Natuurlijk leren kinderen hier op Laterna Magica het meest
De komende weken bezoek ik scholen die het anders doen. Vandaag: Laterna Magica in Amsterdam, waar buitenschoolse opvang, peuterklas en basisschool bij elkaar zitten om ‘natuurlijk te leren.’ Werkt dat?
Ze herinnert zich meester Siebe nog goed. Hij droeg zijn bruine ribbroek een beetje afgezakt, met aan de achterkant kale plekken. Hij had een baard, een snor en iedereen fluisterde over hem: wat hij deed, dat kon eigenlijk niet. Hij las de hele dag Paul Biegel voor, daagde je uit verder te komen, vragen te stellen, na te denken, door te zetten, hij liet leerlingen samen instrumenten maken van kokosnoten. Lesgeven - kennis overdragen - deed hij eigenlijk niet.
Op een dag vroeg meester Siebe haar en haar moeder bij zich. ‘Ik moet je iets belangrijks vertellen,’ begon hij. Hij keek haar moeder en toen haar aan. ‘Jij kunt álles worden wat je wilt. Dat mag je nooit vergeten.’
En nu, ruim dertig jaar later, is Annette van Valkengoed (44), directeur van integraal kindcentrum Laterna Magica op IJburg, Amsterdam. Haar doel: een school met allemaal meester Siebes.
Een integraal kindcentrum is een school die opvang en basisonderwijs combineert. Op Laterna Magica kunnen kinderen van nul tot dertien jaar naar de peuteropvang, de basisschool én de naschoolse opvang. De drie zitten in hetzelfde gebouw, vallen onder dezelfde directie en worden geleid vanuit dezelfde onderwijskundige en pedagogische principes.
Het voordeel daarvan is dat het lesprogramma niet ophoudt wanneer de schooldag eindigt. Ouders die voor de gehele dag betalen, kunnen hun kind om halfzeven ophalen. Tussen halfdrie en halfzeven heeft het dan verder kunnen werken aan zijn schoolwerk.
Het begint met visie
Laterna Magica startte in 2007 als basisschool in twee lokalen op de bovenste verdieping van een school in de buurt. Om op termijn te kunnen groeien, werd een architect in de arm genomen die een schoolgebouw ontwierp dat perfect aan zou sluiten bij de visie van de school. In 2011 werd de bouw voltooid en verhuisden de leerlingen naar de huidige locatie. Kinderdagverblijf en naschoolse opvang werden geïntegreerd.
Hoewel er geen duidelijke gegevens zijn over (de groei van) het aantal integrale kindcentra in Nederland, merkt Van Valkengoed dat er veel interesse is voor de manier waarop het onderwijs op Laterna Magica georganiseerd is. ‘Mensen zijn steeds meer aan het zoeken naar alternatieven. Andere vakken, een alternatief voor toetsen, andere principes rondom wat leren is. Van andere scholen krijg ik vaak de vraag: ‘We willen het wel anders, maar hoe?’ Mijn antwoord: visie hebben, daar begint het mee.’
Leren? Natuurlijk!
Die visie kwam bij Van Valkengoed voort uit onvrede. ‘We kijken in het onderwijs steeds fragmentarischer, naar zowel de kinderen als de leerstof. Die stof wordt voor kinderen in steeds kleinere stukjes gehakt, die steeds minder betekenis hebben. Zeker voor kinderen die moeite hebben alles te begrijpen. Ook bij kinderen zoomen we steeds meer in op wat ze niet kunnen. Er is een disbalans tussen sociale, persoonlijke en kennisontwikkeling. Dat wilde ik doorbreken door een heel ander perspectief te kiezen.’
Ook bij kinderen zoomen we steeds meer in op wat ze niet kunnen
Dat andere perspectief werd ‘natuurlijk leren.’
Sebastiaan van Tongeren (34) is sinds 2009 als opleider natuurlijk leren verbonden aan Laterna Magica. In die functie is hij er verantwoordelijk voor dat nieuwe docenten zich het concept eigen maken. Dat is niet eenvoudig. ‘Het is niet te vergelijken met Jenaplan of Montessori,’ aldus Van Tongeren. ‘Iets vrijigs,’ hoort hij vaak van ouders uit de buurt wanneer zij het over de school hebben.
Natuurlijk leren is volgens Van Tongeren leren dat dicht bij de werkelijkheid staat. De lesstof wordt niet in vakken opgeknipt, maar leerlingen krijgen taken waar zij in het dagelijks leven ook mee te maken hebben. In de moestuin kunnen leerlingen hun eigen groenten oogsten, die zij vervolgens in het kinderkookcafé tot een smakelijk gerecht omtoveren. Daar moeten zij natuurlijk wel het recept goed voor opvolgen. En worden er uitsmijters gebakken? Dan moet een van de kinderen eieren rapen uit het kippenhok in de tuin.
Daarnaast is een belangrijke rol weggelegd voor de zelfsturing van kinderen. Vanaf hun nulde jaar heeft ieder kind een portfolio waarin zijn leer- en ontwikkelingslijnen staan. Voor de allerjongsten ligt de nadruk op vaardigheden als zelfredzaamheid en samenspel, voor kinderen vanaf vier jaar onder andere op keuzes kunnen maken en doorzettingsvermogen. In de leerlijn van de oudere kinderen staat onder andere ‘een foutloze tekst kunnen schrijven’ en ‘informatie verzamelen.’ Vanaf zijn derde jaar krijgt ieder kind een coach die aan de hand van het portfolio met hem in gesprek gaat over wat hij geleerd heeft en wat hij de weken daarop gaat leren.
Narcistische iPad-kinderen
Dat lijkt op de manier waarop basisscholen die volgens het O4NT-concept werken hun onderwijs organiseren. Ook daar stellen leerlingen met hun coach hun lesprogramma samen en volgen zij onderwijs op maat. De iPad maakt dat maatwerk mogelijk, is de gedachte. Niet voor niets kwam Maurice de Hond, boegbeeld van het O4NT-concept, meermaals langs om zich te informeren over dit nieuwe type onderwijs.
Heeft Laterna Magica die iPad dan niet nodig om leerlingen onderwijs op maat te leveren?
Van Tongeren: ‘Voor ons is een iPad net als een pen. Het is een gebruiksvoorwerp. Een pen is handig als je wilt schrijven, maar minder handig als je een sloot over wilt springen. Samenwerken, kritisch kunnen denken, evalueren over hoe ver je bent in je ontwikkeling, dat leer je niet met een iPad. En neem de emotie en de spanning die bij het leren komen kijken wanneer leerlingen een maaltijd maken en de gasten ieder moment binnen kunnen komen. Die spanning geeft betekenis aan het leren, diepgang, die maakt dat je onthoudt wat je doet. Dat lukt je niet met een iPad.’
Ook vreest hij niet dat het concept leidt tot narcistische kinderen. Zembla luidde vorige maand de noodklok omdat kinderen van nu te vaak op een voetstuk geplaatst worden en opvoeders een machtsstrijd met hun kind liever vermijden, waarin het gevaar schuilt dat zij opgroeien tot een generatie narcisten. Van Tongeren: ‘Een misverstand, zelfs bij collega’s die hier net beginnen, is dat we achter kinderen aan hollen. Dat is het niet. We staan naast hen, gaan samen op pad en stellen kritische vragen. We nemen geen hobbels weg, maar creëren die juist. Een kind leert zichzelf nooit sturen als het geen hobbels ervaart. ‘Zit ik in Makkieland of zit ik in Lefland?’ Dat zijn termen die we gebruiken met kinderen. Het is ook geen individualistisch onderwijs. Het is sociaal-constructivisme, je leert door samen te werken. In die zin is het onzin dat het kind centraal staat, de vorming van het kind staat centraal.’
Een kind leert zichzelf nooit sturen als het geen hobbels ervaart
Het is een visie die veel (hoogopgeleide) ouders op IJburg aanspreekt. In drie jaar tijd verdubbelde de school qua omvang. Dit schooljaar kruipen, waggelen en lopen er 675 kinderen in het gebouw rond, 75 van hen zitten op de crèche en 600 op school.
Van Valkengoed gelooft niet dat die groei niet ten koste is gegaan van haar visie: ‘Zoals we het hebben georganiseerd, zijn het eigenlijk allemaal minischooltjes. Er zijn zeven units, minischolen, met ieder een eigen team. Voor ouders, kinderen en teamleden is dat de basis. Wel hebben we gezegd dat we maximaal één zo’n nieuw schooltje per jaar kunnen starten. Je moet mensen wel echt scholen in het concept, en meenemen. Als je te snel groeit, dan lukt dat niet.’
Hoe een dag eruitziet
Het is kwart voor 9 ’s ochtends als Van Tongeren, nu meester Sebastiaan, in unit 4 met zijn stamgroep het rooster van die dag bespreekt. Iedere unit bestaat uit vier stamgroepen van circa 25 leerlingen, die de dag elk in een andere hoek beginnen. Op het bord staat wat er vandaag te doen is en leerlingen kunnen zich voor workshops en clubs inschrijven door hun kaartjes op het bord te plaatsen. Leerlingen die zijn ingedeeld stormen op me af.
‘In welke unit zit jij?’ vraagt een blond meisje met een tutu aan.
‘Ik zit al in de schrijfclub,’ vertelt een ander trots.
‘Nietes.’
‘Ben je een sollicitant?’
‘Ik zit in de rekenclub, maar daarna mag ik weer spelen.’
‘Wat kom jij hier doen?’
Uiteindelijk leg ik uit dat ik een stukje schrijf voor de krant.
‘Dus jij bent de baas?’
Damian (10) vertelt me dat het in zijn unit wat minder druk is. Samen met Lotus (8) en Kyra (8) uit unit 4 laat hij me hun portfolio’s zien, een papieren map met werkjes van de leerling en feedback van de docent. Damian: ‘Je doet er je bewijsjes in. Je kan ze er zelf in doen, maar je kan ze ook aan je juf vragen. Het is om te laten zien wat je allemaal hebt gedaan en op het portfoliogesprek laat je het zien aan je ouders.’ Hij is even stil. ‘Meestal doe ik niet veel van de bewijsjes omdat ik daar niet zoveel zin in heb. Alleen in de voorbereiding van een portfoliogesprek haal ik er een paar zodat ik toch wat bewijsjes heb.’
Hij gaat verder over zijn dagen op Laterna Magica: ‘Ik heb elke dag twee clubs, rekenen en spelling. En dan heb ik één keer buitenspelen en twee onderzoeksgroepen waarin ik mijn eigen plannen mag bedenken.’ In de onderzoeksgroepen leert Damian wat voor vragen hij kan stellen en hoe hij antwoorden kan vinden, en mag hij binnen het thema (op dit moment: ‘communicatie’) van die periode zelf een onderwerp kiezen om onderzoek naar te doen. Hij is blij met die vrijheid. ‘Maar je moet er wel mee kunnen omgaan. In groep 1 is het wel lastig als ze vragen: wat wil je vandaag doen?’
Kyra en Lotus weten nog niet wat ze gaan doen vandaag. De spellingclub gaat niet door in verband met Citotoetsen en verder zijn hun programma’s leeg.
‘En we hebben ook een rekenclub vandaag!’, vult Kyra aan.
Ik vraag haar wat een rekenclub is.
‘Dat weet je toch wel?’
Ik zeg dat ik niets weet en ze me alles moeten vertellen.
‘Alles?’ Lotus moet lachen.
Damian: ‘Hij is een journalist. Hij weet hier helemaal niets van omdat hij er gewoon is om het op te schrijven. En hopelijk niet iets slechts.’
Lotus vertelt me dat je op haar school ergens expert in kan worden. Er zijn vissenexperts, dierenexperts en zelfs spierballenexperts. Om ergens expert in te worden moet je wel een echte sollicitatiebrief schrijven. Zelf zou ze wel babyexpert willen worden. ‘Dan mag je de kinderen van nul jaar voorlezen!’
Kyra herinnert haar eraan dat ze dan ook luiers moet verschonen. Damian laat in zijn portfolio zien dat hij ‘expert van de hele aarde’ is.
Achttien jaar onderwijs
Een integraal kindcentrum waar kinderen natuurlijk leren volgens hun eigen plan. Van Valkengoed is blij met hoe het concept nu vorm heeft gekregen.Toch wil zij komend schooljaar de tijd nemen om haar ideeën van toen nog eens goed onder de loep te nemen. Zij creëerde het huidige plan in tijden van Citoscores en ranglijstjes, en ze heeft het idee dat er nu veel meer mogelijk is. ‘We merken dat er steeds meer oor naar is. Ook vanuit de Inspectie.’ In ieder geval zou zij graag zien dat Laterna Magica kinderen tot achttien jaar onderwijs gaat bieden, zodat ook het schot tussen basisschool en voortgezet onderwijs wordt weggenomen ten behoeve van de doorgaande ontwikkelingslijn en het uitstellen van het vroege selectiemoment.
Dat zou betekenen dat Damian, wanneer hij over acht jaar van school gaat, achttien jaar lang op dezelfde school les heeft gehad en naar de opvang is geweest. En ook ik kan het pand nog niet verlaten. Damian wil later schrijver, leraar of journalist worden, en meester Oscar heeft een nieuwswebsite gemaakt met zijn stamgroep voor berichten over de school.
‘Als ik misschien straks een interview kan doen?’