Op De Nieuwste School is mentor zijn een fulltime baan
De komende weken bezoek ik scholen die het anders doen. Vandaag: De Nieuwste School in Tilburg. Waar leerlingen de vakken humanics, science en arts kunnen volgen, uitgaan van hun eigen verwondering én goede examenresultaten boeken. Hoe doet de school dat?
‘Ik wil weten in hoeverre Hitlers plannen zijn geslaagd en wat hij wilde bereiken, enzo.’ In ‘Het koetshuis,’ de rommelzolder waar soms ook de schoolbandjes spelen, vertelt Teun Verdonck (15) over het onderzoek waar hij de komende weken aan wil werken. ‘Lijkt me gewoon interessant.’
Klasgenoot Auck Schrover (15) weet nog niet precies waar zij de komende zes weken achter wil komen. Een tijd terug kwam er op school een gastspreker langs die Jehova’s Getuige was en dat vond de leerling uit 3 havo zo interessant dat ze er meer over wil weten. Maar welke kant het onderzoek op moet gaan? ‘Nog geen idee.’
Ik ben op bezoek bij De Nieuwste School in Tilburg, een school die anders werkt dan veel andere scholen in Nederland. Zo doen Auck en Teun hun onderzoek als ‘meesterproef’ voor het vak humanics, waarin de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en economie gebundeld zijn.
Het is niet het enige ‘nieuwe’ vak dat op De Nieuwste School ontwikkeld is. Twee jaar terug kwam het docententeam bij elkaar om de eindtermen van alle vakken uit te knippen en her te sorteren. Er werd goed gekeken naar wat leerlingen per vak moesten kunnen en kennen en er werd gezocht naar nieuwe, vakoverstijgende dwarsverbanden. Dat leverde naast humanics ook de vakken science en arts op.
De meesterproef is het sluitstuk van drie jaar onderbouw (leerlingen van 12 tot 15 jaar) op De Nieuwste School en is exemplarisch voor de manier waarop het onderwijs op de school is vormgegeven. In periodes van zes weken wordt binnen thema’s gewerkt en zijn leerlingen na een aantal oriënterende lessen voortdurend, op hun laptop, bezig hun eigen onderzoek uit te voeren aan de hand van vragen die zij zelf hebben. Alleen bij wiskunde, Nederlands en de moderne vreemde talen krijgen leerlingen nog ‘gewoon’ les, bij humanics, science en arts wordt voortdurend gewerkt vanuit het principe van ‘onderzoekend leren.’
Van idealisme naar realisme
Auck is blij met die aanpak. ‘Doordat je onderzoek doet naar dingen die je interessant vindt, sla je informatie beter op.’ Dat leerlingen informatie beter opslaan wanneer zij die zelf construeren, wordt het ‘generation effect’ genoemd, en wordt veelal gezien als bewijs voor de doeltreffendheid van onderzoekend leren. Het is de basis van veel nieuwe scholen, blijkt bijvoorbeeld uit de explosieve groei van het aantal basisscholen dat werkt volgens het O4NT-concept, beter bekend als de ‘ipadscholen’ en uit nieuwe scholen met namen als ‘De Verwondering,’ ‘De Ontdekking’ of ‘De Ontplooiing.’
Toch zijn er bij die aanpak kanttekeningen te plaatsen. Zo blijkt uit onderzoek dat in het wilde weg ‘ontdekken,’ zonder begeleiding, het leren niet ten goede komt.
Dat ondervond De Nieuwste School in haar beginjaren ook. In die begintijd hadden de leerlingen nog veel meer vrijheid, werd er nauwelijks getoetst en werden vakken als Nederlands en Engels niet aangeboden omdat gedacht werd dat leerlingen die talen zelf wel zouden leren als ze die nodig hadden voor hun onderzoek.
Bas Leijen, nu verantwoordelijk voor het onderwijs in leerjaar 1, kwam hier negen jaar geleden werken. ‘Het idee was toen dat leerlingen door zelf vragen te stellen uiteindelijk bij de stof komen die ze moeten kennen voor het eindexamen. Dan knallen we er tegen die tijd nog een examentraining tegenaan en dan kunnen ze het eindexamen wel maken, was de gedachte.’
Je kunt er niet van uitgaan dat leerlingen overal even verwonderd over zijn, dat ze al die dingen allemaal willen weten en er zelf achteraan gaan. Je moet ernaartoe werken
Dat bleek niet te werken.
De eerste lichting vmbo’ers die examen mochten doen, haalde gemiddeld een 5,4 voor het eindexamen. Ver onder het landelijk gemiddelde. Een jaar later scoorden ook de havoleerlingen gemiddeld een 5,4 op het eindexamen. De vmbo-afdeling kwam onder verscherpt toezicht van de Onderwijsinspectie te staan. Minder leerlingen meldden zich het jaar daarop aan en de school stond op het punt failliet te gaan.
Idealisme maakte plaats voor realisme. Leijen: ‘We hebben gewoon te maken met een eindexamen. Daar moet je ontzettend veel kennis voor hebben, voor allerlei vakken. Je kunt er niet van uitgaan dat leerlingen overal even verwonderd over zijn, dat ze al die dingen allemaal willen weten en er zelf achteraan gaan. Je moet ernaartoe werken.’
En dus werden in de bovenbouw traditionele vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en biologie weer ingevoerd en kregen leerlingen in de onderbouw voortaan humanics, science en arts, wiskunde, Nederlands en moderne vreemde talen. ‘Er wordt voortdurend gezocht naar een balans tussen de exameneisen en wat leerlingen willen leren,’ staat nu op de site van De Nieuwste School te lezen.
Inmiddels staan alle afdelingen (vmbo, havo en vwo) onder basistoezicht (de laagste vorm van toezicht), wat inhoudt dat de Onderwijsinspectie het onderwijs op de school voldoende beoordeelt en zich geen zorgen maakt. De examenresultaten zijn weer op orde en de leerlingenaantallen nemen toe. Afgelopen jaar wilden 225 groep-8’ers in de brugklas van De Nieuwste School instromen. De school moest loten.
Makelaar in relaties
‘Wij willen hier ook niet meer dan 750, 800 leerlingen hebben,’ zegt Reinier Geurts, die opgeleid is als geograaf en nu al drie jaar ‘expert’ (op andere scholen: ‘docent’) is in de sectie humanics. ‘Die kleinschaligheid past het beste bij onze visie. Die maakt dat we persoonlijke aandacht kunnen hebben voor al onze leerlingen.’
Die persoonlijke aandacht komt ook tot uiting in de belangrijke rol die de mentor heeft in de school. Waar het mentoraat op veel scholen een taak is die docenten er verplicht bij moeten doen, heeft iedere klas op De Nieuwste School de eerste drie leerjaren een eigen mentor, een ‘makelaar in relaties,’ die is aangesteld om de leerlingen te begeleiden en contact met de ouders te onderhouden. De mentor ziet zijn leerlingen niet alleen tijdens het dagelijkse mentoruur, maar loopt ook mee met de klas tijdens science, wiskunde of Spaans.
Manon Melkert is zo’n mentor. Als een leerling spijbelt, is zij degene die contact zoekt met de ouders. Als de experts zich zorgen maken over een van haar leerlingen, is zij degene die met de leerling in gesprek gaat. Bij een conflict tussen een expert en een leerling, is zij degene die bemiddelt.
Dit jaar vervult Melkert nog een dubbelrol, zij geeft ook Engels, maar er wordt van haar verwacht dat zij volgend jaar kiest: of mentor, of expert. Want die twee taken wil de school strikt gescheiden houden. En terecht, vindt Melkert: ‘Je hebt een mentor nodig om het hele proces te begeleiden en monitoren. Om dat goed te kunnen doen, mag er geen ruis op de zender zijn.’
Is dat dan niet duur, al die persoonlijk aandacht? Ja. Alleen al voor de eerste drie leerjaren zijn zeventien mentoren in dienst.
Meer dan tevreden
Maar waarom ook niet? Door al die mentorlessen is er weliswaar minder tijd over voor lessen in reguliere vakken, maar voor de examenresultaten blijken al die lessen Engels, Nederlands of wiskunde niet nodig. De experts Engels krijgen het bijvoorbeeld voor elkaar om in twee lesuren per week heel goede eindexamenresultaten te halen. En ook in veel andere vakken doen de experts van De Nieuwste School niet onder voor hun collega’s op andere scholen.
Daar staat bovendien tegenover dat een expert op De Nieuwste School zich kan focussen op het doceren. Geurts: ‘Op mijn vorige school moest ik naast het lesgeven als mentor leerlingen helpen bij hun profielkeuze, aanspreken op hun huiswerkgedrag, gesprekjes voeren met ouders en zorgleerlingen begeleiden. Dat moest ik allemaal in één uurtje proppen. Hier niet. En ik kan mijn taak als expert veel beter uitvoeren als ik geen ruis heb. Ik hoef het niet op te lossen als een leerling keer op keer zijn huiswerk niet maakt. Dat maakt het contact met die leerling ook veel prettiger.’
Ik heb niet het idee van: o, we moeten weer allemaal dingen van ze doen
Ook Auck noemt de leraar-leerlingrelatie als belangrijkste reden dat zij zich prettig voelt op de school. ‘Ik hoor vaak van leerlingen op andere scholen dat het de leraren daar allemaal niet zoveel boeit, en onze leraren hebben heel erg veel motivatie heb ik altijd het idee. Ze vinden het leuk om af en toe een praatje met ons te maken of gezellig te doen in de klas. Dat vind ik heel fijn. Ik heb niet het idee van: o, we moeten weer allemaal dingen van ze doen.’
De grootste prestatie van De Nieuwste School is dan ook niet dat de examenresultaten op orde zijn, maar dat leerlingen er zo ontzettend tevreden zijn. Zij geven de school gemiddeld een 7,6, tegenover een 6,8 gemiddeld landelijk. Zij geven aan dat zij zich gehoord voelen, geholpen worden bij het maken van belangrijke keuzes en dat docenten hen met respect behandelen. Auck: ‘Het enige wat ik minder leuk vind is dat ik zo ver moet fietsen.’
Ook ouders zijn bovengemiddeld tevreden. Ouders geven de school een 8, tegenover een 7,3 landelijk.
Op naar een maatwerkdiploma
Toch zien Geurts, Leijen en Melkert nog ruimte voor verbetering. Leijen: ‘Waar we heel erg naar op zoek zijn op het moment, is een goede persoonlijke, digitale leeromgeving waar de resultaten van die leerling in staan, maar ook het werk van de leerling en de feedback die hij gekregen heeft.’ Geurts vult hem aan: ‘Want je ziet hier overal leerlingen achter hun laptop. Maar zitten ze achter Facebook, zijn ze een artikel aan het lezen of zijn ze aan het leren? Daar willen we meer inzicht in krijgen.’
De drie zijn ook gecharmeerd van het idee dat Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad, eind maart in de Volkskrant pitchte om een maatwerkdiploma in te voeren. Een leerling zou niet meer al zijn vakken op hetzelfde niveau moeten doen, maar per vak zou bekeken moeten worden wat het niveau van de leerling is. Op zijn diploma zou dan kunnen staan dat hij Frans, Nederlands en aardrijkskunde op vwo-niveau heeft gedaan en wiskunde, Duits en geschiedenis op havoniveau.
Vandaag bezoek ik het MMvmbo in Groesbeek, waar leerlingen nu al vakken volgen op verschillende niveaus en op verschillende niveaus eindexamen kunnen doen.
Lijkt me gewoon interessant.