Ik weet het nog goed. Het was december 1999 en alle radio- en televisiestations blikten terug op het voorbije decennium. Ik wist nog niet veel, enkel dat drugs slecht voor je waren. Dat stond op een gele sticker die ik na een projectdag had gekregen en sindsdien mijn schoolagenda sierde. En die drugs, die hadden rockband Nirvana kapotgemaakt. Dat werd me verteld toen ik die maand begon rond te vragen wat die band nu zo groot maakte.

Vier jaar later, op de tiende sterfdag van Kurt Cobain, domineerde Nirvana opnieuw alle televisie- en radiostations. De verwarring en angst die ik enkele jaren eerder voelde, had plaatsgemaakt voor nieuwsgierigheid en opwinding. De tijd was rijp voor een nieuwe fan.

En nu, 21 jaar later, komt de documentaire Montage of Heck uit, die ons een inkijk in Cobains leven belooft. Een geniale marketingstunt voor de een, een langverwacht document voor de andere.

YouTube
Hier kijk je de trailer van Montage of Heck.

Wat buiten kijf staat: Nirvana is nog steeds enorm populair, óók bij jongeren. Kurt Cobain behoort nog steeds tot de parate kennis van muziekminnende jongeren, in tegenstelling tot veel bekende nog levende rockers. De ‘teen spirit’ mag dan bij elke nieuwe rockgeneratie veranderen, klinkt al twintig jaar hetzelfde.

Hebben de millennials dan geen eigen rockiconen? Nirvana zette toch een wildgroei aan nieuwe alternatieve rockgroepen in gang? Zat daar geen enkele charismatische, talentvolle band bij die net dát verwoordde wat die generatie dacht, voelde of droomde? Zeker wel. Maar waarom praten we dan nog over Kurt Cobain als laatste, echte

Waarom Nirvana zo groot werd

Het gemakkelijkste en voor de hand liggendste antwoord: hij is dood. Op 5 april 1994 maakte hij in zijn huis in Seattle een einde aan zijn korte, maar bijzonder krachtige leven. Zevenentwintig werd hij, net als Jimi Hendrix, Jim Morrison en Janis Joplin, wat hem meteen in een rijtje met andere tragische muzikale grootheden plaatst die de 27 Club of Forever 27 wordt

Dankzij die jonge leeftijd heeft hij – in tegenstelling tot andere rockers - geen tijd gehad om een slechte plaat te maken. Hij maakt met Nirvana bij leven drie studioalbums - Bleach (1989), Nevermind (1991) en In Utero (1993) - wat zijn muzikale nalatenschap behapbaar maakt.

Kurt Cobain was dankzij zijn fotogenieke looks, zijn getroebleerde karakter en de gave zijn gevoelens sterk te verklanken, de geknipte woordvoerder van een nieuwe generatie

En zoals zo vaak bij succes, is Nirvana’s populariteit ook deels te wijten aan de juiste man op de juiste plaats op het juiste moment. Kurt Cobain was dankzij zijn eigenzinnige en fotogenieke zijn getroebleerde karakter en de gave zijn gevoelens sterk te verklanken, de geknipte woordvoerder van een nieuwe generatie.

Ook Seattle was van groot belang voor het succes van Nirvana en Cobain. Begin jaren negentig ontstond er rondom het muzieklabel SubPop en hun producer Jack Endino een punkrocksound die al snel tot ‘grunge’ werd gedoopt. Seattle had geen uitgebreid live-circuit, waardoor goedkope, gruizige opnames voor bands de enige manier waren om hun vochtige repetitiekelders te ontvluchten. Bands als en Nirvana namen een goedkope technicus onder de arm om hun donkere punksongs op te nemen.

Destijds dicteerden print, radio, televisie en de analoge muziekindustrie nog wat iedereen luisterde. Toen deze merkten dat iedereen genoeg had van of stadionrock van stond de weg voor nieuwe bands wagenwijd open.

Gevolg? Heel de wereld luisterde naar grunge en naar Nirvana in bijzonder.

Maar het mocht niet lang duren.

Kurt Cobain. Hilversum, 25 november 1991. Foto: Michel Linssen/Getty Images

Wat het internet veranderde

Want vandaag zijn radio en televisie niet langer de enige manieren om muziek onder de aandacht te brengen (en te leren kennen). Het internet heeft een groot deel van die taak overgenomen.

Vroeger was het simpeler om een groot publiek te bereiken. Het gebruikelijke recept: de cover van Rolling Stone halen, een interview met enkele rake quotes in het Britse muziekblad NME en twee radiohitjes bij de juiste radiostations pluggen. Bands zoals Led Zeppelin zijn er groot mee geworden.

Het werkt niet op internet.

Een publiek bereiken is eenvoudig. Iedereen kan tegenwoordig goedkoop muziek opnemen, een bescheiden buzz creëren en muziek wereldwijd aan de man brengen. Er zijn zo heel wat sterren gerezen: van YouTube-fenomenen die miljoenen keren bekeken worden tot bebaarde folkies die hun tristesse via hun laptop tot wereldplaat omvormen.

Mijn punt: het grote publiek dat Nirvana dankzij het domineren van krant, tijdschrift, televisie en radio nog kon aanspreken, bestaat niet meer. Het internet heeft het rockpubliek in niches verdeeld.

De rol van de journalistiek

Maar is dit nu echt zo’n kwalijke ontwikkeling? Pitchfork-lievelingen als en zouden vroeger veel moeilijker aan de bak komen dan vandaag. Nichepubliek wil geld uitgeven aan muziek die zij goed vinden. Volgens The Guardian heeft het internet muziek opnieuw centraal gesteld, juist doordat muziek luisteren zoveel gemakkelijker is

Wilde je vroeger nieuwe muziek ontdekken, dan moest je kranten en (muziek)tijdschriften uitpluizen om helemaal bij te zijn. IJverige muziekjournalisten gingen daar op zoek naar de sappigste muziekverhalen. Het ‘sex, drugs & rock ‘n’ roll’-motto vergroeide met het idee van rockiconen. Zo’n mythisch rockpersona moest potentiële fans prikkelen, iets wat perfect in interviews en achtergrondverhalen uitgespeeld kon worden.

Ook bij Nirvana was dat het geval.

Nichepubliek wil geld uitgeven aan muziek die zij goed vinden

Toen begin jaren negentig in Seattle een nieuw, opwindend rockgeluid ontstond, trokken muziekjournalisten er van heinde en verre heen om de sappigste scoops te scoren. ging zelfs zover het grunge-taaltje te onderzoeken. Wat de verslaggever echter niet wist, is dat zijn bron al die vragen van dweepzieke journalisten zo beu was, dat ze ter plekke enkele uitdrukkingen verzon.

(The New York Times blijft er overigens bij dat uitdrukkingen als ‘swinginon the flippity-flop’ en ‘bound-and-hagged’ in 1992 gebruikelijk waren voor

Die tijd lijkt grotendeels achter ons te liggen. Via streamingdiensten, YouTube, Bandcamp of andere voorzieningen kun je muziek direct beluisteren. Veel makkelijker en sneller dan eerst muziekinterviews en -artikelen lezen. De band- of persoonscultus wordt zo naar de achtergrond verdrongen.

Een duidelijk voorbeeld is de groep Alt-J, die in een Belgische krant verklaarde dat ze na één miljoen verkochte platen wel bekend zijn bij een bepaald publiek, maar nergens op straat herkend worden. Twintig jaar geleden zou dit moeilijker zijn.

Kurt Cobain. Hilversum, 25 november 1991. Foto: Michel Linssen/Getty Images

‘De relatie tussen artiest en fan is aan het veranderen’

Terwijl die relatieve onbekendheid wel kan waarderen, zijn er ook bands die heimwee hebben naar de periode dat er nog ‘echte rocksterren’ waren. Zo wees -zanger Tom Meighan in 2010 op het feit dat internet de mythe van de rockster om zeep aan het helpen was. Bands steken zoveel tijd in het documenteren van hun backstage-leven, dat er nog maar weinig aan de verbeelding wordt overgelaten,

Nine Inch Nails-frontman Trent Reznor kan erover meepraten. Hij experimenteerde een tijdje met Twitter ‘om de fans wat meer van zijn persoonlijkheid te tonen.’ Niet iedereen vond dat een goed idee, ‘Sommigen voelden zich meer betrokken, terwijl anderen ontdekten dat er een persoon (met gebreken en al) achter de band schuilt. Nog weer anderen deinsden verschrikt terug toen ze merkten dat ik niet degene was die ze van mij hadden gemaakt.’

Hoewel je internet natuurlijk ook kunt gebruiken om een rockmythe te creëren, toont Reznors getuigenis wel de verschillende reacties die de aanwezigheid van muzikanten op sociale media uitlokken. ‘De relatie tussen artiest en fan is aan het veranderen,’ merkt de Nine Inch Nails-oprichter dan ook terecht op. De schuldige? Het internet.

Wachten op de nieuwe generatie fans

Dat Kurt Cobain de laatste rockicoon wordt genoemd, ligt kortom niet enkel aan zijn charismatische uitstraling, zijn talent en zijn jonge dood. Vooral het internet, het direct tot muziek kunnen komen in plaats van via de media en de veranderde artiest-fanrelatie, maakt deze tragische rocker tot de laatste rockgod.

Vandaag zou Kurt Cobain het waarschijnlijk heel wat moeilijker hebben om het icoon te worden dat hij nu is.

Gelukkig gaan Cobains nabestaanden zorgvuldig met zijn erfenis om. Na de nieuwe documentaire over Kurt Cobain, Montage of Heck, zal de geur van ‘teen spirit’ weer frisser ruiken dan ooit tevoren.

Binnenkort speelt de documentaire over Kurt Cobain van Brett Morgen en geproduceerd door dochter van Cobain en Courtney Love Frances Bean, in de bioscoop.​

Let maar op: de volgende hiphopsensatie komt van Schiermonnikoog Er was een tijd dat rappers elkaars rivalen waren. Dat gaat er nu anders aan toe: vorige week trokken twintig Nederlandse rappers naar het rustieke Schiermonnikoog om samen muziek te maken en op te nemen. Gastcorrespondent Thomas Heerma van Voss ging met hen mee en kwam terug met deze prachtige reportage. Lees het verhaal hier terug Met dank aan de techniek krijg je twee bluesartiesten voor de prijs van één Toen The Guardian in 2010 stelde dat de muziek van bluesicoon Robert Johnson al meer dan zeventig jaar te snel wordt afgespeeld, stonden muziekliefhebbers met de handen in het haar. Hebben wij al die tijd een vervalsing verafgood? De vraag confronteert ons met de techniek, ons luistergedrag en met de tijdgeest. Een gastbijdrage van Johannes de Breuker. Lees het verhaal hier terug