Crime is a disease. Meet the cure.’ Met die oneliner ging Sylvester Stallone in 1986 in de film Cobra het geteisem te lijf met een Jatimatic 9 mm submachinegun. De film is symbolisch voor de zero tolerance-aanpak, die ontstond in de jaren tachtig onder Ronald Reagan en Margaret Thatcher en die ook in Nederland heel populair is. De good guys moeten de bad guys gewoon hard aanpakken, dan komt alles goed.

Filosoof betoogt dat het allemaal veel ingewikkelder ligt. De wereld is niet zwart-wit, maar grijs. Drugscriminelen kunnen alleen werken als ze gesteund worden door banken en notarissen, die we niet crimineel noemen. Veel criminaliteit ontstaat alleen maar omdat wij als samenleving bedacht hebben dat het crimineel is - denk voor een recent Nederlands voorbeeld aan het verbod op growshops. Wie misdaad wil begrijpen en bestrijden moet veel breder kijken en denken.

Het klinkt logisch om te zeggen dat je, om criminaliteit te begrijpen, je moet richten op criminelen en zware misdaden. Maar voortschrijdende ontwikkelingen in de sociale wetenschap geven aanleiding om dat idee te heroverwegen.

Heroïne wordt illegaal uit Turkije uitgevoerd via de grenspost Kapitan Andrejevo in Bulgarije, om vervolgens verkocht te worden in de rijkste landen van de Europese Unie. Vanuit Zuid-Amerika en Oost-Afrika komen nog veel meer illegale drugs Europa binnen. In Zuid-Afrika werken gangsters, particuliere beveiligingsdiensten en wapenhandelaren samen, waardoor de grenzen tussen legale en illegale financiële transacties vervagen. In Mexico worden ijzerhoudende materialen, koolwaterstofcondensaat en illegale drugs verhandeld en verkocht aan legale en illegale bedrijven en particulieren in Amerika. Los Zetas en andere criminele netwerken die in Midden-Amerika opereren, zijn betrokken bij mensenhandel, ontvoeringen en het vermoorden van migranten voor die de grens met de VS oversteken.

Tussen 2006 en 2010 konden enkele van deze criminele netwerken 881 miljoen dollar witwassen middels één enkele legale bank in de VS. In 2012 meldde de Criminal Division van het Amerikaanse ministerie van Justitie dat diezelfde bank in dezelfde periode maar liefst 9,4 miljard dollar ‘had nagelaten te controleren.’ Iedereen die ooit weleens een bankoverschrijving heeft verzonden of ontvangen, zowel in als buiten de VS, zal het moeilijk te begrijpen vinden dat een van de belangrijkste banken ter wereld 9,4 miljard dollar kon ‘nalaten te controleren.’

Bankiers, advocaten, douaniers, luchtverkeersleiders, burgemeesters, bestuurders, presidenten en politici annexeren de misdaad en laten zich annexeren door de misdaad

In al deze gevallen is de medewerking van legitieme ambtenaren, individuele burgers en ondernemingen essentieel. Bankiers, advocaten, douaniers, luchtverkeersleiders, burgemeesters, bestuurders, presidenten en politici annexeren de misdaad en laten zich annexeren door de misdaad. Soms als handlanger, soms als structurele verbinding tussen legaliteit en illegaliteit. Ze stellen informatie, geld, bescherming, kennis en sociaal kapitaal ter beschikking aan criminele netwerken – een goede reden om hen te definiëren als ‘onwettige’ medespelers.

Niettemin opereren ze binnen legale instanties – wat een reden zou zijn om ze te definiëren als ‘wettige’ medespelers. Ze lijken dus zowel wettig als onwettig. Je zou ze ‘grijze’ medespelers kunnen noemen: ze bevinden zich en opereren in het grijze gebied tussen legaliteit en illegaliteit. Ze komen niet voor in de grafieken van criminele organisaties, hoewel ze wel de basis bieden voor criminele operaties.

De eenzijdige wetenschappelijke benadering

Ondanks de belangrijke rol van deze grijze medespelers richten sociale wetenschappers die zich bezighouden met het analyseren van criminaliteit zich meestal uitsluitend op criminelen en criminele acties. Ze zijn geneigd criminaliteit te bestuderen aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens die uitsluitend verband houden met die ‘duistere’ elementen, en negeren het feit dat grensoverschrijdende en binnenlandse criminaliteit wordt gepleegd door mensen die niet uitsluitend door middel van criminele acties meewerken. Dit is een hypervereenvoudigde benadering, omdat de duistere elementen maar het topje van de ijsberg van de mondiale misdaad vormen.

Hun benadering gaat er ook van uit dat de maatschappij een digitaal, binair systeem is, waarbinnen de ‘goeden’ en de ‘slechten,’ ‘wij’ en ‘zij,’ perfect te onderscheiden zijn – een bruikbaar onderscheid in strafrechttermen wanneer eenvoudige algoritmen (‘als individu x actie y uitvoert, is x een crimineel’) gerechtelijke beslissingen oriënteren. In sociologische, antropologische en psychologische termen is deze koers echter moeilijker te definiëren. Als de maatschappij al een digitaal systeem is, is zij zeker geen binair systeem.

Dit betekent nog niet dat criminaliteit relatief is, of dat we allemaal criminelen zijn omdat we indirect met iemand verwant zijn die een misdaad begaat. Het betekent slechts dat het definiëren en analyseren van criminaliteit niet uit louter simpele binaire criteria moet bestaan zoals ‘bij een bepaalde groep horen’ of ‘één misdaad begaan.’ Dergelijke criteria zijn bruikbaar en van toepassing op de baas van een misdaadorganisatie of een specifieke actie zoals iemand doodschieten.

Maar meestal zijn connecties en acties complex en vaag, vandaar dat wij ons als maatschappij verlaten op de intuïtie van de rechter – iemand die, in weerwil van simpele algoritmen, bij het uitspreken van een vonnis rekening houdt met factoren zoals opzet, context en effect. En daarom wordt er ook niet gewerkt aan software voor het veroordelen van criminelen en het vellen van vonnissen – daar zijn zulke zaken te complex voor.

De huidige hulpmiddelen voor het ordenen en taxeren van grote hoeveelheden gegevens zijn nuttig om de complexiteit van criminaliteit te begrijpen. Het opstellen van verklarende modellen door middel van analyses van sociale netwerken, of voorspellende modellen door middel van machinaal leren waarmee diverse variabelen worden geïntegreerd, zijn voorbeelden van nuttige procedures. Bij deze procedures ontbreekt echter meestal het klassieke onderscheid tussen ‘goed’ en ‘kwaad,’ of ze gaan voorbij aan de versnippering van wetenschappelijke disciplines. Goed en kwaad, legaal en illegaal – het zijn allemaal contextgebonden concepten.

Economen, psychologen, antropologen en sociologen weten vaak geen raad met de mix van concepten die nodig zijn voor het analyseren van complex gedrag. Om met deze complexiteit te kunnen werken, moeten er categorieën uit vele wetenschappelijke domeinen worden geïntegreerd, en moet er soepel worden gemanoeuvreerd tussen macro- en microkenmerken, en moeten er zelfs nieuwe causaliteitsmodellen worden aangenomen.

Sta open voor de complexiteit

Dit klinkt als een onmogelijke onderneming binnen de traditionele wetenschappelijke domeinen. Sociale wetenschappers zijn moreel verplicht de meest accurate observatie-instrumenten te gebruiken bij hun analyse van gegevens en fenomenen, omdat hun observaties de basis zijn voor het ontwerp en de uitvoering van beleidsvormen.

Foutieve instrumenten leiden tot verkeerde beslissingen – zoals wanneer een arts door louter de lichaamstemperatuur te meten de diagnose ‘tumor’ stelt. Als de wetenschap die we bestuderen over inzicht in mensenhandel, massamoord of terrorisme gaat, kan het toepassen van de beste middelen en het bieden van de beste basisinformatie mensenlevens redden.

Daarom is het hoog tijd om het idee dat inzicht in criminaliteit gelijkstaat met inzicht in denken en daden van criminelen naar de prullenmand te verwijzen. We moeten ook andere naïeve begrippen overboord zetten, zoals ‘georganiseerde misdaad’ en het idee dat een natie of regering zich tegenwoordig kan ontwikkelen zonder enige criminele invloed.

Dat zijn aangenaam simpele concepten die prima werken in theoretische modellen in de collegezaal en in de vakliteratuur waarmee je het complexe en vage van de samenleving weet te omzeilen. Maar als we niet leren omgaan met de werkelijke complexiteit van de samenleving door gebruik te maken van al die verschillende middelen die door de wetenschap worden geboden, zullen we op straat en in de rechtbank met die complexiteit worden geconfronteerd – of we dat nu leuk vinden of niet.

Dit artikel is geschreven door en is een voorpublicatie uit het door Maven Publishing uitgegeven boek

Waarom het tijd is voor het einde van de oneindigheid Dat het universum oneindig is, staat voor veel natuurkundigen vast. Toch moeten we afscheid nemen van het idee van oneindigheid, meent natuurkundige Max Tegmark. Een voorpublicatie uit het recent verschenen boek Wetenschappelijk onkruid. Lees het betoog hier terug