Gaat dat zien: kunstenaar Ed Atkins maakte het spookhuis van de toekomst

Nina Polak
Correspondent Modern Leven
‘Ribbons' (still, 2014) van kunstenaar Ed Atkins. Foto: Gert Jan van Rooij / Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

De jonge videokunstenaar Ed Atkins, die momenteel exposeert in het Stedelijk Museum, dompelt zijn publiek onder in een volledig virtuele wereld. Het is er eenzaam en angstaanjagend, maar ook betoverend mooi.

bestond al ver voor foto en film werd uitgevonden. De Belgische natuurkundige en goochelaar Etiènne-Gaspard Robert (1763-1837) was een van de invloedrijkste producenten van fantasmagorie, een doorontwikkeling van de waarbij beelden geprojecteerd werden op rook en schermen, om spookverschijningen te creëren.

Met zijn eerste horrorshow in 1798 joeg hij een Parijs publiek de stuipen op het lijf. Zijn special effects waren zo krachtig dat de toeschouwers ervan overtuigd waren echte spoken te hebben gezien. De politie verbood de show.

Het appelleerde aan een romantische hang naar het occulte. Dezelfde tijd kende een opkomst van de seance, waarbij gepoogd werd contact te leggen met geesten. Een eeuw later bedacht een slimme zakenman het Ouijabord, een plank met letters en cijfers om de communicatie met rondhangende zielen soepeler te laten verlopen.

‘Warm, Warm, Warm Spring Mouths’ (still, 2013) van kunstenaar Ed Atkins. Foto: Gert Jan van Rooij / Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Aan dit bordspel ontleende kunstenaar Ed Atkins (1982) de naam van zijn tentoonstelling, ‘Recent Ouija,’ die momenteel een vleugel van het Stedelijk Museum in Amsterdam in beslag

Waar dat ‘recent’ naar verwijst is meteen duidelijk: het medium van digital native Atkins is HD-video. Zijn groot geprojecteerde, hoogwaardige animatievideo’s doen de ruimtes van het museum baden in een paarsblauw licht. Het geluid is overal. Het publiek betreedt een ruimte waar het virtuele zich volledig om hen heen sluit – als in een aquarium.

Bij binnenkomst wordt een hyperrealistische avatar geïntroduceerd. Het geanimeerde gezicht (met motiontracking gemodelleerd naar dat van de kunstenaar) reciteert onsamenhangende, hypnotiserende teksten en herhaalt ze steeds met kleine variaties – een transformerend gedicht. Zijn stem is zacht, melancholisch, met af een toe een boze uitschieter, als een gek die in zichzelf praat.

‘Even Pricks’ (still, 2013) van kunstenaar Ed Atkins. Foto: Gert Jan van Rooij

Een vergelijkbaar geanimeerd figuur speelt de hoofdrol in het centrale werk Ribbons. Het is een videoinstallatie met drie op elkaar afgestelde kanalen, te bekijken op drie schermen. Af en toe vloeien de afzonderlijke soundtracks harmonisch samen , en vult de zaal zich bijvoorbeeld met een flard Mattheüs Passion – dan weer klinkt kakofonie.

Op de schermen zien we steeds dezelfde man: een kale spierbundel met vreemde tatoeages. Hij drinkt, rookt en zingt alleen, geïsoleerd van degenen met wie hij lijkt te willen communiceren. Door de indringendheid van de installatie ís hij er; we nemen hem en zijn melancholie duidelijk waar. Tegelijk wordt voortdurend zijn virtuele karakter benadrukt (op een goed moment wordt hij lekgeprikt en loopt leeg als een ballon). Hij is een spook, gevangen in een andere dimensie.

De animator maakt het zijn avatar niet makkelijk: hij zondert zijn personage af in kleine, naargeestige ruimtes, takelt hem toe, laat hem zichzelf vernielen. Deze personages zijn surrogaatmensen, zegt de kunstenaar in een interview. Omdat ze niet echt zijn durft hij ze meer aan te doen.

‘Happy Birthday!!’ (still, 2014) van kunstenaar Ed Atkins. Foto: Gert Jan van Rooij

Het overkoepelende onderwerp van Atkins werk is onze verhouding tot een toenemend virtuele cultuur, waarin menselijk contact steeds immateriëler wordt.

Wat er rondspookt in dat digitale aquarium zijn niet alleen Atkins geprogrammeerde personages, het zijn ook emoties en gedachten. Sentiment wordt in flarden opgewekt (door die dramatische klassieke muziek, door pathetische teksten en filmclichés, door de mimiek van het computergezicht), het zweeft door de ruimte, verschijnt en verdwijnt en krijgt daarmee een beangstigende willekeur.

Dit overvloedige emotionele effectbejag is zowel banaal als vervreemdend. Elke vorm van verhaal ontbreekt, waardoor de toeschouwer zelf zijn plaats moet bepalen ten opzichte van wat hij ziet en hoort. Atkins wil geen passieve (zoals bij een 3D-actiefilm), maar een gedachte- en gevoelsexperiment waarin de toeschouwer zelf de hoofdrol speelt.

Ik heb ruim een uur rondgedobberd in het dwingende licht van de projecties. Genoeg om verwonderd en verzadigd te raken. En vol vragen. Waarom huil ik om een voorgeprogrammeerde, verhaalloze animatie? Is het mijn eigen programmering? Is het Bach, of die zoete tonen van Disneyliedjes uit mijn jeugd? Zijn ze een fysieke reactie, die tranen, of een performance? Is dit mooi, of gruwelijk? Authentiek of melodramatisch?

Atkins hedendaagse fantasmagorie heeft zeker iets van het horroreffect van die achttiende- en negentiende-eeuwse voorgangers (zelf verwijst hij naar die tijd door zijn vereenzaamde avatar ‘hysterisch’ te noemen). Maar het interessante is dat hij ook oprechte romantiek vindt in het virtuele spookhuis dat hij schept; het is behalve verontrustend ook wonderlijk en esthetisch. Wat hij oproept is even kunstmatig als echt. Virtueel en werkelijk, zo laat hij zien, laten zich niet makkelijk van elkaar onderscheiden.

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo