Justin ‘Skillet’ Johnson is 21 jaar en vader van een dochtertje van één. Hij werkt gemiddeld 35 uur per week in een McDonald’s in St. Louis, Missouri. Dat doet hij nu vier jaar, maar nog steeds verdient hij niet meer dan het minimumloon, dat in deze staat 7,65 dollar per uur bedraagt. Onvoldoende om zijn gezin van te onderhouden. Bij McDonald’s verwachten ze dat je je tanden blootlacht, zegt hij, maar waarom krijgt hij dan niet genoeg geld voor een tandartsverzekering?

Justin ‘Skillet’ Johnson bij demonstratie in St. Louis. Foto: Arjen van Veelen

Ik kwam Johnson woensdag tegen bij een demonstratie van de beweging ‘Fight for 15,’ die opkomt voor een hoger minimumloon voor fastfoodmedewerkers — vijftien dollar, twee keer zo veel als nu. in enkele Amerikaanse steden met stakingen en protesten van vooral McDonald’s-personeel.

Inmiddels is ‘Fight for 15’ uitgegroeid tot een geoliede, landelijke organisatie die strijdt voor hogere lonen en betere werknemersrechten. Niet alleen voor fastfoodmedewerkers, ook voor mensen in de thuiszorg of voor supermarktpersoneel. En voor universitair docenten, die in de VS vaak onder de armoedegrens leven.

In ruim tweehonderd Amerikaanse steden gingen woensdag in totaal 60.000 mensen de straat op. De Fight for 15-organisatie noemde het

Demonstranten leveren

In St. Louis trok de demonstratie enkele honderden mensen. Meer dan sommige van de protesten in Ferguson tegen die wereldnieuws werden. Maar deze demonstratie was gelikter. Er zit een vakbond achter.

Vakbonden, met name de zorgbond Service Employees International Union, hebben in de Fight for 15-beweging gestoken. Dat merkte je. In Ferguson maakten de mensen bij protesten tegen politiegeweld vaak zelf protestbordjes met karton en stift. Die zag je hier nauwelijks. Wel de plastic borden met voorgedrukte slogans. Elke deelnemende bond of organsatie had ook toegezegd een bepaald aantal demonstranten te ‘leveren.’ Mij werd drie keer door vrijwilligers gevraagd of ik me wilde registeren. Zo kon worden bijgehouden wie er waren komen opdagen.

Veel McDonald’s-medewerkers liepen er overigens niet mee. Wel veel vakbondprofessionals, religieuze leiders, wetenschappers, wat hotelpersoneel, mensen uit de zorg, allerhande vrijwilligers. Waarbij moet worden aangetekend dat staken en demonstreren hier een heldhaftige daad is. Je bent je baan zo kwijt; voor jou tien anderen. En werken in de McDonald’s is geen bijbaantje, maar voor veel mensen de enig mogelijke carrière.

De McDonald’s-medewerker Johnson, die ik hierboven citeerde, liep ik ook niet zomaar tegen het lijf. Hij werd me aangewezen door iemand van de organisatie die over de pers ging. Hij had al vaker interviews gegeven.

Fastfood en Ferguson...

Deze demonstratie was kortom heel anders dan de spontane chaos in Ferguson. Tegelijk zijn er sterke banden tussen ‘Fastfood,’ ‘Ferguson’ en de vakbonden. Al was het maar omdat het merendeel van het fastfoodpersoneel in St. Louis (en veel andere steden) zwart is. De McDonald’s-vestiging in Ferguson, die deze zomer het epicentrum was van demonstraties, was ver daarvoor al verzamelpunt voor de lokale tak van de fastfoodbeweging.

Woensdag tijdens de demonstratie zag je zodoende ook leuzen als Black Workers Matter — een variatie op de leus Black Lives Matter, van de beweging tegen politiegeweld. Ik herkende ook veel gezichten van jonge activisten van vorige demonstraties.

Zoals de prominente Rasheen Aldridge (20). Hij zei eerder tegen een lokale universiteitskrant dat er een gemene deler is tussen de bewegingen, namelijk: armoede. ‘Als we in onze gemeenschappen banen hadden die mensen daadwerkelijk een leefbaar inkomen boden, geen minimumloon waarop je nauwelijks kunt overleven,

De demonstranten voor arbeidsrechten en raciale gelijkheid trokken vroeger ook samen op. Toen Martin Luther King in 1968 in Memphis werd vermoord, was hij daar om stakende vuilnismannen te ondersteunen.

...verenigd door de vakbond

Maar er speelt nog iets mee. Net als in Nederland verloren de vakbonden de laatste decennia aan relevantie. Jongeren zijn er nauwelijks voor te porren. Terwijl ze wel de straat op gingen in Ferguson, en met de fastfoodbeweging.

Door zich aan te sluiten bij het momentum van de nieuwe burgerrechtenbeweging en het vakbondswerk ook als strijd voor raciale rechtvaardigheid neer te zetten, hopen de vakbonden weer relevanter te worden - en populairder onder jongeren. Daarom steken ze er geld in.

En dat werkt. Want woensdag liepen er in elk geval veel jonge mensen met protestbordjes die niet alleen om loonsverhoging vroegen, maar ook om een vakbond (McDonald’s-medewerkers hebben die niet). Dankzij de jonge Fastfood- en Ferguson-activisten kwam er leven in de brouwerij van de vakbondsdemonstratie. Dankzij actiemiddelen die ook werden ingezet tijdens demonstratie tegen politiegeweld: op straat gaan liggen om een straat tijdelijk te blokkeren, bijvoorbeeld. Of een restaurant binnen te stormen en tijdelijk te bezetten, tot schrik van de klanten.

Verandert er iets?

Grote winkelketens als Walmart en Target verhoogden de afgelopen maanden al hun lonen. Ook McDonald’s deed er deze maand een dollar bij. Al geldt dat alleen voor de McDonald’s-vestigingen die van het bedrijf zelf zijn, niet voor de franchises — en negentig procent van de restaurants is een franchise. In heel de VS is er een debat over het verhogen van het wettelijk minimumloon. In Seattle is het al vijftien dollar geworden. In Chicago stijgt het komende jaren naar dertien.

Zoals de Maagdenhuisbezetting niet alleen over universiteiten gaat, zo gaat Fight for 15 over veel meer dan minimumloon voor McDonald’s-medewerkers. Met de vakbond als financier, vloeien twee grote bewegingen samen: die tegen economische ongelijkheid en die tegen raciale ongelijkheid. Woensdag zag je dus professoren protesteren mét patatbakkers.

En na ongeveer twee uur demonstreren arriveerden er bussen. Wie wilde, kon instappen. Naar Ferguson natuurlijk, naar de McDonald’s.

Waarom sommige Amerikanen veel te veel lopen (en ik te weinig) Amerikanen lopen niet, is het cliché. Dat Amerikanen wel heel graag willen lopen, is minder bekend. De laatste jaren is ‘walkability’ het toverwoord voor Amerikaanse steden. De twintigste eeuw was de eeuw van de auto, de eenentwintigste eeuw moet de eeuw van de voetganger worden. Lees het stuk hier terug In dit spookbos ontdek je: kleurenblindheid is een sprookje Zestig jaar geleden verrees in het centrum van St. Louis, Missouri een gigantisch socialehuurwoningencomplex. Het zou utopia moeten worden voor bewoners van voormalige sloppenwijken. Nu groeit op die plek een mysterieus bos. Ik ging er kijken en vond er spoken uit het verleden en lessen voor het heden. Lees het stuk hier terug