Hoogtepunt van de Hotelmens: de UberPop van de week

Op zondagavond bestelde ik voor mijn petekind en zijn moeder een UberPop vanaf het huis van mijn moeder. Ze moesten een soort van schoenenkast meenemen, maar hij zou wel in de auto passen. (Voor hen die onbekend zijn met het fenomeen UberPop: UberPop is een taxi die geen taxi is. Je betaalt via een app; ik vind het een economische innovatie van de eerste orde.)

Nog geen vijf minuten nadat mijn petekind en zijn moeder waren weggereden werd ik gebeld door Uber.

‘Ik ben de UberPop-chauffeur,’ zei een man, ‘ik sta voor uw deur.’

‘Nee,’ zei ik, ‘dat kan niet. Mijn gasten zijn net ingestapt.’

‘O,’ zei de chauffeur, ‘dan zijn ze in de verkeerde auto gestapt. Nou, niets aan te doen.’

Ik belde de moeder van mijn petekind. En toen nog een keer. En nog een keer. Ze namen niet op. En na vijf minuten bleek de telefoon niet meer aan te staan. Toen wist ik het zeker: ze zijn verkracht, vermoord en bestolen. Niet noodzakelijkerwijs in die volgorde.

Ik belde de politie. Ik moest het verhaal een paar keer uitleggen, maar uiteindelijk begreep de dame het geloof ik wel.

Vervolgens nam ik een Uber naar de binnenstad waar ze woonden. Misschien zou ik onderweg hun resten vinden.

Halverwege de rit kreeg ik hen thuis te pakken. ‘Jullie leven nog,’ vroeg ik oprecht verbaasd.

‘Ja natuurlijk,’ zei de moeder van mijn petekind.

‘Maar wie heeft jullie thuisgebracht?’

‘Een UberPop-chauffeur.’

‘Nee,’ zei ik, ‘dat was geen UberPop-chauffeur, dat was een wildvreemde.’

‘O,’ zei ze, ‘hij deed in het begin al een beetje vreemd. Maar toen zei ik: ‘Luister, weet je waar we heen moeten?’ Waarop hij zei: ‘Nee.’ Ik zei: ‘Dit is het adres.’ En toen zei hij: ‘Nou, dan breng ik je wel even.’ Maar wie was die man als hij geen UberPop-chauffeur was?’

‘Een raadsel,’ zei ik, ‘een engel vermoed ik.’

Lees hier de column van de week