Vergeet de klagende gymnasiast. Met het vmbo-examen is pas echt wat mis
Het is een jaarlijks nieuwsritueel: de klachtenregen over de eindexamens van met name havo’ers en vwo’ers. Veel minder aandacht krijgen de vmbo-examens. Terwijl juist daar sinds de digitalisering van het examen het nodige misgaat. Wiskundeleraar René Kneyber, lid van de Onderwijsraad, trekt aan de bel.
Wie de klachten over het eindexamen op de site van het Landelijke Aktie Komitee Scholieren (LAKS) doorneemt, krijgt de indruk dat er van alles schort aan de havo- en vwo-examens, maar weinig aan het vmbo. Bijna 22.000 van de 38.000 vwo-leerlingen klaagden over het examen Nederlands. Van de 30.000 vmbo-kaderleerlingen dienden 257 een klacht in over hun examen Nederlands. Bij de toetsen waar het meest over geklaagd wordt, worden ook daadwerkelijk aanpassingen gedaan in de correctievoorschriften. Valt er voor vmbo’ers dan zo weinig te klagen?
LAKS-woordvoerder Benedicta Badu: ‘Sinds we de klachtenlijn hebben ingesteld, is het aantal klagende vmbo’ers inderdaad ver in de minderheid. We proberen ze aan te sporen misstanden en fouten over examens te melden. Áls ze klagen, gaat hun klacht meestal over computers die het tijdens het examen niet goed doen.’
Dat viel te verwachten. 95 procent van de vmbo basisleerlingen en 80 procent van de vmbo-kaderleerlingen (bij elkaar maken zij 36 procent van alle leerlingen in het voorgezet onderwijs uit) doet sinds 2008 een digitaal examen. Dit in tegenstelling tot de vmbo-t (de oude mavo), havo en het vwo, waar alleen voor kunst en muziek het examen per computer wordt afgenomen. De reden van invoering is simpel: het is goedkoper en digitale examens zouden betrouwbaarder zijn dan papieren examens waarbij het oordeel van de leerkracht doorslaggevend is.
Er is geen externe kwaliteitscontrole meer
Niet tot ieders tevredenheid. Door de invoering van de digitale examens is een aantal zaken veranderd dat de kwaliteit van die examens bedreigt. Dat is althans de mening van René Kneyber, wiskundeleraar aan het Oosterlicht College in Nieuwegein en sinds dit jaar lid van de Onderwijsraad. Het grote probleem: ‘Er is geen externe kwaliteitscontrole meer, zoals bij de papieren examens wel gebeurt. Zo is de tweede correctieronde afgeschaft, mogen verenigingen van vakleerkrachten geen openbaar oordeel meer geven over het examen en is overleg als leerkrachten onderling niet mogelijk.’
Ik mis het overleg met mijn collega’s op school en de tweede correctieronde
De reden: de examenopgaven moeten geheim blijven. Scholen en leerkrachten mogen er niet openlijk over communiceren en zijn zelfs strafbaar.
Bij vakken als Engels en Nederlands wordt het digitale examen grotendeels door examenmaker Cito nagekeken. Maar bij vakken als wiskunde, economie en geschiedenis moet je als docent nog steeds een flink deel corrigeren. Kneyber: ‘Ik mis bij dat deel het overleg met mijn collega’s op school, het oordeel van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren dat ieder jaar wordt gegeven over de examens en de tweede correctieronde. Daarmee vervalt een hoognodig kritisch oog op de examens.’
En dat is belangrijk: ‘Examens nakijken is niet zo makkelijk als het lijkt. Soms zijn vragen voor meerdere uitleg vatbaar, dan moet je ook nog het antwoordformulier interpreteren en soms zitten er gewoon fouten in een examen. Ieder jaar worden verschillende correctievoorschriften tussentijds aangepast. Dat zie je nu ook bij de papieren examens van havo en vwo. Daar zijn nu al onder druk van de klachten bij het LAKS aanpassingen geweest van correctievoorschriften. Bij het vmbo-basis en vmbo-kader zijn nog helemaal geen aanpassingen geweest.’
Controle als het diploma al is uitgereikt
In een schriftelijk verklaring stelt het College Toetsen en Examens (CvTE) dat de geheimhouding voortkomt uit de afnameperiode van half april tot half juni van de digitale examens: ‘Zo mogen de opgaven niet direct na een afname in bijvoorbeeld Enschede bekendgemaakt worden omdat er op een later tijdstip in Middelburg ook nog een afname gepland kan zijn.’ Docenten mogen wel telefonisch en in besloten zittingen over het digitale examen discussiëren maar niet via een internetforum.’
In het najaar, zo schrijft het CvTE, vindt er wel een controle op de correctie plaats. ‘Dat is een controle achteraf, waarvan de scholen weten dat zij daarop aangesproken kunnen worden. Het probleem: leerlingen hebben hun diploma dan al lang,’ aldus Kneyber.
De geheimhouding heeft nog een consequentie voor de leerlingen. Kneyber: ‘Leerlingen hebben recht hun examen in te zien. Maar omdat opdrachten geheim moeten blijven, krijgen ze alleen de antwoorden te lezen. De meeste leerlingen hebben geen idee meer wat de opdrachten zijn en hebben dus niets aan die inzage. Vorig jaar werd het vmbo-kaderexamen wiskunde afgekeurd vanwege een digitale rekenmachine die door een extra knop tot verwarring leidde. Slechts 1.100 van de 19.000 leerlingen hebben toen hun examen overgedaan. Ook zij konden alleen hun antwoordformulier inzien zonder enig inzicht in de opgaven.’
Opgaven keren terug (maar blijven geheim)
Daarnaast constateren zowel Kneyber als collega’s dat ze opgaven zien terugkeren. Jesper Ahsmann van het Oosterlicht College in Vianen zag in het examen Engels van dit jaar drie opdrachten die hij in een eerder jaar had gezien. Maar omdat alle klassen een ander digitaal examen krijgen, kon hij dat niet toetsen bij zijn collega’s.
Voor de examens wordt geput uit een pool van opgaven. Het lijkt erop dat die pool van opgaves beperkt is als opdrachten zo snel worden hergebruikt
Ahsmann: ‘Ik zag het begin van de opdracht en draaide toen het scherm naar mijn collega en vertelde de opdracht verder uit mijn hoofd met de oplossing erbij. Mijn collega constateerde dat op het scherm hetzelfde stond.’ Kneyber: ‘Omdat je niet openlijk mag communiceren over de examens of opdrachten, valt niet te controleren of dat daadwerkelijk zo is.’
Het CvTE erkent dat opgaven worden hergebruikt. ‘Dat heeft onder meer voordelen bij het realiseren van de doelstelling om het niveau van het centraal examen van jaar tot jaar te handhaven,’ aldus de schriftelijk reactie.
Overigens betwijfelt Kneyber of die geheimhouding eventuele fraude zou kunnen tegenhouden. ‘Voor de examens en de herexamens wordt geput uit een pool van opgaven. Het lijkt erop dat die pool van opgaves beperkt is als opdrachten zo snel worden hergebruikt. Daarom mogen wij geen examenopgaven kopiëren of fotograferen. Er zijn zes verschillende digitale examens per jaar. Maar als je consequent tóch de opgaves fotografeert of printscreens maakt, heb je na een paar jaar die hele pool bij elkaar. Die geheimhouding is dus net zo min een garantie tegen fraude. Bovendien heb je alle opgaven van de komende jaren in handen.’
Wie houdt er nog toezicht?
Volgens René Kneyber werkt de praktijk van papieren examens bij mavo, havo en vwo en de digitale examens bij vmbo-basis- en -kaderberoepsgerichte leerweg ongelijkheid in de hand. Door de geheimhouding ontbreekt de hoognodige controle van de tweede correctie, het advies van de beroepsvereniging en het onderlinge overleg van leerkrachten op een school die wel papieren examens heeft. ‘Het gevaar bestaat dat de vmbo-basis- en -kaderexamens een eigen norm krijgen waar niemand meer zicht op heeft.’
Maar misschien wel de vreemdste consequentie van de digitale examens is volgens Kneyber dat sommige vmbo-basis- en -kaderleerlingen vanaf eind april niet meer op school hoeven te komen omdat ze de examens dan al hebben gemaakt. Het CvtE erkent dat iets minder dan 10 procent van de scholen het examen afneemt vóór de meivakantie.
Kneyber: ‘Achter de flexibele afname zit een pedagogische reden: vmbo-leerlingen kunnen zich langer op hun examen voorbereiden. Juist deze leerlingen zouden die geboden extra onderwijstijd heel goed kunnen gebruiken.’