De beroemde War of the Worlds mythe is doorgeprikt

Lynn Berger
Correspondent Zorg
Artikel op de voorpagina van de New York Times, 31 oktober 1938

75 jaar geleden zouden Amerikanen massaal in paniek zijn geraakt door een radio-hoorspel. Maar wie wordt er echt voor de gek gehouden?

Op 30 oktober 1938 zond het Amerikaanse radiostation CBS het hoorspel War of the Worlds uit, geregisseerd en verteld door acteur en toekomstig filmmaker Orson Welles. War of the Worlds vertelde het verhaal van een invasie van de aarde door Marsmannetjes, en werd grotendeels in de vorm van nagespeelde nieuwsberichten gebracht. De Amerikanen die dit hoorspel beluisterden, zo wil de legende, konden feit en fictie maar moeilijk van elkaar onderscheiden. Het resultaat: grootschalige paniek en .

De anekdote wordt tegenwoordig vaak aangehaald om te laten zien hoe naïef mensen destijds waren en hoe gemakkelijk ze zich door het relatief nieuwe radiomedium lieten misleiden.

Aan de vooravond van het 75-jarig jubileum van War of the Worlds komen Jefferson Pooley en Michael Socolow echter met een artikel waaruit blijkt dat die grootschalige paniek grotendeels een mythe is. Het was maar een klein groepje mensen dat die avond naar het programma luisterde, schrijven zij, en een nog minisculer deel daarvan geloofde zodanig in de voorstelling dat ze ervan in paniek raakten: ‘Despite repeated assertions to the contrary...almost nobody was fooled by Welles’ broadcast.’

Waar de mythe vandaan komt? Deels, aldus Jefferson en Socolow, is die te danken aan de animositeit tussen kranten en radio: met de opkomst van radio waren de advertentie-inkomsten van kranten flink gedaald, en kranten hadden maar weinig scrupules om radio af te schilderen als een onbetrouwbare nieuwsbron. ‘The newspaper industry sensationalized the panic to prove to advertisers, and regulators, that radio management was irresponsible and not to be trusted,’ schrijven Jefferson en Socolow – om vervolgens uit te leggen hoe het verhaal vanaf daar, door de jaren heen, steeds grotere proporties aannam. 

De Amerikanen uit 1938 lieten zich dus niet voor de gek houden, maar wij wel, is de conclusie. Waarom? De auteurs doen een voorzet: ‘The myth...persists because it so perfectly captures our unease with the media’s power over our lives.’ Angst over wat nieuwe media – of het nu radio betreft, of televisie, of internet – al dan niet zullen veroorzaken is van alle tijden; en een mythe als de War of the Worlds-paniek sluit bij die angst aan.