Het dilemma van de gruwelijke foto met het dubbele slachtoffer

Sterre Sprengers
Front-end developer
Illustratie: Job Bant (voor De Correspondent)

In mijn serie over gruwelijke beelden, heb ik geschreven over het belang van de maker, de editor, het publiek en het historische besef. Maar hoe zit dat eigenlijk met het onderwerp van de foto? Wat nou als een gruwelijke foto de wereld schokt én een leven verwoest?

Moeten we wél of niet naar gruwelijke beelden kijken? Is het de taak van media te informeren, hoe gruwelijk ook? Of werken ze daarmee geweldsverheerlijking, en dus nog meer gruwelijkheden, in de hand? Is een te zwakke maag een valide argument om niet naar gruwelijke foto’s te hoeven kijken, of een verwijtbaar tekort aan engagement? Het is een veel gevoerde discussie, met vaak felle argumenten en heftige emoties. Maar de belangen van media, kijker, fotograaf en onderwerp verschillen nogal, dus in mijn serie artikelen over gruwelijke beelden onderzoek ik deze belangen stuk voor stuk.

Eerder schreef ik over het boek waarin hij vurig pleit voor het wél publiceren van zijn gruwelijke foto’s. ‘Kan je niet naar mijn foto’s kijken? Nou, doe maar wat beter je best dan! Jullie onnozele eerstewereldzeurpieten! Word wakker! Dat zijn echte mensen! Als je er niet tegen kan, verdwijn van deze planeet! Je moet ernaar kijken!’ stelt hij.

In zijn boek lijkt hij te veronderstellen dat zijn gruwelijke beelden de mensen op de foto helpen. Dat als de rest van de wereld maar naar de gruwelijkheden kijkt, ze zich misschien ook betrokken - en misschien zelfs wel verantwoordelijk - voelen. Gruwelijke foto’s engageren. Ik kan er wel inkomen.

Maar klopt het wel? Heeft een geportretteerde er wel baat bij dat zijn gruwelijke situatie aan de hele wereld wordt getoond? Stel dat een foto de wereld schokt en in opstand doet komen tegen de gruwelijkheden die worden gepleegd, maar tegelijk het leven verwoest van diegene die op de foto staat. Welk belang weegt dan zwaarder?

Dit is het onderwerp van de roman

De een zijn dood, de ander zijn brood

Stel je voor. Je bent een journalistiek fotograaf en werkt in conflictgebieden. Je koestert niet de illusie dat je foto’s een oorlog kunnen voorkomen of eindigen. Je wilt verslag doen van de verschrikkelijke dingen die er in de wereld gebeuren. Hoe meer gruwelijkheden je ziet, hoe meer je begrijpt dat het onlosmakelijk met het leven is verbonden. Het monsterachtige geweld dat mensen elkaar aan kunnen doen, zit in ons allemaal verscholen.

Met gevaar voor eigen leven fotografeer je aan beide kanten van het front, want je wilt een zo objectief mogelijk beeld schetsen

Je reist naar de oorlog in Bosnië, waar de buren elkaars grootste vijand zijn geworden. Met gevaar voor eigen leven fotografeer je aan beide kanten van het front, want je wilt een zo objectief mogelijk beeld schetsen. Van mensen die vechten en vluchten. Je kiest geen partij en denkt niet in termen van goed en slecht.

Op een vroege ochtend fotografeer je Kroatische separatisten die tegen de Serviërs ten strijde trekken. Ze marcheren, het gaat heel snel. Pas later, wanneer je afdrukken van je negatieven maakt, ontdek je dat op één van de foto’s een soldaat de camera in kijkt met grote angstige ogen. Een krachtig beeld. Een foto die je kan verkopen aan veel internationale media, die de wereld schokt, een iconisch beeld van de oorlog wordt en waarmee je belangrijke fotoprijzen wint.

Het brengt je roem en rijkdom, waarvan je tot ver in je pensioen kan genieten. Je levenswerk wordt een muurschildering, waarin je alle gruwelijkheden samenbrengt die je in je leven hebt gefotografeerd. Geweld is overal, en het ziet er overal vreselijk uit. Ze noemen je de Painter of Battles.

De een zijn hel, de ander zijn dood

En dan, als je muurschildering bijna klaar is, staat er ineens een man aan de deur. Je herkent hem niet, maar hij jou wel. Hij stelt zich voor als een Kroatische boer. Het is de angstige soldaat op je veelgeprezen foto. Die jou rijk en beroemd heeft gemaakt, maar zijn leven tot een hel. Door de foto werd hij namelijk herkend als held én vijand. Toen de Serviërs hem te pakken kregen, werd hij drie jaar lang gevangen gehouden en gemarteld. Voor de oorlog trouwde hij een Servische vrouw, die met hun zoon in het Servische gedeelte van het conflict bleef wonen toen hij moest vluchten en vechten. Zij waren wel veilig. Die gedachten hield hem tot het eind van de oorlog op de been.

Tijdens zijn gevangenschap had hij al vaak aan de veroorzaker van zijn hellegang moeten denken, maar het besluit hem te vermoorden nam hij toen hij naar huis terugkeerde en daar ontdekte dat zijn vrouw was verkracht en vermoord door Servische mannen. Zijn zoon had moeten toekijken, om daarna ook een kogel door zijn hoofd te krijgen. Iedereen in het dorp had het geschreeuw en geweld van die nacht gehoord. Niemand had iets gedaan om de vrouw en zoon van een Kroatische oorlogsheld te helpen.

Je toonde niet alleen gruwelijkheden, je veroorzaakte het ook

Jouw succes veroorzaakte zijn hel. Altijd heb je geprobeerd een toeschouwer vanaf neutraal standpunt te zijn, zonder mening of inmenging. Het was jouw foto van de angstige soldaat die de wereld naar de menselijke kant van het conflict liet kijken. Altijd handelde je met een grote mate van ethisch bewustzijn. Maar toch toonde je niet alleen gruwelijkheden, je veroorzaakte het ook. Een slachtoffer maakte jij dubbel slachtoffer.

De vraag is dus wat jouw verantwoordelijkheid is. Kan je de mogelijke gevolgen van je foto voldoende inschatten op het moment dat je hem maakt? Weegt het informeren van de wereld zwaarder dan het mogelijk verwoesten van een leven? Sta je wel in je recht zulke grote beslissingen te maken over het leven van een ander, terwijl je zelf slechts een toeschouwer met retourticket bent?

Niet de esthetiek, maar de ethiek

Volgens mij moet niet de gruwelijkheid van een foto zelf de afweging zijn om hem wel of niet te maken; wel of niet te publiceren; wel of niet te bekijken. Want “gruwelijkheid” is volledig subjectief en per moment en context verschillend. Wat voor de een ondraaglijk is, bekijkt de ander zonder moeite. Een foto die op de dag van de gebeurtenis nog te verschrikkelijk is, kan maanden later worden geprezen om zijn esthetiek. Kijk maar naar de van journalistieke prijzen.

Het gaat er niet om of een gruwelijke foto het verschil kan maken, maar dat het vandaag de dag onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de gruwelijkheden zelf

Het dilemma of we wel of niet naar gruwelijke foto’s moeten kijken, gaat niet over de foto zelf, maar over de ethiek erachter. Met welke intentie maakt de fotograaf een foto van het gruwelijke onderwerp dat zich voor zijn camera afspeelt? Het kan zijn dat een foto een oorlog doet voorkomen, maar het kan net zo goed nieuwe ellende veroorzaken. Het gaat er niet om of een gruwelijke foto het verschil kan maken, maar dat die vandaag de dag onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de gruwelijkheden zelf.

Of een foto wel of niet gemaakt mag worden, is dus aan de fotograaf. En die beslissing maakt hij waarschijnlijk het best als hij zich ervan bewust is dat hij onderdeel uitmaakt van de gruwelijkheid die hij fotografeert. Want een fotograaf is zelf ook altijd onderwerp van hetgeen hij fotografeert.