Ik zie, ik zie wat jij onmogelijk niet kan hebben gezien en het is een ‘jonge,’ ‘kosmopolitische,’ ‘open,’ ‘aaibare,’ ‘goedgebekte,’ ‘opportunistische,’ ‘roekeloze,’ ‘soepel formulerende,’ ‘heldere,’ ‘visionaire,’ ‘met de mouwen opgestroopte,’ ‘intelligente,’ ‘strijdbare,’ ‘afgestofte,’ ‘offensieve’ ‘snotneus’ / ‘wijsneus’ / ‘linkse god’/ ‘keizer’ / ‘blaag’ / ‘ventje’ / ‘wonderkind’ / ‘heiland’ / ‘Messias’ / ‘John F. Kennedy’ / ‘nachtmerrie van Alexander Pechtold.’

Jesse Klaver weet inmiddels wat het is om columnistenvoer te zijn.

En dit is pas een greep uit de schier oneindige lijst kwalificaties die in een kleine week tijd op de nieuwe voorman van GroenLinks zijn geplakt. Zo gaat dat in het meningencomplex dat de moderne media heet: nog voor je eerste etmaal als fractievoorzitter ten einde is, ben je al 124 titels en - met een beetje geluk - 3 virtuele zetels van Maurice de Hond verder.

De hartslag van de columnistiek

Een fascinerend schouwspel is het: de columnistenkaravaan die wekelijks door ons publieke debat trekt. Hoewel ogenschijnlijk willekeurig en ongeorkestreerd, kun je er wel een patroon in ontdekken. Een hartslag, zogezegd.

Het begint allemaal met de agendazetters in het columnistenrijk: de professionele stukjesschrijvers die dagelijks, of om de dag, een stukje moeten schrijven over de actualiteit. De frequentie is cruciaal, omdat die in hoge mate de onderwerpskeuze bepaalt: het moet iets zijn waar je relatief snel een mening over kunt hebben. Iets waarbij je aan je morele intuïtie genoeg hebt. Bed, bad & brood, aardbeving in Nepal, Zwarte Piet, Jesse Klaver - dat soort dingen.

Wat volgt, is een eerste herschrijving van het oorspronkelijke nieuwsbericht, met als belangrijkste ingrediënt: bijvoeglijke smaakwoorden. Daarmee bedoel ik: oordelen die je kunt vellen zonder dat je er kennis voor nodig hebt. Vergelijk het met een bord eten: wil je kunnen zeggen of die kabeljauw op je bord gezond of duurzaam is, dan heb je voorkennis nodig - wat zit erin, wat doen die ingrediënten met mijn lichaam, hoe is hij gevangen? Maar om te weten hoe hij smaakt, hoef je alleen een hap te nemen en te zeggen: lekker of niet.

De initiële meningsvorming voltrekt zich meestal op dat smaakniveau: door de razendsnelle deadline richt ze zich bijna altijd op beeldvorming, uiterlijke vertoon, gevoel. Dat Jesse Klaver ‘jong’ of ‘aaibaar’ is, hoe ‘schokkend’ de beelden uit Nepal of Lampedusa zijn, hoe ‘ongeloofwaardig’ de PvdA door het Bed, Bad, Brood is geworden.

Van de Aambeelders tot de Repliekdieners

Soms evolueert een discussie naar een feitelijker niveau, waar voorkennis wel noodzakelijk is, maar vaak zetten de bijvoeglijke smaakwoorden de toon voor de rest van de week. Want na de agendazetters volgen vaak de repliekdieners: zij die de smaak van de agendazetters gaan betwisten. ‘Hoezo aaibaar, het is een wijsneus!,’ ‘de VVD is juist ongeloofwaardig geworden!,’ ‘zo zielig zijn die bootvluchtelingen niet!’

Krijgt de polemiek genoeg tractie, dan melden zich de Aambeelders aan het front: opinianten die iedere variëteit aan actualiteit weten terug te brengen tot hetzelfde punt

Krijgt deze polemiek genoeg tractie, dan melden zich algauw de aambeelders aan het front: opinianten die iedere variëteit aan actualiteit weten terug te brengen tot hetzelfde punt. Tot de bekendste aambeelden behoren - hoek Elsevier, De Telegraaf - ‘alles is de schuld van links/de PvdA/het socialisme’ en - hoek de Volkskrant, Vrij Nederland - ‘alles is de schuld van rechts/de VVD/het neoliberalisme,’ al blijft mijn favoriete aambeeld die van Theodor Holman in De Groene Amsterdammer: ‘Ik kijk toch anders tegen [insert: nieuwsfeit] aan sinds de moord op Theo van Gogh.’

Dit is meestal het punt in de columnistiekdynamiek waarop het twee kanten op kan gaan: óf er is inmiddels zoveel geopinieerd dat de verzadiging inslaat, óf er is zoveel geopinieerd dat de helikopters zich aandienen: zij die boven het debat gaan hangen en dat debat zélf van commentaar gaan voorzien.

Die helikopters worden meestal bestuurd door drie type piloten: 1) de susser - ‘iedereen zegt nu wel dit, maar wie nuchter naar de feiten kijkt, ziet dat het allemaal wel meevalt,’ 2) de stoker - ’iedereen zegt nu wel dit, maar wie nuchter naar de feiten kijkt, ziet dat het nog veel erger is’ en 3) Bas Heijne (‘iedereen zegt nu wel dit, maar dat is slechts de oppervlakkige manifestatie van een

Met een beetje pech schakelt de columnistendynamiek hier definitief over op het volgende onderwerp, maar soms kan het geluk niet op: dan melden de grappenmakers zichnog. ‘Ik zou wel een biertjoh willon drinkon met Jesse Klavor’ (Nico Dijkshoorn), ‘Nestor Tofik Dibi: ‘Klaver te jong voor partijleiderschap’’ (De Speld), ‘Bij cafetaria de Smikkelaar in Betondorp hadden ze nog nooit van Jelle Klaver gehoord’ (Marcel van Roosmalen), ‘Gutmensch Kim-Jong Klaver wil Nederland veranderen in biologische bakfietsbureaucratie’ (GeenStijl) en natuurlijk, ‘Ik zag Jesse Klaver in RTL Boulevard. Is dat grappig? Ja, dat is grappig.’ (Youp van ‘t Hek).

En dan, tot slot, als mosterd na de meningsvorming, heb je natuurlijk nog de post-ironische metamannetjes. Die schrijven columns over columns.

Waarvan akte.

Ergens is er iets aan de hand en er wordt wat van gevonden Heeft u het al gehoord? Ergens is er iets aan de hand. Er is ook flinke ophef over. De meningen zijn verdeeld. Dit was het nieuws van 8 april 2054. Welkom in de wondere wereld van context collapse. Lees hier mijn essay over het fenomeen context collapse terug Een ode aan de twijfelaars (met een slag om de arm) Het is een lang bekende en wetenschappelijk onderbouwde correlatie: hoe meer je weet, hoe meer je gaat twijfelen. Het gevolg is dat de wereld geregeerd wordt door ondeskundige grootsprekers. De twijfel is aan herwaardering toe. Denk ik. Lees hier mijn column over de twijfel terug