Wie bepaalt hoe de wereld er in 2030 uitziet? Jij?

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie
Illustratie: Tjarko van der Pol (voor De Correspondent)

In de Verenigde Naties wordt al drie jaar gewerkt aan een nieuwe lijst ontwikkelingsdoelen. Die doelen bepalen hoe de wereld eruitziet in 2030. Maar hoe doe je dat, met de hele wereld onderhandelen over zoiets belangrijks? En wie willen daar allemaal invloed op uitoefenen? Vandaag stellen we jullie voor aan de eerste lobbygroep: de wereldburger.

Wat vind jij belangrijker: een goede opleiding of toegang tot internet? Betaalbaar eten, of politieke vrijheid? Bossen, rivieren en oceanen beschermen, of de gelijkheid tussen mannen en vrouwen vergroten?

Het zijn bijna onmogelijke keuzes. Toch is dat wat de wereld dit jaar moet doen. Het is namelijk het jaar dat de Verenigde Naties een nieuwe ontwikkelingsagenda moeten aannemen, die bepaalt hoe het geld van de VN de komende decennia besteed zal worden. Al drie jaar wordt in New York door VN-lidstaten onderhandeld om te bepalen hoe deze agenda eruit moet gaan zien.

Dat klinkt misschien abstract, maar stel het je zo voor: in New York staat een tafel, met daaromheen tientallen onderhandelaars, die het belang van hun eigen land

De inzet: hoe de wereld er in 2030 uitziet.

Het eindproduct: een lijst met concrete doelen waar de wereld de komende vijftien jaar aan gaat werken.

De deadline: september dit jaar.

Niet alleen overheden hebben belang bij de nieuwe ontwikkelingsdoelen, ook andere partijen, zoals bedrijven en non-gouvernementele organisaties (ngo’s), proberen invloed uit te oefenen op de lijst. De komende weken stellen we jullie voor aan de belangrijkste lobbyisten. Want als je hen leert kennen, snap je wat erbij komt kijken om met de hele wereld afspraken te maken over een betere toekomst.

En aan de eerste lobbypartij hoeven we je niet voor te stellen. Dat ben jij namelijk, de wereldburger.

De grootste enquête ooit

Als je wilt dat de wereld er in 2030 echt anders uitziet, zullen niet alleen diplomaten in New York daarmee aan de slag moeten, ook gewone mensen moeten dat. Maar waar die gewone mensen dan mee aan de slag willen, dat moest worden uitgezocht.

Maar vind maar eens een vergaderzaal voor 7 miljard mensen.

Waarom mag je wel kiezen voor het beschermen van bossen, maar niet voor het beschermen van dieren?

UNDP, de VN-organisatie voor ontwikkeling, begon daarom in 2012 met My World Survey. Naar eigen zeggen de grootste enquête Op het moment van schrijven hebben 7.430.220 mensen uit 193 landen hem ingevuld.

Maak je de enquête, dan krijg je de keuze uit zestien De zes thema’s die volgens jou het belangrijkste zijn, moet je aanvinken. De onderwerpen variëren van ‘betere gezondheidszorg’ tot ‘actie tegen klimaatverandering.’ Verder geef je nog je nationaliteit, geslacht, leeftijd en opleidingsniveau door. En klaar ben je - je hebt je inspraak gehad. Je beloning? Een filmpje waarin de Algemene Vergadering van de VN, inclusief Ban Ki-moon, trots voor je klapt.

Toch blijven nog wat vragen liggen. Waarom mag je wel kiezen voor het beschermen van bossen, maar niet voor het beschermen van dieren? ‘Zestien opties omvatten misschien niet alles wat belangrijk is voor mensen, maar geen enkele bondige lijst kan dat doen,’ zegt Tanvi Bhatkal, onderzoekster bij het Om de lijst toch zo representatief mogelijk te maken, werd maandenlang gesproken met ngo’s, VN-organisaties en

Niet iedereen heeft internet

Nog een probleem: veel mensen die het meest baat hebben bij de ontwikkelingsdoelen, hebben helemaal geen computer. Om ook die mensen te bereiken, zijn 627 ngo’s onder VN-vlag met stemformulieren de wereld ingetrokken. Zo’n 80 procent van de stemmen is op die manier verzameld. 10 procent stemde online, een vergelijkbaar percentage via

Bovendien werden er, in aanvulling op de enquête, georganiseerd in honderd landen, waar mensen live hun mening konden geven. Het niveau van die bijeenkomsten verschilde nogal, geeft Paul Ladd toe. Hij is het hoofd van het UNDP-team dat de My World Survey leidt. ‘Sommige landenteams maakten er echt iets van. Ze deden radioshows, essaywedstrijden, van alles. Andere landenteams deden weer niks, hielden bijvoorbeeld maar één bijeenkomst. Dat soort verschillen houd je nu eenmaal met zo’n gedecentraliseerde organisatie als de VN.’

Wat vindt de wereldburger?

Dan de uitkomst. Wat voor wereld willen wij in 2030?

Opvallend is dat alle wereldburgers het over de top zeven van prioriteiten gewoon eens zijn. Of je nu filtert op geslacht, opleidingsniveau of leeftijd, de eerste zeven voorkeuren blijven En altijd in de top drie: betere zorg en goed

Lager op de lijst wordt de uitslag diffuser: actie tegen klimaatverandering scoort redelijk hoog in Australië en Nieuw-Zeeland, maar laag in de Caraïben en Afrika. Zestigplussers vinden milieubescherming en het tegengaan van discriminatie belangrijker dan twintigers, die op hun beurt een betrouwbare energievoorziening weer hoger waarderen. Over het algemeen wordt gelijkheid tussen mannen en vrouwen niet erg belangrijk gevonden, net als politieke vrijheden en toegang tot internet.

Korreltje zout

Maar hoe betrouwbaar zijn deze resultaten? In elk geval gaat het hier niet om een representatieve Meer dan 40 procent van de stemmen is bijvoorbeeld afkomstig uit Mexico of Nigeria, terwijl die landen samen maar 4 procent van de wereldbevolking vormen. Iedereen die wil, kan de enquête invullen.

Dat was ook het voornaamste doel, vertelt Nicole Igloi, de coördinator van de enquête: ‘We wilden vooral dat zoveel mogelijk mensen zouden stemmen. Dat zoveel mogelijk mensen zich betrokken zouden voelen. Natuurlijk moet je de uitslag dan met een korreltje zout nemen. Maar het geeft ons wel een beeld van wat er speelt in de wereld.’

Maar is het een realistisch beeld, als de enquête niet representatief is? Igloi: ‘Alle bevolkingsgroepen zijn het eens over de belangrijkste punten. Dan kun je dus wel met zekerheid stellen dat die punten wereldwijd belangrijk worden gevonden.’

De invloed van de burger

‘De stemmen doen ertoe. De data van de My World Survey zijn belangrijk tijdens de onderhandelingen en worden gebruikt door beleidsmakers over de hele wereld.’ Dat is te lezen op de website van de enquête. Maar is dat zo? UNDP deed in elk geval wel zijn best dat te bereiken: voor elke onderhandelsessie werd een ‘People’s Voices Issue Brief’ aan alle onderhandelende landen uitgedeeld, met daarin de meest relevante enquêtedata voor bepaalde onderwerpen. Ging het over de noodzaak van eerlijke en toegankelijke overheden, dan was in de Issues Brief bijvoorbeeld te lezen dat 72 procent van de stemmers dat heel belangrijk

Maar wordt er door de onderhandelaars in New York echt geluisterd? Heeft de lobby van de wereldburger echt invloed?

Het korte antwoord is: niet echt. In de statements die de overheden aan de onderhandeltafel van de VN voorlazen, wordt maar mondjesmaat gerefereerd aan de enquête.

Dat wil niet zeggen dat de de enquête geheel nutteloos is. Hij kan ngo’s en burgers helpen druk uit te oefenen op hun eigen overheden, meent Paul Ladd van UNDP: ‘Ik ben een internationale ambtenaar, ik word betaald door overheden. Het is niet mijn baan om te lobbyen, te pleiten en het VN-lidstaten ongemakkelijk te maken. Maar ik kan wel een ruggegraat van harde data bieden, zodat ngo’s en burgers daarmee hun eigen overheid onder druk kunnen zetten.’

Ook dat blijkt soms lastig. Een zwaargewicht als Brazilië neemt de enquête bijvoorbeeld niet serieus, omdat hij slechts is ingevuld door mensen uit een paar stedelijke gebieden. Makkelijk te bagatelliseren, als je als overheid andere dingen belangrijk vindt dan enquête.

Ban Ki-moon mag dan voor ons applaudiseren als we de enquête hebben ingevuld, dat is toch vooral voor de bühne.