Zo breng je de wereld aan het twijfelen over klimaatverandering
Meer dan de helft van de Amerikanen - de grootste CO2-uitstoters per hoofd ter wereld - gelooft inmiddels de door de fossiele industrie gefabriceerde pseudowetenschap. Hoe is dat zo gekomen? Nieuwe onthullingen in de Britse krant The Guardian laten zien hoe de ‘twijfelindustrie’ te werk gaat.
Vorige week nam de Amerikaanse senator Jim Inhofe een sneeuwbal mee naar de senaat. Het was voor hem het zoveelste bewijs dat klimaatverandering niet bestaat. 2014 was volgens de NASA het warmste jaar ooit. Maar als het sneeuwt kan de aarde niet opwarmen, redeneerde Inhofe. Even later wierp Inhofe de sneeuwbal op de senaatsvloer: ‘Catch this, mister president.’
Ik zou Inhofe hier niet opvoeren als hij de enige was die er zo over denkt. Niet minder dan de helft van de Amerikanen betwijfelt dat menselijk handelen tot klimaatverandering leidt. De Amerikaanse senaat heeft in januari de malle gedachte dat mensen door de verbranding van fossiele brandstoffen verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde zelfs officieel verworpen. ‘De mens kan het klimaat niet veranderen,’ zei de tachtigjarige Inhofe destijds, overigens ook voorzitter van de senaatscommissie voor milieu en publieke werken.
In zijn vorig jaar verschenen boek De Twijfelbrigade probeert energieconsultant en publicist Jan Paul van Soest te achterhalen waar die stelligheid vandaan komt. Waarom zo moedwillig de wetenschappelijke consensus negeren? Van Soest vindt bij Jim Inhofe de eerste verklaring voor de stellige ontkenning: dogmatische religie. In zijn boek The Greatest Hoax - How the Global Warming Conspiracy Threatens Your Future verdedigt Inhofe de stelling dat ‘klimaatverandering door de mens onmogelijk is, omdat God nog steeds daarboven zit.’ Inhofe vertegenwoordigt een groep gelovigen die de invloed van de mens niet kunnen erkennen zonder van hun geloof te vallen. God gaat over het weer, niet de mens.
Een andere drijfveer van klimaatscepsis is ideologie, schrijft Van Soest. Ultra-conservatieve of libertaristische politici zien de pogingen het klimaatprobleem op te lossen als een ‘linkse samenzwering.’ Twijfel zaaien is dan een geoorloofde manier om aan de socialistische heilstaat te onkomen.
En tot slot is er natuurlijk nog de fossiele industrie, met voorop de gebroeders Koch, eigenaren van het multinationale conglomeraat dat Koch Industries heet. Zij pompen miljoenen dollars in tientallen conservatieve en libertaristische denktanks, die er hun werk van hebben gemaakt de twijfel over het klimaatprobleem in leven te houden.
Maar hoe ze dat precies doen, blijft bijna altijd schimmig, ook in het boek van Van Soest. Gelukkig kwamen er de afgelopen weken verschillende berichten naar buiten, vooral via de Britse krant The Guardian, die nieuw licht werpen op de daadwerkelijke werkwijze van de ‘twijfelbrigade’ waarover Van Soest schreef.
Het plan om klimaatactie tegen te gaan
Eerst even terug in de tijd. Aan het begin van 1998 kwam een groep vertegenwoordigers van oliebedrijven, handelsverenigingen en conservatieve denktanks bijeen in het kantoor van het American Petroleum Institute in Washington. De groep van twaalf had een simpel doel: klimaatactie tegenhouden door er zoveel mogelijk twijfel over te zaaien. Hoe ze dat gingen doen, schreven ze op in het Global Climate Science Communications-plan.
Het is een verbijsterend document. Een van de strategieën waarover ze het eens worden, is het recruteren van klimaatsceptische wetenschappers. Die zouden mediatraining moeten krijgen, zodat ze hun twijfel effectief konden overbrengen op journalisten, politici en het publiek. Het ‘plan’ zou geslaagd zijn als een meerderheid van de Amerikanen ervan overtuigd was dat er ‘aanzienlijke’ twijfel is over de opwarming van de aarde.
Een van de strategiën is het recruteren van klimaatsceptische wetenschappers
De betrokkenen hebben altijd ontkend dat het plan is ‘uitgevoerd.’ Maar wie naar de feiten kijkt – de twijfel onder het Amerikaanse publiek, het gebrek aan ingrijpende klimaatactie, de astronomische winsten van fossiele energiebedrijven – moet vaststellen dat het doel in ieder geval is bereikt. Opvallend: daarbij keren steeds dezelfde namen en bedrijven terug.
Wetenschapshistoricus en klimaatpublicist Naomi Oreskes spreekt dan ook van ‘een heel netwerk van mensen dat al meer dan twintig jaar actie tegenhoudt, omdat actie hun belangen en hun ideologie bedreigt.’
Een recente inventarisatie van de huidige activiteiten van ‘de groep van twaalf’ door The Guardian onderschrijft die stelling. Een deel is inmiddels overleden, met pensioen, anderen zijn nog steeds bezig het twijfelevangelie te verkondigen. Ze hanteren daarbij de strategieën die in het originele memo worden beschreven.
Wat deze mannen deden om twijfel te zaaien
Neem Steve Milloy, die inmiddels voor een van de grootste kolenbedrijven in Amerika werkt, en die zegt dat klimaatmaatregelen zijn gebaseerd op ‘eco myths and junk science.’ Of David Rothbard, voorman van een denktank die klimaatverandering in alle toonaarden ontkent en aan de voet stond van de klimaatsceptische website ClimateDepot.com.
Of Robert Gehri, die ook aan tafel zat in 1998. Hij werkte voor kolengigant Southern Company en bezocht tot en met 2009 alle klimaatconferenties op aarde om zijn broodheren te dienen. Vlak voor hij met pensioen ging, regelde hij nog een flinke subsidie voor het onderzoek van de prominente klimaatscepticus Wei-Hock “Willie” Soon. Deze Soon is een spraakmakende figuur die onlangs weer in opspraak kwam.
Uit nieuwe documenten die via Greenpeace bij The Guardian terechtkwamen, blijkt namelijk dat Soons onderzoek volledig is betaald door de fossiele industrie. Volgens Soon hebben we de opwarming van de aarde te danken aan natuurlijke fluctuaties van de zon. Hij werkt als onderzoeker voor het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics. In 2012 liet hij zijn sponsor Southern Company weten dat hun geld was besteed aan publicaties over ijsberen, temperatuurveranderingen in het Arctisch gebied en China, en regenvalpatronen in de Indiase moesson. Alles onder vermelding van zijn Harvard-credentials, natuurlijk.
Nog zo’n spraakmakende figuur: Dr. Evil. De bijnaam – geïnspireerd op de film Austin Powers – van Richard Berman. Hij kreeg ‘m omdat zijn pr-bedrijf allesdoet wat zijn opdrachtgevers hem vragen. Zo organiseerde hij een campagne tegen de goedbedoelende organisatie Mothers against Drunk Driving.
Vorig jaar begon Berman de klimaatplannen van Obama aan te vechten. Hij regelde de financiering voor ten minste zestien ‘studies’ die Obama’s plannen aanvielen en was betrokken bij de oprichting van vijf actiegroepen die ertegen in het geweer kwamen, onthulde The Guardian onlangs. Berman is er overigens trots op dat niemand weet welke bedrijven hem precies inhuren. Omdat alle financiering via non-profitorganisaties loopt, zijn de bronnen niet te achterhalen.
Wie betaalt dit?
Maar als het gaat over klimaatscepsis in de VS, kun je veilig aannemen dat de gebroeders Koch erachter zitten. Zij financierden verschillende organisaties die in 1998 aan tafel zaten. Ze gaven geld aan Willie Soon. En ze ondersteunen het werk van Richard Berman.
Met fluctuaties in de temperatuur op aarde zullen we moeten leren leven, vinden de Kochs. Die waren er al voordat er mensen waren
Charles en David Koch staan aan het hoofd van Koch Industries, het op een na grootste particuliere bedrijf uit de VS. Ze komen uit de olie en zijn tegenwoordig actief in alle takken van sport die ook maar iets met fossiele brandstoffen te maken hebben. Ze zijn overtuigde libertariërs die alle overheidsbemoeienis schuwen, gretig geld geven aan de Tea Party-beweging en aan een legioen van denktanks die twijfel zaaien over klimaatverandering. Hun bedrijf maakte in 2012 een omzet van 115 miljard dollar, de Kochs hebben een geschat vermogen van meer dan 80 miljard.
Met fluctuaties in de temperatuur op aarde zullen we moeten leren leven, vinden de Kochs. Die waren er al voordat er mensen waren. ‘Since we can’t control Mother Nature, let’s figure out how to get along with her changes,’ aldus een nieuwsbrief van het bedrijf. De broers zijn van plan in 2016 900 miljoen dollar uit te geven aan de presidentiële campagne, en ze hebben waarschijnlijk vele tientallen miljoenen uitgegeven aan klimaatscepsis. Maar dat doen ze nooit direct, en meestal ook niet traceerbaar. Ze sponsoren lobbygroepen, denktanks, tentoonstellingen en mannen zoals Richard Berman. Het netwerk van door hun gesteunde organisaties staat bekend als de Kochtopus.
Een recent voorbeeld van hun indirecte werkwijze was een aanval op de zonne-industrie in de VS, die te veel subsidie zou ontvangen en niets zou klaarspelen. Dat stelde een rapport van de Taxpayers Protection Alliance, een organisatie die wordt gefinancierd door de Kochs. Het rapport bevatte - naast veel onwaarheden - 26 referenties, waarvan ten minste veertien verwijzingen waren naar weer andere door Koch gesponsorde organisaties. Zo creëren de organisaties van de Kochs een echokamer van klimaatsceptische quatsch.
Eerst belangen, dan argumenten
Het gevolg? De onzekerheid die de Amerikaanse ‘twijfelindustrie’ zaait, waait over naar Nederland. Nederlandse klimaatsceptici baseren zich namelijk ook vaak op ‘onderzoek’ van deze Amerikaanse collega’s, vaak zelfs zonder zich ervan bewust te zijn dat de argumenten die ze gebruiken in leven worden gehouden met geld van Amerikaanse fossiele-energiebedrijven.
Die enorme hoeveelheden geld spelen een doorslaggevende rol in de klimaatscepsis. Het stelt olie- en gasbedrijven namelijk in staat om geloofwaardigheid te kopen (bijvoorbeeld bij Soon met zijn Harvard-titel) en steeds hetzelfde verhaal te herhalen.
De inhoudelijke argumenten volgen daarbij de belangen. Politici als Inhofe weten welk belang ze moeten dienen (de fossiele industrie), ze weten welk standpunt daarbij hoort (geen door mensen veroorzaakte klimaatverandering), en gaan er vervolgens ‘argumenten’ bij zoeken (sneeuw).
En zo hebben we het nu dus niet meer over het klimaatprobleem, de reëel bestaande opwarming van de aarde als gevolg van CO2-uitstoot. Waar het hier om gaat, zei de vooraanstaande econoom Jeffrey Sachs onlangs in gesprek met The Nation, is politieke corruptie. Een kleine groep die de agenda en de toon van het debat bepaalt omdat ze daarvoor kunnen betalen. ‘Money moves our political system right now,’ zei hij, doelend op de dollars in de Kochtopus. ‘We have to talk about the corruption of the politics. We have to get out there and raise voices about this.’
Hopen maar dat de Amerikanen gehoor geven aan die oproep. Tot die tijd zijn we veroordeeld tot mannen als Jim Inhofe.