Met half werk zijn we weldra...zo gelukkig als op Okinawa
Kan beleid een bevolking gelukkig maken? Ik dook in de geluksdata en kom uit bij vier tegeltjeswijsheden. De conclusie: het ei van Columbus voor geluk bestaat niet. Of toch wel?
Zoek de overeenkomsten tussen de volgende drie personen:
- Meneer Sato (34 jaar) werkt 110 uur per week bij een voedselfabriek.
- Meneer Takahashi (37 jaar) is buschauffeur en werkt 3.000 uur per jaar. Hij heeft de afgelopen vijftien dagen geen enkele dag vrij gehad.
- Mevrouw Uchida (22 jaar) is verpleegster en draait vijf keer per maand diensten van 34 uur.
Ze zijn allemaal Japans en ze werken hard. Keihard. Nog een overeenkomst: ze leven niet meer. Alle drie zijn ze overleden aan een hartaanval of een beroerte, een direct gevolg van hun overwerktheid. Dit soort sterfgevallen komen zoveel voor in Japan, dat er een speciaal woord voor is: ‘karoushi,’ dood door overwerk. In 2013 waren er 133 gevallen van karoushi.
Je genen zijn voor één derde verantwoordelijk voor je geluksgevoel. De rest wordt bepaald door je omstandigheden. Dit extreme voorbeeld uit Japan laat zien welke omstandigheden dat zoal zijn: gezondheid, werk en sociale contacten. Samen met geld zijn dit de vier belangrijkste voorwaarden voor een gelukkig leven.
Oud nieuws, zou je zeggen. Maar als we met overheidsbeleid geluk willen stimuleren is het niet genoeg om te weten dat deze factoren van invloed zijn; we moeten ook begrijpen hoe ze ons geluk beïnvloeden.
Door de beschikbaarheid van geluksdata, weet de wetenschap hier steeds meer over. Ik zet de bevindingen op een rij aan de hand van vier tegeltjeswijsheden. Wat maakt ons nu wel of niet gelukkig?
1. Geld maakt niet gelukkig
Maakt geld gelukkig? Richard Easterlin onderzocht deze vraag al in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Zijn data lieten zien dat economische groei niet leidde tot een gelukkiger land. Zo waren landen die decennia sterk waren gegroeid, zoals de Verenigde Staten, niet gelukkiger geworden.
In 2013 gooiden Betsey Stevenson en Justin Wolfers een flinke knuppel in het gelukseconomenhok. Zij lieten met nieuwe data zien dat rijkere landen wel degelijk gelukkiger zijn. De bevinding kreeg veel aandacht in de media. ‘Geld kan geluk kopen’ kopte de The Economist naar aanleiding van het onderzoek. Ook onze eigen Telegraaf pikte het nieuws op: ‘Meer geld maakt altijd gelukkiger.’
Het beeld is echter genuanceerder dan de koppen doen vermoeden. De relatie tussen geld en geluk is ‘log lineair’: de grafiek ziet er niet uit als een rechte lijn, maar als een omgekeerde skischans (zie grafiek). Dat betekent dat elke euro gelukkiger maakt, maar wel minder gelukkig dan de vorige. Op een gegeven moment voegt die extra euro zo weinig toe, dat je een heleboel geld nodig hebt om nog een beetje gelukkiger te worden. Je zou keihard kunnen gaan werken, maar je kunt je energie beter steken in dingen die meer geluk opleveren, zoals je familie of je gezondheid.
Wat de skischans ook laat zien, is dat de relatie tussen geld en geluk wel erg sterk is voor lage inkomens. In arme landen doet die extra euro er dus wel degelijk toe. Daar kan meer geld betekenen dat je beter voedsel kunt kopen, je je kinderen naar school kunt sturen of in een comfortabel huis kunt wonen.
Ook binnen landen zie je een verband tussen geld en geluk: rijkere mensen zijn gelukkiger dan arme. Weer is die relatie log lineair, de toegevoegde waarde van extra inkomen wordt steeds kleiner. Dit geldt overigens voor een breed scala aan landen: van Zuid-Afrika tot Pakistan, van de Verenigde Staten tot Rusland.
Een stevige kanttekening: het inkomenseffect komt deels doordat mensen zich vergelijken met hun omgeving. Het maakt dus niet per se uit of je rijk bent, maar wel of je rijker bent. Dit leidt tot een ratrace, die goed zichtbaar wordt in extreme gevallen. Toen er bij de Postcode Loterij BMW’s werden verdeeld onder de winnaars, stond er een half jaar later bij veel buren ook een nieuwe auto op de stoep.
2. Het nuttige met het aangename verenigen
Werkloosheid slaat een flinke deuk in de geluksbeleving. Werkloos worden is net zo schadelijk – en vaak nog schadelijker - als scheiden. Terwijl mensen zich na veel andere tegenslagen herstellen, blijven werklozen structureel minder gelukkig dan werkenden. Dit komt niet alleen door het inkomensverlies: al zou een werkloze een uitkering ontvangen ter grootte van zijn oude salaris, dan nog was hij ongelukkiger. Als je je baan kwijtraakt, tast dat immers vaak ook je sociale status en zelfvertrouwen aan. Bovendien verlies je het dagelijkse contact met collega’s.
Sociale normen spelen hier een belangrijke rol. Zo is het effect kleiner als de werkloosheid in een land hoog is. Dat lijkt op het eerste gezicht vreemd, want meer werklozen betekent meer concurrentie op de arbeidsmarkt. Maar het is ook ‘normaler’ om werkloos te zijn en daarmee sociaal aanvaardbaarder. Hetzelfde fenomeen zie je als werklozen de pensioenleeftijd bereiken. Hun geluk wordt opeens een stuk hoger als hun werkende leeftijdsgenoten met pensioen gaan.
Het gaat natuurlijk niet alleen om of je werkt, maar ook om hoe je werkt. Een baan moet zinvol zijn, realistische doelen hebben, bij de werknemer passen en een mate van zelfstandigheid bieden. Intrinsieke motivatie is onontbeerlijk en staat soms zelfs haaks op financiële drijfveren. Middelbare scholieren die voor een kleine vergoeding geld inzamelden voor een goed doel, deden minder hun best dan scholieren die niet werden betaald. Dit betekent natuurlijk niet dat werknemers voor niks moeten gaan werken, maar wel dat intrinsieke motivatie niet zomaar ‘gekocht’ kan worden.
3. Een gezonde geest in een gezond lichaam
Wetenschap bevestigt de intuïtie: gezondheid is belangrijk voor geluk. Al maken ziektes en handicaps ongelukkig, er is ook bewijs dat mensen wennen aan hun situatie. Zulke gewenning wordt duidelijk als we kijken naar een extreme: mensen die na een ongeluk verlamd zijn geworden. Zoals te voorspellen, daalt hun geluk flink als gevolg van de ingrijpende gebeurtenis. Maar het gaat langzamerhand weer richting het oude niveau. Het herstelt zich echter nooit helemaal: het ongeluk - het woord zegt het al – maakt structureel ongelukkiger. Hoe zwaarder de handicap, des te minder het geluk zich herstelt.
Natuurlijk is gezondheid niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal. Een goede geestelijke gesteldheid is een van de belangrijkste voorwaarden voor geluk. Dat klinkt misschien tautologisch, maar dat is het niet. Er zijn meerdere voorwaarden voor tevredenheid met leven. Zo zal een depressief persoon met een goede baan ongelukkig zijn, maar een werkloze met een gezonde geest ook.
4. Gedeelde smart is halve smart
Nog zo’n intuïtief resultaat: sociale contacten zijn essentieel voor een gelukkig leven. Mensen die regelmatig contact hebben met familie, vrienden en buren scoren zo’n punt hoger op de geluksladder. Contact maakt dus gelukkig, maar dragen we ons geluk ook over aan onze dierbaren? Is het besmettelijk? Uit onderzoek blijkt dat gelukkige mensen samenklitten, maar dat ze geluk ook aan elkaar doorgeven. Dit gebeurt niet alleen door fysiek contact, maar ook via sociale media. Stel, het regent en ik zet wat droefgeestige berichten op Facebook. Dan beïnvloedt dat de stemming van mijn vrienden, ook als ze zich in zonnigere oorden bevinden.
Het mechanisme lijkt duidelijk: gedeelde – gesharede - smart is halve smart. En gedeeld geluk is dubbel geluk. Dus als je gelukkig wilt zijn, kun je maar beter wat mensen om je heen verzamelen. Het positieve effect van sociale contacten komt niet enkel doordat je positieve aandacht ontvangt van anderen. Juist altruïstische acties, waarbij je je aandacht op de ander richt, zijn goed voor je geluksgevoel. In een experiment ontvingen deelnemers honderd dollar. Sommigen werd gevraagd het geld te besteden aan zichzelf; anderen moesten het geld uitgeven aan een goed doel of een cadeau. De laatste groep bleek na het experiment een stuk gelukkiger dan de eerste. De deelnemers voelden zich blijkbaar beter als ze geld uitgaven aan een ander dan als ze het opmaakten aan zichzelf.
Een laatste wijsheid: geen woorden maar daden
De onderzoeksresultaten kunnen worden samengevat in tegeltjeswijsheden. Ze zijn ‘spreekwoordelijk’ geworden. En toch leven we er niet naar. Waar de een zich een burn-out werkt, zit de ander thuis zonder baan.
Bovendien is onze samenleving nog altijd ingericht rond betaald werk. Daardoor houden we weinig tijd over voor sociale contacten of onze gezondheid, terwijl die juist essentieel zijn voor ons geluk.
Het voorbeeld van karoushi, waar dit verhaal mee begon, liet zien hoe verschillende factoren uit balans kunnen raken: te veel nadruk op werk, te weinig op gezondheid en sociale contacten. Die onbalans had verregaande gevolgen.
Intussen in Okinawa
Maar de oplossing ligt misschien ook wel in Japan, op het eiland Okinawa. Hier is het leven gemoedelijk, het weer lekker en het eten gezond. Niemand werkt zich hier de dood in. Traditiegetrouw worden veel gemeenschappelijke activiteiten ondernomen, waar alle generaties aan meedoen. De levensverwachting is een van de hoogste ter wereld; er zijn 740 honderd-plussers op dit eiland.
Dat de utopie van Okinawa en het schrikbeeld van karoushi naast elkaar kunnen bestaan in één land, komt vooral doordat verschillende Japanse normen tegelijkertijd in stand worden gehouden. Enerzijds ligt de nadruk op gemeenschap en gezondheid; anderzijds op hard werken, geld verdienen en veel bezitten.
Om een rijk land als Japan (of Nederland) gelukkiger te maken, moeten schadelijke sociale normen op de schop. Dat is natuurlijk niet gemakkelijk, maar de geschiedenis kent genoeg voorbeelden van zulke veranderingen. Om het geluk in armere landen op te krikken, is meer nodig: de armoede bestrijden, meer en betere banen creëren, de gezondheidszorg verbeteren.
De beleidsimplicaties van het geluksonderzoek zullen dus per land verschillen. Maar, er is een idee dat op alle vlakken verbetering kunnen brengen: de kortere werkweek. Dat is voor gelukzoekers in feite het ei van Columbus: als we de werklast gelijker zouden verdelen, gaat zowel de werkloosheid als de overwerktheid omlaag.
Dat heeft positieve effecten op onze gezondheid en we hebben bovendien meer tijd voor onze familie en vrienden. Sommigen zouden minder verdienen, maar uit onderzoek blijkt dat geld vaak toch niet gelukkiger maakt.
Misschien is het tijd voor een nieuw tegeltje:Met half werk zijn we weldra, Zo gelukkig als op Okinawa.