In dit dorpje hebben zowel zwarten als witten een hekel aan de politie
Parma, Missouri krijgt na 37 jaar een nieuwe burgemeester. Vrouw én zwart. Reden voor de politiechef en gemeentechef om op te stappen. Racisme? Seksisme? Als ik ga kijken, blijkt er iets anders aan de hand.
Het boerendorpje Parma, Missouri was deze maand even wereldnieuws. Voor het eerst in de geschiedenis was er een zwarte burgemeester gekozen. Maar deze vrouw, de veertigjarige Tyus Byrd, was nog niet geïnstalleerd, of de witte politiechef, gemeentesecretaris en enkele ambtenaren stapten op. Dat las ik in de St. Louis Post-Dispatch.
Het nieuws verspreidde zich razendsnel. Een nieuw rassenrelletje was geboren. Zelfs in Nederland was het gehucht van 700 inwoners nieuws. ‘De belangrijkste vraag: is het politiekorps daar racistisch of seksistisch?,’ schreef NOS.nl bijvoorbeeld. ‘Zo diepgeworteld zit racisme in Amerika,’ kopte Joop.nl.
Parma ligt op drie uur van St. Louis, midden in het boerenland. De statistieken lijken op die van St. Louis. Veertig procent zwart, de rest wit. Inclusief de vorige burgemeester, een man van 78, die liefst 37 jaar de scepter had gezwaaid. Ruim 30 procent van de inwoners leeft er onder de armoedegrens.
Op Google Streetview zag Parma eruit alsof er net een tornado had gewoed, zo kapot en armoedig. Racisme, armoede, verval - dit kwam me bekend voor. Er was zelfs een opstootje van zwarte inwoners geweest bij het politiebureautje. Dit was Ferguson in de Biblebelt! De mop had ik al, nu moest ik er alleen nog even heen.
Toen ik Parma binnenreed, bleek de realiteit zich niet aan mijn plannetjes te houden. Jazeker, overal kapotte gebouwen. Inderdaad, verroeste luifels die knarsend wiegden in de wind. Decorstukken van het leegelopen platteland. Karkassen van een ijswinkel, een bank, een bar, een pompstation.
Het was zelfs nog best lastig om zo’n kapot gebouw te fotograferen, zonder dat er een bewoner door het beeld liep
Maar een spookstad? Een racistische beerput? Geenszins. Parma kende allerlei bedrijvigheid. En de winkelstraat was dan kapot, de woonwijken waren dat geenszins. En het straatbeeld leek soms wel een multiculturele idylle. Er was veel volk op de been, ook op maandagmiddag toen ik aankwam. Het was zelfs nog best lastig om zo’n kapot gebouw te fotograferen, zonder dat er een bewoner door het beeld liep die je vrolijk groette.
Veel inwoners deden dat met een lach alsof Parma net de PostcodeKanjer van de Postcodeloterij had gewonnen. Ze waren blij met de nieuwe burgemeester (logisch, die hadden ze net met ruime meerderheid verkozen), maar bezwoeren dat Parma geen rassenkwestie had. Wel een probleem met de politie. Die zou corrupt zijn en pesten. Er waren officieel zes agenten in dienst, maar die zag je nooit, zei men. Behalve als je het gras te hoog liet groeien, dan kreeg je een boete.
Vroeger moest je ook al de stad uit
In hun zonnige voortuin trof ik Alice en Andrew, twee zwarte inwoners die hier sinds 1971 woonden. Ja, toen had je hier nog veel winkels en een dokter en een schoenfabriek en vijf cafés. Ooit was er zelfs een bioscoop. En een katoenfabriekje — zowel Alice en Andrew hadden er gewerkt.
Nu was hier vrijwel niks, maar met de auto was je zo bij de supermarkt. De highschool zat op een klein halfuurtje. Weinig banen? Ja, voor goeie banen moest je de stad uit. Naar de kipfabriek, bijvoorbeeld. Maar dat was vroeger ook al zo. Andrew ging in de winter vaak in de bouw werken, in Oklahoma of Arkansas. Parma is wat dat betreft niets anders dan zoveel leeggelopen plattelandstadjes. Kortom, dat was de kwestie niet.
Andrew was inmiddels afgekeurd en zat in een elektrische rolstoel. Hij verdiende graag een zakcentje bij door blikjes te verzamelen langs de doorgaande weg bij het dorp. Mocht niet van de politie. Hij mocht ook niet met zijn karretje over straat rijden; alleen op de stoep. Alice: ‘Maar er zijn hier vaak helemaal geen stoepen.’
En ja, er was een opstootje geweest, begin dit jaar. Een paar zwarte jochies hadden vanuit de enige telefooncel van het dorp neptelefoontjes gepleegd naar het politiebureau. De enige voltijdsagent was toen naar buiten gekomen en had een van de jochies, het neefje van Alice een elektrische schok gegeven. ‘Tussen zijn benen,’ zei Alice, ‘En daarna nog gepeppersprayd.’
Als de kinderen op straat basketbalden, dreigde de politie met een boete
Toen waren wat bewoners verhaal komen halen. Maar Ferguson? Wit en zwart kunnen hier altijd goed met elkaar opschieten, zei Alice. Vroeger woonden beide apart, elk aan een kant van het spoor. Nu door elkaar.
‘Parma is de perfecte plek om jonge kinderen te laten opgroeien,’ vond Alice. Weinig misdaad. Alleen het zou fijn zijn als er een basketbalveldje kwam. De nieuwe burgemeester had dat beloofd. Tot voor kort, als de kinderen op straat basketbalden, dreigde de politie met een boete.
‘Dit is wij tegen de politie’
Een paar straten verder trof ik Daniel op zijn Yamaha. Hij werkt bij een van de twee minisupermarktjes. Samen met zijn vrouw heeft hij gefolderd voor de campagne van burgemeester. Nee, racisme heeft er niet zo veel mee te maken, zei hij. Nou ja, hoogstens dat de politie wit was en vaak zwarte mensen pakte. Maar ze moesten hem ook vaak hebben.
Hij had eens een verwaarloosd perceel tegenover de winkel schoongemaakt dat helemaal volgegroeid was. Gewoon, onbetaald, omdat het geen gezicht was. Kwam een ambtenaar zeggen dat het niet mocht, omdat er beschermde vlinders zouden zitten. Terwijl hij gemeenteambtenaren vaak sigaretjes zag zitten roken, in plaats van dat ze de stad eens opruimden.
Begin dit jaar was ‘zijn’ winkel beroofd. Hij belde de politie, maar het duurde tijden voor die kwam. Hij had bovendien wel een vermoeden wie de overvaller was, zo gaat dat in een dorp. Dus dat had hij aan de politiechef verteld. Maar deed die er iets mee? Nope. ‘Dit is niet wit tegen zwart,’ zei Daniel, ‘dit is wij tegen de politie.’
Het belangrijkste, zei Daniel, was nu om de stad op te kalefateren. Hij had het tegen de nieuwe burgemeester gezegd: geef me vier, vijf man en ik maak er binnen zes maanden New York City van.
Is heel Parma dan tegen de politie? Dat niet. Er zijn twee Facebookpagina’s gestart sinds de verkiezing van de burgemeester. De ene: ‘Support Mayor Tyus Byrd.’ 437 likes. De andere: ‘Support Parma Police, NOT Mayor Tyus.’ 45 likes.
De vorige politiechef had tegen NBC News gezegd dat ze was vertrokken vanwege ‘safety issues.’ En dat de nieuwe burgemeester ‘anti-politie’ was. Verschillende lokale media meldden al dat de vertrekkende overheidsdienaren computerbestanden gewist hadden en gemeentelijke creditcards hadden doorgeknipt. Anderen denken dat de chef vertrok vanwege de beerput van corruptie die nu open zal gaan.
In ieder geval zijn veel mensen in Parma blij met minder blauw op straat. Toen ik het stadje weer verliet, zag ik Andrew in zijn elektrische karretje richting de doorgaande weg hobbelen. Blikjes rapen? Het kan weer.