3D opneemt.

Oprichters Nick Kraakman en Thierry Pul ontvangen me aan huis. (slim, naar de blauwe én de rode pil uit heeft nog even geen kantoor. Er loopt een kwispelende hond rond, er staat een 3D-printer op de salontafel en de helft van de woonkamer wordt ingenomen door dozen vol snoeren, kastjes en zakjes.

Hun camera printen ze thuis, vertellen ze me. Onderdeeltje voor onderdeeltje. Ze werken nu nog met een houten prototype. Ook de software moet door henzelf geprogrammeerd worden.

Inzoomen wordt moeilijker, omdat je in VR vaak misselijk wordt van bewegingen die je niet zelf maakt. En waar verberg je je crew, als je de hele omgeving opneemt?

Het idee om met VR aan de slag te gaan ontstond toen Pul, een bouwkundestudent die in zijn vrije tijd veel fotografeerde, in Italië de beelden van Hij was overweldigd. Iedereen zou dit een keer in zijn leven moeten kunnen zien, vond hij. Oculus, op dat moment net gepresenteerd, zou dat wel eens mogelijk kunnen maken, dacht Pul.

‘Wat we missen in de bestaande content,’ zegt Kraakman ‘is diepgang. Niemand weet nog goed hoe je een verhaal vertelt. Alles moet anders. Acteren, bijvoorbeeld, zou bij VR mogelijk meer naar de camera gericht moeten zijn [anders sta je tegen iemands rug aan te kijken, NP]. Iets voor film vanzelfsprekends als inzoomen wordt moeilijker, omdat je in VR vaak misselijk wordt van bewegingen die je niet zelf maakt. En waar verberg je bijvoorbeeld je crew, als je de hele omgeving opneemt?’

Al dit soort grenzen wil Purple Pill verkennen. Kraakman: ‘We zijn aan het uitvogelen hoe we het maximale uit dit medium kunnen halen.’ Voor hun nog op te nemen demo werken ze samen met theater-, filmmakers en lichtontwerpers – mensen die ruimtelijk kunnen denken. ‘Belichting moet bijvoorbeeld van boven komen, net als in het theater, anders zie je het,’ vermoedt Pul.

Naar de toekomst kijken

Ze zijn niet de enigen die proberen dit soort problemen op te lossen. In Palo Alto (Califonië, VS) zit de grote broer van deze Amsterdamse start-ups. Het bedrijf van de Nederlandse Arthur van Hoff, specialiseert zich ook in cinematische VR en werkt – met een paar miljoen meer in het budget en iets minder ver van Hollywood – aan geavanceerde cameratechnieken.

Op het filmfestival was dit jaar al een groot aanbod aan VR-films. Een aantal topanimators, van onder meer Pixar, zegde hun baan op om Oculus’ eigen te vormen. Jaunt zal dit jaar vijf VR-animatiefilms uitbrengen. Ook blockbusterregisseurs als Peter Jackson (Lord of the Rings)willen in de nabije toekomst werken met VR. Al die laatste nog niet zeker te weten of de grootste potentie nu ligt op zijn eigen gebied, namelijk dat van film, of meer op dat van games.

VR kan het onderscheid tussen film, game en theater doen vervagen

Volgens de mensen die ik sprak is het interessante van VR juist dat het dat onderscheid tussen film, game en theater kan doen vervagen. Al deze makers zijn er uiteindelijk op uit om interactieve ervaringen te maken. Purple Pill VR ziet bijvoorbeeld een wandeling door een toeristenvrij Rijksmuseum voor zich, waar de conservator je uitleg geeft over – noem eens iets – de Nachtwacht. En welja, misschien kun je er dan ook wel even instappen om je tussen die oude schutters te begeven.

‘VR gaat ontploffen dit jaar,’ zeggen Pul en Kraakman. Of dat hype is of niet, moet nog blijken. Voorlopig kunnen ze me aan hun eettafel alleen nog in low-res op de middenstip van de Amsterdam Arena laten staan (waar de directeur me iets vertelt over de grasmat en af en toe even in de naad van het beeld verdwijnt) en door de ruimte schieten langs een ietwat korrelige Jupiter en Mars.

Maar nu al moeten ze me op de rug tikken om me terug te halen. Ik wil er niet uit.