Melesse Tagnaw (19) trekt de voordeur met een klap achter zich dicht. Het is 17 september 2014, halfzeven ’s ochtends. De zon hangt laag boven de Ethiopische hoofdstad Addis Ababa. Melesse steekt de straat over, ontwijkt twee auto’s en stapt in bij zijn medestudent Abi.

Twee uur verder zit Melesse in een onooglijk zaaltje voor het begin van een training van vijftien dagen. Hij kijkt om zich heen en denkt: wat een vertoning. Was ik maar thuisgebleven. Maar de bijeenkomst is bedacht door het Ethiopische ministerie van Onderwijs en is volgens geruchten verplicht voor alle universitaire studenten in Ethiopië. ‘Je kunt maar beter meedoen,’ hadden zijn ouders tegen hem gezegd. ‘Geef ze geen reden je te verdenken.’

Dan begint het. De voorzitter, een lokaal lid van de enige regeringspartij , heet iedereen welkom. Onmiddellijk schiet er een hand omhoog.

- ‘Waarom zitten we hier?,’ vraagt een van de studenten. ‘Heeft dit soms met de verkiezingen te maken?’

‘Nee,’ zegt de voorzitter. ‘Deze training heeft geen politiek karakter. Het gaat om kennisoverdracht. We willen jullie kennis laten maken met het beleid van de regering.’

- ‘Maar waarom is het dan verplicht?’

‘Dat is het niet.’

De studenten kijken elkaar ongelovig aan.

Een verplichte cursus

Een land van 90 miljoen inwoners is het, Regionale grootmacht. Thuishaven voor de Afrikaanse Unie. Trots, want nooit gekoloniseerd. Maar ook een staat met nauwelijks

In het huidige parlement van 547 zetels zit precies één politicus die voor oppositie kan doorgaan. De rest is van de EPRDF en aanverwante loyale partijen. Gevoelige communicatie gaat van mond tot mond, want op straat in Addis Ababa (letterlijk vertaald: ‘nieuwe bloem’) weet iedereen dat de overheid meeleest met sms en e-mail.

Al tien jaar stuurt de regering zo nu en dan grote groepen Ethiopiërs naar de schoolbankjes

Verplichte of semi-verplichte trainingen zijn er niets nieuws. Al tien jaar stuurt de zo nu en dan grote groepen Ethiopiërs naar de schoolbankjes. Dat kunnen ambtenaren zijn, leraren, vuilnismannen, militairen, scholieren of

Tussen september en november van dit jaar volgden honderdduizenden, zo niet miljoenen Ethiopiërs (exacte cijfers zijn er niet) zo’n training. In lange sessies van zeven à acht uur per dag krijgen ze les over de Ethiopische geschiedenis en grondwet, bezien door de bril van de EPRDF. Kritische vragen stellen mag, beantwoord worden ze zelden.

Naast de vraag noteren dagvoorzitters de namen van de vragenstellers, zodat die het in de toekomst wel uit hun hoofd laten. Staat je naam in het verkeerde register, dan kan het wel eens moeilijker blijken een baan of een diploma te krijgen.

In de Ethiopische hoofdstad Addis Ababa wordt veel gebouwd, aan de andere kant van de straat wonen mensen nog in kleine huisjes. Foto: Simon Dawson/Getty Images

Ethiopiës grote economische groei

Werktuigbouwkundestudent Melesse vertelt dat de dagvoorzitter uitgebreid stilstond bij wat hij de ‘worsteling’ van het Ethiopische volk noemde: van de en het geweld van de jaren zeventig en tachtig naar de rust en groei van nu – een belangrijke verdienste van de EPRDF. ‘Het gaat goed met ons,’ beaamt Melesse. ‘Een democratie worden kost tijd, dat lukt ons niet in vijf of tien jaar.’

Zoals veel regeringspartijen in Afrika begon de EPRDF als een bevrijdingsbeweging. Ze verjoeg in 1991 de gehate communisten, maar handhaafde haar systeem van informanten en sociale controle. Dorpshoofden anno nu zijn vrijwel zonder uitzondering partijlid.

De recente geschiedenis, het moet gezegd, pleit voor de partij. Kijk naar de buurlanden (Zuid-Soedan, Soedan, Somalië) en je ziet burgeroorlogen en failed states. Ethiopië is aanmerkelijk stabieler. Groeien doet het land met Chinese rapportcijfers: 10,5 procent economische groei in 2013, met een gemiddelde van bijna tien procent over het laatste decennium.

De boulevards van Addis Ababa bezwijken haast onder de talloze prestigieuze bouwprojecten, met als voorlopige hoogtepunt de hypermoderne lightrail-metro die deze zomer moet gaan rijden. In de rivier de Blauwe Nijl bouwt het land de mega-stuwdam Great Renaissance Dam à 5 miljard dollar.

Een gegijzeld publiek apparaat

En toch. Welke regering gijzelt zijn hele publieke apparaat en laat ministeries en scholen wekenlang onderbezet om al die honderdduizenden mensen top-down staatsonderricht te geven? Het klinkt als een scenario uit de Sovjet-Unie, maar het gaat echt om een van de vijftien partnerlanden voor ontwikkelingshulp uit

Elias Ayengda (32) is journalist bij een internationaal persagentschap. In onberispelijk Engels vertelt hij me hoe hij begin oktober vorig jaar naar het ministerie ging voor het hernieuwen van zijn bedrijfsaccreditatie, en zag hoe twee ambtenaren samen alle aanvragen moesten behandelen. Elias kreeg te horen dat al hun collega’s, zo’n dertig in totaal, op dat moment getraind werden. Het gevolg: lange wachtrijen en twee extra bezoeken aan het ministerie voor de accreditatie geregeld was.

Een uitzonderlijke situatie

Waarom al die moeite? Simpel, zegt Elias. Vanwege de parlementsverkiezingen op 24 mei, aanstaande zondag. ‘Via de trainingen zeg je tegen iedereen in publieke dienst: deze regering is de enige juiste. Je pompt de visie van de EPRDF bij mensen naar binnen, zodat ze vervreemd raken van iedere vorm van oppositie.’ Andere Ethiopiërs zeggen het hem na: politieke trainingen én verkiezingen binnen een tijdsbestek van driekwart jaar, dat kan geen toeval zijn.

Voor het eerst kregen niet alleen leraren en ambtenaren een uitnodiging, maar ook studenten en professoren van de 33 Ethiopische universiteiten

Hoewel de trainingen vaker georganiseerd zijn, en niet alleen in verkiezingsjaren, was deze campagne volgens Elias uitzonderlijk. Voor het eerst kregen niet alleen leraren en ambtenaren een uitnodiging, maar ook studenten en professoren van de 33 Ethiopische universiteiten – naar schatting minstens een half miljoen mensen. Niet via de post, niet per telefoon, maar via een stroom aan geruchten. Op het platteland werden studenten via megafoons opgeroepen zich te melden. Wie niet aanwezig was, zou een jaar lang niet mogen studeren. Voor vervoer en eten kregen ze 30 tot 50 birr per dag, zo’n anderhalf à twee euro.

Big deal, denk je dan. Ethiopië, voluit de Federal Democratic Republic of Ethiopia, vertoont toch al weinig kenmerken van een democratie. Maar verkiezingen geven het wel die schijn. Jan Abbink, een antropoloog bij het Africa Studies Centrum die regelmatig in Ethiopië komt: ‘Dat doen ze om internationale donoren te plezieren.’ Toen de Amerikaanse onderminister voor Buitenlandse Zaken Wendy Sherman onlangs op bezoek was in Addis Ababa, prees ze het land als ‘een democratie’ waarvan ‘we verwachten dat de verkiezingen vrij, eerlijk, geloofwaardig en open zullen Later trok ze die opmerking

In de Ethiopische hoofdstad Addis Ababa. Foto: Simon Dawson/Getty Images

Het Aziatische model

Als universiteitsmedewerker moest socioloog Taye Negussie (Universiteit van Addis Ababa) ook voor de training opdraven, maar hij hield het na vijf dagen voor gezien – een besluit dat, opmerkelijk, zonder gevolgen bleef. Dr. Taye, zoals de studenten hem noemen, betitelt de trainingen zonder met de ogen te knipperen als ‘indoctrinatie.’ En dat niet alleen: hij schreef er ook een kritisch opiniestuk over in het Engelstalige blad Addis Standard.

De werkkamer van Taye op de campus bestaat uit een klein bureau in een zee van papier en boeken. De ideologie van de EPRDF, zegt hij, lijkt op het model dat onder meer in Singapore is toegepast. Een sterke staat die met grote investeringen en monopolies de economie aanstuurt. Politieke vrijheden staan op het tweede plan. Taye: ‘De trainingen moeten iedereen overtuigen van de juistheid van die ideologie. Officieel mag Ethiopië een meerpartijenstelsel hebben, de trainingen presenteren de EPRDF als de enige zinnige keuze.’

Studenten onderwijzen

Twee verkiezingen geleden, in 2005, ging het mis. De zittende regering en de oppositie claimden beide de overwinning, waarna er demonstraties uitbraken die door de regering hard werden neergeslagen. Tienduizenden oppositieleden werden gearresteerd, bijna 200 demonstranten kwamen om. Sindsdien, zegt dr. Taye, staat alles in het teken van het voorkomen van een herhaling van ‘2005.’

Het waren studenten van de Universiteit van Addis Ababa die toen het vuurtje voor de opstand aanstaken, en dat was niet voor het eerst. Niet gek dus dat de regeringspartij ook studenten wil trainen. Melesse glimlacht als hij erover vertelt. ‘Ze zeiden: ‘Vorige regimes hebben veel problemen gehad met revolutionaire studenten. Dat willen we voorkomen door jullie te vertellen over ons beleid’.’

Ondertussen houdt de regering desgevraagd vol dat de trainingen niets met politiek te maken hadden, laat staan met de verkiezingen. Luister maar naar deze woordvoerder. ‘Het doel was studenten te onderwijzen. Over democratie, mensenrechten, ontwikkeling en over wat hun rechten zijn.’

Campagne voeren buiten de regels om

Egbert Pos is programmamanager bij het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD), in het leven geroepen om politieke partijen in jonge democratieën te ondersteunen. Verkiezingen volgens het Ethiopische kookboek zijn behoorlijk uniek, zegt hij, al zit ook in veel andere ontwikkelingslanden de regerende partij niet bepaald stil in het jaar voorafgaand aan parlementaire verkiezingen. Ze bezoekt de provincies, opent ineens nieuwe projecten, knipt linten door. Pos: ‘Het is campagne voeren buiten de regels om. Oppositiepartijen blijven daar vaak bij achter, omdat hen de toegang tot zendtijd en partijfinanciering wordt ontzegd. Het is een ongelijk speelveld.’ Bekende voorbeelden zijn Mozambique en Zimbabwe, landen waar één partij al lange tijd aan de macht is.

‘Oppositiepartijen blijven achter, omdat hen de toegang tot zendtijd en partijfinanciering wordt ontzegd. Het is een ongelijk speelveld’

En er speelt nog iets anders, meer fundamenteels. Want waarom zou een liberale democratie het meest geschikte model zijn voor ieder land? De geestelijk vader van het hedendaagse Ethiopië, had als ideaal een staat met ontwikkeling als topprioriteit. Om die transformatie te realiseren, schreef hij in zijn masterscriptie, moest de staat juist ondemocratisch zijn. Op die manier zou de regering jarenlang ongehinderd de handen vrij hebben het land te uit de armoede op te tillen.

Voor dit model is in beleidskringen de term ‘Kigali consensus’ bedacht, naar de hoofdstad van geestverwant Net als lichtend voorbeeld Lee Kuan Yew, de onlangs overleden president van Singapore, plaatsen Ethiopië en Rwanda economische ontwikkeling boven politieke rechten. En net als Singapore kunnen ze leunen op hun merites. Er is economische groei, vooruitgang, wat wil het volk nog meer?

Voorwaarde is wel dat het model overal wordt uitgelegd – in iedere les, ieder ministerieel overleg, iedere boerenvergadering. Antropoloog Jan Abbink ziet daarin het hoofddoel van de trainingen. ‘Het gaat erom de zittende kaders te onderwijzen. Zij moeten die visie daarna zelf gaan uitdragen.’

In de Ethiopische hoofdstad Addis Ababa. Foto: Simon Dawson/Getty Images

De winnaar staat al vast

Bijkomend voordeel is dat je meteen een stemadvies kunt geven. ‘De beïnvloeding ging heel subtiel,’ herinnert studente bouwkunde aan de Universiteit van Wolkite Mariam Adege (24) zich. We zitten op het terras van een hotel, ze praat zachtjes om te voorkomen dat iemand kan meeluisteren. ‘De partijmedewerker zei: ‘Toen ik zo oud was als jullie, moest ik kilometers lopen naar college. Nu zijn er veel meer universiteiten. Wat vinden jullie in dat licht van deze regering, in vergelijking met vroeger?’

Certificaat als bewijs van deelname aan de training.

Egbert Pos refereert aan voormalige bevrijdingsbewegingen zoals het Zuid-Afrikaanse ANC en de Zimbabwaanse ZANU PF. De retoriek daar is vergelijkbaar met de Ethiopische. ‘Ze presenteren zich als de enige valide erfgenaam van de geschiedenis, zetten die in als politiek mobilisatiemiddel en wijzigen haar zo nodig in hun voordeel.’

Maar Mariam en haar medecursisten pikten het niet. ‘We zeiden: dit regime heeft zijn langste tijd gehad. Het onderwijs is dramatisch, de stroom valt uit en de hele campus heeft precies één waterkraantje. Waarom steekt de regering het geld niet daarin, in plaats van in deze trainingen?’ Stilte.

Nu, acht maanden nadat Mariam en Melesse in de schoolbankjes zaten, staan de verkiezingen voor de deur. Er zijn televisiedebatten gevoerd, negen in totaal, en er doen 58 partijen mee. Oppositiepartijen klagen over intimidatie en arrestaties. De stemcommissie, zeggen ze, verzint voortdurend nieuwe administratieve hobbels. En wat heeft het voor zin? In 2010, bij de laatste stembusgang, kende de uitslag 99,6 procent van de stemmen toe aan de EPRDF.

Journalist Elias heeft zich, net als Melesse, niet eens als kiezer geregistreerd. ‘Helemaal vergeten.’ Hij is het eens met wat een oppositieman tegen hem zei: ‘Deze regering laat zich niet wegstemmen.’

De namen van Melesse Tagnaw, Abi, Elias Ayengda en Mariam Adege zijn voor hun eigen veiligheid gefingeerd.

Hoe Libië het wapendepot van het Midden-Oosten werd Dat er dagelijks wordt gevochten in het Midden-Oosten mag geen nieuws heten. Maar hoe komen al die groepen aan hun wapens? Arabisten Sylva Rosse en Rena Netjes zochten het uit en concludeerden: de meeste wegen leiden naar Libië, dat onder Kadhafi op grote schaal wapens importeerde. En Europa verdiende daar honderden miljoenen euro’s aan. Lees het stuk hier terug Zuid-Afrika is vooral op papier nog een regenboognatie In Zuid-Afrika heerst de afgelopen weken chaos: geweld tegen buitenlanders, felle discussies over koloniale standbeelden, voortdurende stroomuitval, torenhoge werkloosheid. Het land dat ooit bekend stond als de ‘regenboognatie’ lijkt langzaam weg te glijden. Moreel én economisch. Gastcorrespondent Niels Posthumus doet verslag. Lees het stuk hier terug Grote kans dat jouw goedkope T-shirt in Ethiopië in plaats van Bangladesh is gemaakt Na het drama met de ingestorte kledingfabriek in Bangladesh ligt de kledingindustrie onder een vergrootglas. Merken als H&M zoeken nieuwe plekken om hun productie zo goedkoop mogelijk te houden. Zoals Ethiopië. Een kans op een duurzamere industrie, of juist nog meer uitbuiting? Gastcorrespondent Sarah Haaij bezocht de ontluikende confectiehub. Lees het stuk hier terug