Verkrachting in India is de afgelopen jaren veelvuldig in het nieuws geweest. Schokkende verkrachtingszaken hebben overal ter wereld geleid tot hevige reacties en protesten. De zaak die de meeste afschuw opriep, was het misbruik van de studente Jyoti Singh Pandey, die in de avond van 16 december 2012 door meerdere mannen werd verkracht.

Afgelopen Internationale Vrouwendag, 8 maart, zou een film van filmmaker over deze zaak in India in première gaan. Ware het niet dat een Indiase rechter de vertoning verbood, zo lazen wij op 4 maart in de Volkskrant. De film zou angst en spanningen kunnen veroorzaken, oordeelde de rechter.

In haar film laat Udwin de ter dood veroordeelde verkrachter Mukesh Singh aan het woord. Hij legt duidelijk de schuld bij Pandey. ‘Wanneer een vrouw verkracht wordt, moet zij niet terugvechten,’ zei hij

Staat deze gedachtegang volledig op zichzelf? De Volkskrant dat die opvattingen in India breed gedeeld worden:

‘Veel Indiërs zijn nog altijd van mening dat het vaak de schuld van de vrouw is wanneer zij wordt verkracht.’

Deze bewering gaan we checken. Vinden veel Indiërs inderdaad dat verkrachting meestal de schuld is van de vrouw? Wat ‘veel’ precies is, is uiteraard subjectief - daar komen we nog op terug.

Wat zeggen de beschikbare onderzoeken?

Een eerste zoektocht naar informatie over het onderwerp verkrachting in India leidt al snel naar het International Center for Research on Women Deze belangenorganisatie deed de afgelopen jaren onderzoek naar seksuele intimidatie en het veiligheidsgevoel onder vrouwen in India, en de opvattingen van mannen hierover.

Zo hield de organisatie in 2013 een huis-aan-huisenquête onder 2.000 vrouwen en 1.000 mannen in Delhi. Uit het onderzoek kwam onder meer naar voren dat drie kwart van de mannen het eens was met de bewering ‘vrouwen prikkelen mannen door de manier waarop zij zich kleden.’ Twee van de vijf mannen (40 procent) waren het volgens het persbericht geheel of gedeeltelijk eens met de stelling dat ‘vrouwen die zich ’s nachts buiten bewegen het verdienen om seksueel geïntimideerd te worden.’

Wanneer we bekijken, wordt echter niet helemaal duidelijk hoe een term als ‘seksuele intimidatie’ naar de respondenten is gedefinieerd. We weten dus niet zeker welk aandeel van de mannen werkelijk vindt dat vrouwen het verdienen om slachtoffer van aanranding of verkrachting te worden en welk aandeel van mening is dat vrouwen het verdienen om slachtoffer te worden van seksueel getinte opmerkingen - terwijl daar een groot verschil

49,8 procent van de mannen geeft aan weleens seksueel getinte opmerkingen of gebaren in de richting van vrouwen te hebben gemaakt

Wel geeft 49,8 procent van de mannen aan weleens seksueel getinte opmerkingen of gebaren in de richting van vrouwen te hebben gemaakt. Ook lezen we dat ruim 30 procent van de mannelijke respondenten het eens was met de stelling ‘wanneer een vrouw wordt verkracht, heeft zij meestal iets onverstandigs gedaan waardoor zij in die positie is gebracht.’

Daar staat tegenover dat 94 procent van de mannen vindt dat andere mensen moeten ingrijpen als in de publieke ruimte sprake is van seksuele

Het grootste manco van dit onderzoek is dat het niet representatief is. Alle respondenten van het onderzoek kwamen uit Delhi. In een omvangrijk land als India is het aannemelijk dat er grote regionale of lokale verschillen zijn in houdingen ten opzichte van verkrachting en seksuele intimidatie. Ook binnen een miljoenenstad als Delhi zijn grote verschillen te verwachten. Het onderzoek geeft hier weinig inzicht in, hoewel gezorgd is voor enige spreiding tussen rijke en armere wijken.

In een vergelijkend internationaal onderzoek dat het IRCW in 2010 kwam onder andere naar voren dat 24 procent van de ondervraagde Indiase mannen zich in hun leven ooit schuldig heeft gemaakt aan het plegen van seksueel geweld, tegen vreemden of tegen hun partner. Een hoog aandeel in vergelijking met mannen uit die in het onderzoek werden meegenomen.

Helaas is ook in dit onderzoek het grote manco dat plattelandsbewoners niet zijn meegenomen in het onderzoek. En ook hier is niet duidelijk hoe seksueel geweld precies is gedefinieerd voor de respondenten, al wordt gedwongen seks wel expliciet genoemd als het gaat om geweld tegen een partner.

Wat zeggen de peilingen en onderzoeken van de pers?

Ook de internationale pers deed onderzoek. Verschillende kranten haalden, naast het onderzoek van ICRW, diverse andere opiniepeilingen of eigen onderzoek(jes) aan.

De achtergrond of kwaliteit daarvan is niet altijd even duidelijk. Zo bericht het online IndiaSpend over de van de Children’s Movement for Civic Awareness, die onderzoek deed naar genderopvattingen van jongens en jongemannen over

Dit onderzoek bevatte wél respondenten uit het hele land en werd gehouden onder laatstejaars leerlingen uit het voortgezet onderwijs en eerstejaars studenten. Een van de uitkomsten was dat 55 procent van de mannelijke scholieren en 59 procent van de mannelijke eerstejaars studenten vond dat vrouwen zich op een manier kleden en gedragen die aanleiding geeft tot gewelddadige reacties van mannen. Er wordt in het onderzoek echter niet specifiek over verkrachting en schuld gesproken. Het helpt ons dan ook niet direct verder naar een antwoord op de vraag of de stelling van de Volkskrant klopt.

Verder publiceerden verschillende media hun eigen onderzoekjes. Net als bij het IRCW is de representativiteit van deze onderzoeken vaak twijfelachtig. Zo deed ook de Hindustan Times uitsluitend in Delhi onderzoek naar seksuele intimidatie in het openbaar Van de onderzochte mannen vond 52 procent het acceptabel om seksueel getinte opmerkingen te maken jegens vrouwen, zolang er maar niet tot lichamelijk contact over werd gegaan.

The Wall Street Journal hield een peiling onder honderd mannen in Delhi en kwam tot een andere interessante constatering. Hun onderzoek liet zien dat mannen heel andere antwoorden gaven op de vraag ‘wie de schuldige is’ op basis van het geslacht van de vragensteller.

En is er ook academisch onderzoek gedaan?

Onderzoekjes en peilingen te over dus, zowel van non-gouvernementele organisaties als van Indiase en internationale media. Geen van deze peilingen geeft echter genoeg aanleiding om de uitspraak van de Volkskrant te onderbouwen.

En academisch onderzoek? In de jaren tachtig en negentig deed de Indiase sociaal-psycholoog en schrijver Suresh Kanekar een serie kleinere onderzoeken naar opvattingen onder Indiase mannen en vrouwen over Een van zijn belangrijkste resultaten was dat Indiase respondenten geneigd waren de schuld meer bij een verkrachtingsslachtoffer te leggen, naarmate haar uiterlijk aantrekkelijker en haar kleding seksueel uitdagender

Zodra het slachtoffer een gezicht krijgt en zodra het om een specifieke zaak gaat, zijn de ondervraagden milder

Recenter onderzoek komt uit de Verenigde Staten. C. Mackenzie Brown, professor religiestudies aan Trinity University in San Antonio, Texas, en Nupur Agrawal publiceerden een artikel over de mogelijke invloed van traditionele (hindoeïstische) verhalen op hedendaagse opvattingen over verkrachting in India.

Uit de 575 ingevulde vragenlijsten bleek dat 24 procent van de vrouwelijke deelnemers het ermee eens is dat vrouwen overschrijden mede-verantwoordelijk zijn voor wat er met hen gebeurt. 46 procent van de mannen is het hiermee

Direct na deze vraag komt in het onderzoek de verkrachting van Jyoti Singh Pandey aan de orde. 14 procent van de vrouwen en 17 procent van de mannen vindt dat zij mede-verantwoordelijk is voor haar gruwelijke lot. Dus zodra het slachtoffer een gezicht krijgt en het om een specifieke zaak gaat, zijn de ondervraagden milder. Onderzoeker Agrawal vindt dit nog steeds verbazingwekkend en licht toe via Skype: ‘Je moet dus echt laten zien wat er kan gebeuren. Anders geloven ze het gewoon niet.’

Uit onderzoek van het blijkt ten slotte dat 90 procent procent van de Indiërs verkrachtingen in India als een erg groot probleem beschouwt. In tegenstelling tot andere onderzoeken, hield Pew wel rekening met verschillen tussen stad en platteland en het geslacht van de respondenten.

Veel Indiërs vinden verkrachting juist een probleem

Het is lastig om de bewering uit de Volkskrant goed met cijfers te onderbouwen. De cijfers die voorhanden zijn, laten vaak de opvattingen van mensen in steden zien, waardoor een groot deel van de rest van India buiten beschouwing blijft. Wel ontstaat op basis van de onderzoeken het beeld dat een groot deel van de mannen uit Delhi begrip heeft voor seksuele opmerkingen of intimidatie bij vrouwen die ‘traditionele grenzen overschrijden’.

Tegelijkertijd zijn er een aantal nuances te plaatsen bij dit beeld. Brown en Agrawal merken op dat wanneer zij zich op het specifieke slachtoffer van de verkrachtingszaak van 2012 toespitsen, de respondenten minder geneigd zijn om het slachtoffer de schuld te geven. Maar dit onderzoek brengt weer vooral de mening van jonge mensen in kaart. Hoe dit bij de oudere generatie leeft, is niet onderzocht. Ook is het zuiden en oosten van India buiten beschouwing gelaten.

Dit dubbelzinnige beeld was ook te zien nadat het nieuws van de moord op Jyoti Singh Pandey bekend werd. Terwijl veel Indiërs de straat op gingen om hun afschuw te uiten, waren er ook populaire politici en religieuze leiders die de bewering in de Volkskrant exact onderbouwden.

Daarom is het goed om een slag om de arm te houden als het gaat om de opvattingen van Indiërs over verkrachting. Een nationaal representatief onderzoek zou kunnen uitwijzen of Indiërs in al hun diversiteit inderdaad de schuld neerleggen bij slachtoffers van verkrachtingen, zoals de Volkskrant suggereert.

In de uitspraak van de Volkskrant wordt het overschrijden van sociale normen niet benoemd. Uit veel van de onderzoeken blijkt dat respondenten vooral een deel van de schuld bij de vrouw leggen wanneer zij bepaalde maatschappelijke of traditionele normen overtreedt. De Volkskrant schrijft over verkrachtingen in het algemeen, zonder deze nuance te maken.

De problemen met seksuele intimidatie in Indiase steden lijken omvangrijk; de bewering van de Volkskrant is alleen wel zeer algemeen geformuleerd. Een compleet plaatje ontbreekt, en de cijfers die er zijn, laten een meerduidig beeld zien. We beoordelen de stelling, alles afwegende, als deels juist en deel onjuist.

(0) niet te checken, (1) volledig onjuist, (2) grotendeels onjuist, (3) deels juist, deels onjuist, (4) grotendeels juist, (5) volledig juist

Deze factcheck schreef ik samen met Joost Vormeer, met wie ik deel uitmaak van het factcheckcollectief

Factcheck: ‘Circusdieren zijn niet slechter af dan andere dieren’ Vanaf september mogen er geen wilde dieren meer optreden in het circus. Het roept de vraag op: zijn circusdieren wel slechter af dan huisdieren of dieren in de dierentuin? Volgens NRC Handelsblad niet. Is dat zo? Gastcorrespondenten Yorick Smakman en Robin Bruggeman checkten het. Lees hier de check terug Factcheck: ‘Geweld tegen hulpverleners neemt toe’ Onlangs werd in vrijwel alle nieuwsmedia een onderzoek besproken dat meldde dat geweld tegen hulpverleners de laatste twee jaar verdrievoudigd is. Een kwart van de slachtoffers zou bovendien geen aangifte durven te doen. Klopt dit? Samen met Yorick Smakman nam ik deze cijfers onder de loep. Lees hier de check terug Factcheck: ‘In 1948 woonden er 856.000 Joden in Arabische landen. Nu 4.300’ Door recente aanslagen is er weer volop aandacht voor antisemitisme in Europa en het Midden-Oosten. Het aantal Joden in Arabische landen zou dan ook van 856.000 naar 4.300 zijn gedaald, circuleerde onlangs op Twitter. Yorick Smakman en ik checkten de bewering. Lees hier de check terug