De nieuwe president van Nigeria zou dit boek moeten lezen (en de rest van de wereld ook)
Het waren historische verkiezingen in Nigeria deze week: voor het eerst won een oppositiekandidaat het presidentschap. Ik las een schitterend boek van de Nigeriaanse schrijver Okey Ndibe, dat me veel leerde over leiderschap in het land. Een warme aanbeveling.
Deze week gebeurde er iets bijzonders in de grootste economie van Afrika: voor het eerst werd een oppositiekandidaat tot president verkozen: Muhammadu Buhari (1942). Dat is op zich fantastisch nieuws, want een overwinning voor de democratie in het door corruptie en geweld geplaagde Nigeria. Dat de nieuwe president in de jaren tachtig als militair een democratisch verkozen president middels een coup afzette, weinig op heeft met mensenrechten, en erom bekendstaat ambtenaren die te laat op hun werk komen kikkersprongen te laten maken, daar hebben we het later wel weer over.
In de aanloop naar de verkiezingen - die zes weken waren uitgesteld vanwege de strijd tegen Boko Haram in het noorden van het land - las ik Arrows of Rain, van de Nigeriaanse schrijver Okey Ndibe (1960). Het boek werd vijftien jaar geleden al op kleine schaal in Groot-Brittannië uitgegeven, maar verscheen afgelopen januari ook bij een grote Amerikaanse uitgeverij en kwam zo onder mijn aandacht. En nu lijkt het me een mooi moment het ook onder jullie aandacht te brengen - want dat is het waard.
De feesten van de minister van ‘Sociale Zaken’
Het verhaal speelt in het fictieve Madia, gebaseerd op Nigeria, maar met de karakteristieken van zoveel staten op het continent: de bevolking straatarm, de politici steenrijk, de pers gemuilkorfd, de militairen onschendbaar. ‘Madia was in the stranglehold of the most vicious kleptocracy anywhere on our continent,’ schrijft Ndibe. ‘A regime in which ministers and other public officials looted whatever was within their reach, and much that wasn’t.’
In een schitterende scène komt de hoofdpersoon in het huis van de minister van ‘Sociale Zaken’ terecht. Die neemt zijn baan erg letterlijk, door elke avond een groots feest te organiseren voor de hoogwaardigheidsbekleders. De ingehuurde prostituees drukken elkaar aan de poort van de compound letterlijk dood om naar binnen te komen. Ndibe schrijft over de minister: ‘Everybody who knew him agreed that he was not a thief. He liked a good time, and he indulged himself at the expense of the nation, that was all.’
Het bijzondere van dit boek is dat de corruptie, de armoede en de militaire dictatuur niet zozeer het onderwerp zijn, maar het toneel waarop het verhaal zich afspeelt
Maar het bijzondere van dit boek is dat de corruptie, de armoede en de militaire dictatuur niet zozeer het onderwerp zijn, maar het toneel waarop het verhaal zich afspeelt. En dat verhaal is meeslepend, een thriller.
Zonder al te veel weg te geven: een dode prostituee spoelt aan op een strand in Madia. De ‘gek’ Bukuru wordt aangehouden voor haar moord. In de rechtszaal beschuldigt hij militairen van het misdrijf en gaat zelfs nog een stapje verder: ook de president van Madia heeft volgens Bukuru ooit een prostituee verkracht en vermoord. De rechter verbiedt de pers in de rechtszaal om ook maar iets van deze aantijgingen aan het adres van Zijne Excellentie te publiceren. Maar een journalist legt het verbod naast zich neer en zoekt Bukuru op in de gevangenis om zijn verhaal op te tekenen.
Het levensverhaal van Bukuru toont de verknipte realiteit in een autoritaire staat - het toont wat er gebeurt als je waarheden kent die je niet mag kennen. Hoe gemakkelijk psychiaters worden omgekocht om je ‘gek’ te verklaren. Hoe je geen nacht meer rustig kunt slapen. Ndibe onderzoekt de vraag of de waarheid ertoe doet in zo’n land - en als dat zo is, wiens waarheid dan.
Zijn Afrikanen corrupt geboren?
Het spannende verhaal zit vol rake observaties over post-koloniaal Afrika. Zoals een discussie over de vraag of Afrikanen geboren zijn met ‘jeukende vingers’ - of corruptie hen in het bloed zit. De journalist in het boek vreest van wel. ‘How can you not think it? You go to any village and you’re shocked by the squalid life there. [...] Then, as you’re trying to come to grips with a reality that seems to belong in the Middle Ages, up comes a Rolls Royce carrying some minister [...]. Then you’re faced with the pathetic irony of the villagers lining up to hail the nabob in the Royce - the very man who’s plundered their country. When you see things like that, how can you help despairing?’
Maar zijn gesprekspartner - de vader van de befaamde minister van Sociale Zaken - gaat tegen hem in. Voordat de blanke kolonisten kwamen werd er hier niet geplunderd, zegt hij. Het zit niet in ons bloed, het is ons aangeleerd door de kolonisten, betoogt hij: ‘White administrators [...] taught our present leaders all the tactics of stealing. The only difference is that the whiteman stole for his country, our people steal for their pocket. [...] The other thing - which is far more dangerous - is that whitemen came here and threw together all kinds of odds and ends and called it a nation. [...] So [...] the man in the Rolls Royce flaunts his loot because he believes it is his legitimate spoils. He has not stolen from those he considers his people, but from strangers. The poor people singing his praises don’t believe that he has robbed them or disinherited them. They admire him because he has made his way in the territory left to us by the whites and has won his fortune.’
En zo schrijft Ndibe een spannende thriller bomvol schitterende analyses van het moderne Afrika. Het toont hoe de macht op het continent verkregen, vastgehouden en verdedigd wordt. En wat dat betekent voor de gemiddelde Afrikaan: ga je tegen het leiderschap in, dan eindig je als Bukuru in het gesticht. Leg je je erbij neer, dan accepteer je dat de leiders nu eenmaal van je stelen. Wat is het alternatief?
Arrows of Rain is een verhaal dat het verdient gelezen te worden, want, zo schrijf Ndibe in het boek, ‘a story that must be told never forgives silence.’ Misschien zou de nieuwe president van Nigeria het boek ook eens moeten openslaan.