Welkom in New Town (Missouri), The Truman Show in het echt

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur

In New Town, een stadje aan de rand van de Missouririvier, wonen drieduizend gelukkige mensen. Binnen vijf minuten lopen zijn ze bij de supermarkt, het restaurant, de schoonheidssalon of de bio-boerderij. Het lijkt The Truman Show wel, zeggen critici. Maar de inwoners zien dat als compliment.

Het paradijs bestaat. Het ligt op een halfuur van St. Louis, temidden van de vruchtbare landbouwgronden langs de Missouririvier. Er zijn parken, fonteinen, snoepwinkels en overal zijn brede stoepen, overschaduwd door lommerrijke bomen. Alles wat je nodig hebt - supermarkt, restaurants, kerken, de biologische boerderij - kun je te voet bereiken. Er is een schoonheidssalon en een wijnbar en een lokale krant. Misdaad is hier niet. Auto’s rijden stapvoets. Er wonen drieduizend gelukkige mensen.

New Town, heet het stadje.

In St. Louis zijn mensen die de nieuwe stad haten. Ze noemen het ‘Disneyland!’ of ‘Modelspoorbaan!’ Ze vinden de stad fake. Of ze vergelijken New Town met The Truman Show: over een in scène gezet bestaan in een stadje waar alle huizen pastelkleurig zijn.

De bedenkers van New Town vinden dat geen belediging. Sterker, New Town is gemodelleerd naar het stadje Seaside in Florida, waar The Truman Show is opgenomen. En de jaren vijftig? Dat was precies de bedoeling van de architect. Kijk maar naar dit filmpje, waarmee de projectontwikkelaar bewoners probeerde te verleiden:

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube

Een stedebouwkundig experiment

New Town is gebouwd volgens de principes van New Urbanism, de architectuurstroming die steden weer kleinschalig en voetgangervriendelijk wil maken. Het is een progressieve beweging tegen de eindeloos uitdijende suburbs. New Town is zo’n gedroomde, autoluwe stad waar de mensen elkaar kennen.

Alsof je het centrum van Enkhuizen nabouwt in een weiland naast Rotterdam

Waarom roept dit paradijs dan zoveel weerstand op, juist bij progressieve stadsbewoners?

Omdat New Town geen echte stad is, eerder een woonwijk met wat stadsfaciliteiten temidden van maisvelden - ver van de grotestadsproblemen van St. Louis. Banen zijn er bijvoorbeeld nauwelijks, daarvoor moet je nog de auto pakken.

En echt nieuw is New Town ook niet. Wel een nieuwbouwversie van historisch small town America. Het is alsof je het centrum van Enkhuizen nabouwt in een weiland naast Rotterdam.

Laatst werd New Town tien jaar. Ik ging op de bonnefooi naar het feestje. Op het pleintje naast het stadhuis stond een partytent. Binnen zaten enkele tientallen mensen te eten, in alle leeftijden en kleuren. Sommige mensen droegen T-shirts met ‘New Town.’ Er speelde een bandje. Ik kletste wat met bewoners. De architect van de stad, Tim Busse, hield een korte toespraak. In zijn hand de schep waarmee tien jaar terug de bouw was begonnen. Hij sprak over de normen en waarden van small town America en prees de pioniers, de eerste bewoners van de stad. ‘New Town zou New Town niet zijn zonder ieder van jullie.’

Hij had hier zelf ook een huis. Na zijn speech vertelde hij hoe mooi het was dat je hele families zag, drie generaties, die dicht bij elkaar woonden. Het is de beste plek om je kinderen op te laten groeien. Hij kende de kritiek op New Town, maar ‘niet iedereen hoeft het te doen zoals wij hier doen,’ zei hij. En: ‘Ik denk dat het voortkomt uit intolerantie jegens verschillen.’

Bij de borreltafel sprak ik Greg Whittaker, de projectontwikkelaar. Ook hij had hier een huis. Er was altijd wat te doen, zei hij, zoals theateravonden of filmvoorstellingen. Nee, een grote stad was het niet, maar het historische St. Charles lag op een paar kilometer afstand. En in een halfuur was je in St. Louis. Terwijl we praatten, kwam een bewoner naar Whittaker toe die hem leek te willen omhelzen. ‘Dank je voor je visie!’ zei ze.

Wat ik eigenlijk wilde zeggen: wat vond hij ervan dat sommigen New Town een toevluchtsoord noemen voor witte racisten die de grotestadsproblemen, lees de zwarten, zijn ontvlucht en die nu in dit hele ‘walkable,’ zogenaamd progressieve nepstadje zijn gaan wonen? In een wit getto, met straatnamen als ‘Rue Royale’ en waar ze de hele dag vissen en wijn drinken?

Maar, omringd door zoveel stralende gezichten, mompelde ik iets over de ‘etnische diversiteit.’ Whittaker, gewend aan tien jaar scepsis en kritiek, snapte wat ik bedoelde. New Town is etnisch diverser dan omliggende buurten, zei hij. Daar had hij gelijk in. De bewoners zijn overwegend wit, toch zag ik ook veel andere kleuren — en die zie je aan deze kant van de rivier niet zo veel. Verder speelde inkomen een rol: niet iedereen kon zich een nieuw huis veroorloven. Ook een goed punt.

Hij kwam hier uit de buurt, had een stadje bedacht waar hij zelf zou willen wonen en nu kwamen ze kijken vanuit China tot Australië. Hij was een tweede New Town aan het ontwikkelen, bij Kansas City.

Veel critici komen hier nooit kijken, zei hij. En als ze wel komen, zijn ze vaak snel om. Maak maar een wandeling, zei hij.

Alleen maar leuke mensen

Die avond wandelde ik door de nieuwe stad. Het was avond en bijna zomer. Ik zag gezinnetjes spelend met strandballen op weiden met perfect gesnoeid gras. Ik zag kinderen vissen met zelfgemaakte hengels in kristalheldere vijvers. Ik zag opa’s knikkebollen op veranda’s en oma’s wuivend vanuit golfkarretjes met hondjes op schoot. Ik zag een volleybalveld van het fijnste zand waar jong en oud, blank en zwart, samen volleybalden in de laatste stralen van de avondzon.

De mensen waren lief. Het was Camping Gelukzaligheid.

Zou ik er zelf willen wonen? Gelukzaligheid is saai. Ik dacht aan de songtekst van Maarten van Roozendaal: ‘Jouw hemel is voor mij de hel.’ Maar de architect had een punt: ieder het zijne. De vraag is dan waarom dit paradijs weerstand opwekt, ook bij mensen die er helemaal niet hoeven te wonen.

Kun je het mensen kwalijk nemen als ze het paradijs verkiezen boven de ellende?

Misschien omdat progressieve stedebouwkundige principes zijn toegepast in een conservatieve omgeving? Of is het de nostalgie van de plek? Maar de hipsters in downtown St. Louis, met hun vintage winkeltjes en hun typemachines in hun quasi-rauwe buurten, die zijn pas nostalgisch.

Gebrek aan echtheid? Miste ik de half ingestorte gebouwen in downtown St. Louis? De gaten in de weg? Maar is het niet pervers om ellende te koesteren als ‘echtheid’?

Ik denk dat het jaloezie is. New Town voelt alsof een groepje stadsbewoners de biezen heeft gepakt, toedeloe en dag hoor, en een nieuwe stad is begonnen met alleen maar leuke mensen. New Town voelt als spelbreken. We doen niet meer mee aan die aanmodderende samenleving, we beginnen ons eigen feestje.

In de Verenigde Staten kun je makkelijk opnieuw beginnen - het land is ontstáán door mensen die de biezen pakten en elder opnieuw begonnen. Kun je het mensen kwalijk nemen als ze het paradijs verkiezen boven de ellende? Dat ze de idylle preferen boven kogelhulzen op straat, schoten, sirenes? Lijkt me niet.