Mannen, maak eens werk van je kinderen

Marilse Eerkens
Correspondent Kinderomgang
Foto: HH

Werkende vrouwen besteden meer tijd aan hun kinderen en naasten dan mannen. Hierdoor ervaren ze meer stress en zijn ze economisch onzelfstandiger. Dé oplossing: mannen minder laten werken. Maar dan moeten we wel inzien hoe belangrijk zorg echt is.

In België werkte ze fulltime, net als alle andere moeders. Maar toen ze in Nederland kwam, besloot ze zich aan te passen: ze ging vier dagen werken. Ze vond het lastig om op haar vrije dag ‘af te schakelen.’ ‘Bijzonder’ vond ze het ook: ‘We zijn allemaal goed opgeleid. Dat heeft heel veel geld gekost en dan zitten we allemaal thuis koekjes te bakken.’

De vrouw die ik hier citeer, was te zien in een kort filmpje dat begin maart werd vertoond op een symposium van Women Inc: ‘De Toekomst van Nederland – Een nieuwe verdeling van zorg en werk.’ maakte zich zorgen over de belasting van vrouwen. Enerzijds worden vrouwen aangespoord meer te gaan werken, anderzijds verwacht de overheid dat burgers meer gaan zorgen voor hun zorgbehoevende naasten – van buren tot familieleden.

En daar zit het probleem, zo lijkt het. Werkende vrouwen zijn binnen het gezin vaak ook hoofdverantwoordelijk voor de zorg. Die combinatie van verantwoordelijkheden - voor de zorg en op het werk - veroorzaakt bij hen ‘vaker gevoelens van gejaagdheid en stress, vermoedelijk veroorzaakt door het vele schakelen tussen alle taken,’ zo stelde Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Mantelzorgers voelen zich dan ook ongezonder dan mensen die deze zorgtaken niet hebben, zo valt te lezen in het vandaag verschenen SCP-rapport Dat zie je terug in de verzuimcijfers: van de mensen die langdurig mantelzorgen en dat combineren met een baan van 28 uur of meer, verschijnt 26 procent meer dan twee weken achter elkaar niet op het werk.

Wat te doen? Op het congres was iedereen het met elkaar eens: mannen moeten meer zorgtaken overnemen. Hoe? Uit een massale brainstormsessie kwam een aantal interessante voorstellen voort. Een 32-urige werkweek bijvoorbeeld (dat zou het nieuwe ‘fulltime’ moeten worden), of de invoering van een basisinkomen.

Verder waren er veel ideeën om het zorgen überhaupt meer geaccepteerd te krijgen bij werkgevers. Zo zou de zorgsituatie van werknemers een vast thema moeten zijn tijdens een evaluatiegesprek en zouden werkgevers het flexwerken meer moeten faciliteren. Er vielen slogans als: ‘Zorg moet weer sexy worden!’ en ‘Zorg op je cv is oké!’

Naar je werk, om maar niet thuis te hoeven werken

Maar gaan mensen wel minder werken als werkgevers dat toelaten? Nee, staat in het boek van sociologiehoogleraar Arlie Russell Hochschild. Zij volgde een groep ouders die werkzaam zijn bij een grote Amerikaanse multinational, die bekendstaat om zijn gunstige arbeidsvoorwaarden - je kon er makkelijk parttime werken of ‘flexwerken’ en er waren goede verlofregelingen.

Ouders maken amper gebruik van de verlofregelingen die hun geboden worden

Hochschild zag twee dingen. Allereerst was het vrijwel altijd het gezin dat moest inleveren ten gunste van het kantoorwerk. Ten tweede zag ze dat het kantoor steeds meer als een toevluchtsoord werd beschouwd. Een plek om bij te komen van het werk thuis.

Wat Hochschild bevreemdde, was dat ouders, ondanks die druk die ze thuis voelden, amper gebruikmaakten van de verlofregelingen. Ze leken de thuissituatie niet te willen verbeteren, terwijl ze bijna allemaal zeiden dat er ‘niets belangrijker’ was dan hun

Schat zorgen weer op waarde

En daar zit volgens mij het echte probleem: zorgen wordt niet genoeg op waarde geschat.

Want wat zegt die vrouw uit het Women Inc.-filmpje nou eigenlijk als ze het ‘bijzonder’ vindt om een werkdag in te leveren om thuis ‘koekjes te bakken,’ terwijl ze toch zo’n goede en dure opleiding heeft gehad? En de woordvoerder van dat grote consultancybureau dat bekendstaat om het goede ‘zorgklimaat’ die vertelt dat zij en haar partner, ouders van vier kinderen, allebei fulltime werken en dat iedereen dat moet kunnen?

Volgens mij zeggen ze daarmee dat het zorgen voor kinderen een stuk minder belangrijk is dan al het andere werk dat ze doen.

Je ziet de veronachtzaming voor zorg ook op andere plaatsen terug. Neem de en de waarmee de politiek hiermee omgaat. En kijk naar de die crècheleidsters aangeboden krijgen.

Ik denk dat als we echt willen dat vrouwen niet bezwijken onder de zorglasten én economisch zelfstandig worden, we meer moeten doen dan het aanpassen van de arbeidsomstandigheden. Als we een werkelijke mentaliteitverandering willen, dat zorg op je cv ook écht oké wordt, zal de kennis over het belang van goede zorg flink omhoog moeten. Evenals de waardering voor iedereen die deze zorgtaken op zich neemt.

Meer voorlichting, meer steun

De vraag is natuurlijk: hoe doe je dat?

Allereerst zouden ouders beter voorgelicht moeten worden over de zeer belangrijke ontwikkeling die kinderen doormaken en over de belangrijke rol die zij en andere verzorgers daarin spelen. Nu wordt daar op consultatiebureaus

Ouders zouden moeten weten dat koekjes bakken, het drogen van tranen en het afvegen van snottebellen - hoe onbenullig dit ook lijkt - Op zulke momenten bouw je een op met je kind waar het de rest van zijn leven van profiteert. Het maakt zelfstandiger en Een mantelzorger voor de toekomst.

Een sterke vertrouwensband maakt zelfstandiger en empathischer. Een mantelzorger voor de toekomst

Daarnaast is het heel belangrijk dat ouders meer steun krijgen. In navolging van de meeste landen om ons heen, zou er een betere verlofregeling moeten komen voor ouders (en vaders in het bijzonder). Vaders die in de babytijd meer betrokken zijn bij de zorg, besteden ook na het verlof meer tijd aan hun kinderen. Daarnaast hebben ze een hechtere band met hun kinderen en zijn ze, ook als hun kinderen ouder zijn, meer betrokken

Dat is gunstig: het gaat vaak gepaard met een betere sociaalemotionele ontwikkeling en met betere schoolresultaten. Daar komt bij dat de relatie tussen ouders die allebei zorgen en allebei werken, beter is dan wanneer de zorg scheef is verdeeld – mannen doen dan ook meer in het huishouden. En van die positieve relatie tussen de ouders plukken de kinderen óók weer de vruchten.

Een jaar geleden collega Rutger Bregman het vaderschapsverlof een tovermiddel. Het was volgens hem de beste manier om de vrouwenemancipatie verder te helpen. Ik onderschrijf zijn betoog helemaal. Ik denk alleen wel dat vaders een zetje nodig hebben.

Wat dat betreft hebben ze het in Duitsland en de meeste Scandinavische landen slim aangepakt. Daar krijgen ouders een jaar tot anderhalf jaar betaald verlof na de geboorte van hun kind. Maar wel op voorwaarde dat de vader een deel van het verlof voor zijn rekening neemt. Daar zouden we in Nederland – met twee dagen betaald vaderschapsverlof – een voorbeeld aan kunnen nemen.

Dit verhaal is geschreven door Marilse Eerkens