Levert TTIP echt banen op?
Momenteel wordt er onderhandeld over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), het handels- en investeringsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Volgens voorstanders levert het de EU 400.000 banen op, tegenstanders zeggen dat het juist 100.000 banen kost. Wat is waar? Als factcheckers gaan wij het uitzoeken en kunnen we jullie hulp goed gebruiken.
De afgelopen tijd verschenen op De Correspondent verschillende stukken over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), het handels- en investeringsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Er bestaat veel scepsis over dit ‘grootste handelsakkoord ooit.’ En veel enthousiasme onder bedrijfsleven en politieke kopstukken, zoals Duits bondskanselier Angela Merkel en Brits premier David Cameron.
Een belangrijk argument dat gebruikt wordt door de voorstanders van TTIP, is dat het handelsverdrag de EU, en dus Nederland, economische groei oplevert. Het zou goed zijn voor de werkgelegenheid: Premier Mark Rutte stelde dat TTIP Europa op termijn tot wel 400.000 banen op zal leveren.
Waar komen de verschillende voorspellingen van banengroei of -afname vandaan?
Het is niet de enige voorspelling over de uitwerking van het verdrag. Critici wijzen onder andere op een Amerikaans onderzoek waaruit zou blijken dat TTIP ervoor zorgt dat er in de Europese Unie juist honderdduizenden banen verdwijnen, vooral in Noord-Europa.
Wij factcheckers gaan ons de komende week bezig houden met de verschillende banenclaims. We richten ons daarbij op de vraag: waar komen de verschillende voorspellingen over banengroei of -afname vandaan? En hoe plausibel zijn ze? Kunnen we de stelling ‘TTIP levert Nederland banen op’ beoordelen als ‘waar’ of ‘onwaar,’ of zijn zulke claims überhaupt niet te maken?
Omdat de economische voorspellingen over de uitwerking van TTIP behoorlijk uit elkaar lopen, vragen wij ons af wat er binnen onze groep lezers bestaat aan expertise. Specifieke vragen: zijn bestaande onderzoeken door voor- en tegenstanders juist geïnterpreteerd? Is er een belangrijke rapport of onderzoek dat we niet mogen missen?
Zoals bekend laten we ons als factcheckers zo min mogelijk leiden door meningen. Wel maken we graag gebruik van jullie expertise. Welke informatie, groeiclaim of afbeidsmarktprognose moeten we absoluut in onze overweging meenemen? We zijn benieuwd.
Deze oproep schreef ik samen met Yorick Smakman, met wie ik deel uitmaak van het factcheckcollectief de Pinokkiofactor.