De twee hadden een lange, pijnlijke geschiedenis samen. Hij was voor de ene club, hij voor de andere. Er moest gestreden worden. En dus smeet de ene de andere op de grond, zette hij zijn mond op zijn gezicht, zoog hij bij de ander het oog uit de kas, beet hij de slijmerige draad erachter kapot en spuugde die het uit op straat. Daarna ging hij naar huis en nam hij zijn vrouw en kinderen mee naar de Burger King.

Het is een van de ontmoetingen tussen Britse hardekernsupporters waarover meesterschrijver verhaalt in zijn boek Buford, een Amerikaan, verhuist in de jaren tachtig naar Engeland. Op een avond ziet hij voetbalhooligans een trein slopen. Vanuit ongeloof over dit geweld probeert hij in de jaren daarna uit te zoeken wat voetbalhooligans beweegt. Hij wil optrekken met de jongens die in zijn ogen hun welzijn en dat van anderen op het spel zetten, zogenaamd uit clubliefde.

Ervaren hoe clubliefde voelt

Zijn hoofdvraag ‘Wat bezielt hen?’ probeert hij eerst van afstand te beantwoorden. Maar al snel komt het besef dat hij pas tot een antwoord komt als hij zelf voelt hoe allesoverheersend die ‘clubliefde’ is. Praten met hooligans lukt aanvankelijk niet: journalisten zijn nu eenmaal teringlijers. En dan is Buford nog een ook.

Maar na een periode moederziel alleen wedstrijden en de bijbehorende clubkroegen te bezoeken, slaagt hij erin contact te maken met mannen als Roy Downes; hoge omes binnen de harde kern.

‘Roy zag eruit alsof hij besloten had zich in barsheid en bedachtzaamheid te hullen zoals een ander ‘s morgens besluit een bepaald kledingstuk aan te trekken. Ik kwekte maar door - vriendelijk, Californisch, met zo’n air van ‘goh-wat-is-het-toch-leuk-op-de-wereld,’ tot Roy, die niet opkeek van wat hij op het plein zag, ten slotte vroeg of ik misschien mijn mond wilde houden.’

Het onderwerp neemt Buford over

In de jaren die volgen, gaat Buford mee naar honderden wedstrijden en bijeenkomsten. Hij komt terecht bij een neo-nazigroep, reist achter een paar clubs aan door Europa, vangt zelf de nodige klappen, krijgt een paar trouwe vrienden, zegt soms de verkeerde dingen tegen de verkeerde mensen en probeert om te gaan met de gevolgen daarvan. Zijn leven verandert ingrijpend door zijn onderzoek, iets waarvan hij zich naarmate dat onderzoek vordert steeds minder bewust lijkt te worden.

Dan komt het onvermijdelijke dieptepunt. Zoals je het domme meisje in de horrorfilm wilt naroepen dat ze vooral niet die donkere gang in moet huppelen, zo wil je ook Buford redden. Van zijn naïviteit, van zijn hoogmoed, van zichzelf. Maar Buford galoppeert zonder achterom te kijken die gang in. Niet omdat hij zijn verhaal nog niet heeft. Niet omdat hij zijn nieuwe vrienden en leven nou zo leuk vindt. Buford blijft rellen, omdat het geweld niet langer iets van hen is, maar iets van hem.

Een meesterwerk

Er is geen boek dat mijn werkwijze als journalist meer heeft beïnvloed dan Tussen het tuig. Niet beschouwen, maar beleven. Niet analyseren, maar invoelen. Dat gezegd hebbende, die totale overgave van Buford heb ik nooit aangedurfd. Ook ik ga weleens ver in mijn onderzoek, raak te betrokken. Maar zo kapot als Buford ging ik nooit.

Buford gaat zo ver dat hij zijn observerende, analyserende en duidende rol als journalist vergeet. Hij gaat door totdat hij alleen nog participant is en daarmee een onomkeerbare metamorfose ondergaat. Is hij in het begin nog als de dood voor de hooligans die hem zo fascineren, uiteindelijk vreest hij vooral zichzelf.

Juist die zwarte randen leveren een meesterwerk van een boek op: zijn missie om als Amerikaans intellectueel watje geaccepteerd te worden door Britse rauwdouwers uit de arbeidersklasse is hilarisch, de mensen die hij leert kennen zijn in al hun bravoure broos, en Buford vol zelfspot.

Zoals Buford stelt: ‘The crowd is not us. It never is.’ Tot het wel zo is.

Laten we het weer eens over moderne klassiekers hebben (maar nu live) In 2014 haalden we samen moderne klassiekers in. Het is immers een licht deprimerende gedachte dat er zoveel werken zijn die miljoenen mensen hebben gevormd, maar aan ons voorbij zijn gegaan. Dit jaar doen we het op een podium. Ben je erbij? Lees hier over onze deelname aan het Das Magazin Festival Koop je kaartje (en de klassieker) op de site van Das Magazin Een kaartje kost 32,50 en is alleen nog deze week verkrijgbaar. Klik hier om te bestellen