Kunst kan de muren tussen de winnaars en verliezers van de globalisering slechten

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Hoog op het dak staat een telescoop die op de maan is gericht. 'De maan is symbool voor het onmogelijke,' licht Giorgio de Finis toe. Hij is de geestelijke vader van het museum in Metropoliz (te Rome). Foto: Ton Vorselaars en Ruut van der Beele

Op reis met ‘In Search of Europe’ prikken de waterlanders achter mijn ogen in een oude salamifabriek in een buitenwijk van Rome. Daar wonen verschoppelingen uit alle hoeken van de aarde samen en nodigt kunst uit om bij hen op de deur te kloppen.

Een wonderlijker plek heb ik nooit bezocht. Metropoliz is een woongemeenschap voor ongeveer tweehonderd verschoppelingen der aarde. Er wonen Roma-zigeuners, Peruanen, Eritreeërs en straatarme Italianen. Op de bovenverdieping van een gekraakte oude salamifabriek in een verre buitenwijk van Rome hebben ze van bij elkaar gescharreld materiaal huisjes in elkaar geklust.

In hun woningen en beneden in de grote zalen van het industriële complex is de schitterendste kunst tentoongesteld. Dit is het het museum van de Ander en van Elders.

Bij het binnenlopen valt al snel het oog op een groot bord dat de weg wijst naar de ‘Duschen für Schweine,’ een ironische knipoog naar het verleden van de fabriek. En naar de behandeling die al wie niet meekan in deze samenleving ten deel valt. Even verder staat het wereldberoemde werk Venus of the Rags van Michelangelo Het is een kopie, maar die is altijd nog twee miljoen euro waard. Op deze plek is het werk niet te verzekeren, maar de kunstenaar heeft het op eigen risico in bruikleen gegeven.

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo
Tomas Vanheste en Lucas De Man over hun bezoek aan Metropoliz in Rome. Beeld: Ton Vorselaars en Ruut van der Beele

Menselijk afval

Hoog op het dak staat een telescoop die op de maan is gericht. ‘De maan is symbool voor het onmogelijke,’ licht Giorgio de Finis toe. Hij is de geestelijk vader van het museum. Zijn idee kwam voort uit een kunstproject uit 2011 rondom emigratie. ‘De aarde is volledig ongastvrij geworden voor de armen, de immigranten, de daklozen. Het idee was die mensen de mogelijkheid te geven naar een andere planeet te verhuizen, naar de maan,’ licht hij toe.

De zachtmoedig overkomende Italiaan bestudeerde in een eerder leven als antropoloog het leven van het op Palawan. Daarna maakte hij als televisieregisseur honderden documentaires. Nu woont hij weer bij zijn moeder, omdat het museum al zijn aandacht opslokt en hij alleen nog tijd heeft voor een klein baantje om in zijn eerste levensbehoeften te voorzien.

In praktijk zijn het vooral kapitaal en goederen die vrij reizen. In onze steden hebben we muren opgetrokken, in plaats van plekken te scheppen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten

‘De belofte van de globalisering was dat we allemaal burger van één wereld zouden worden, iedereen vrij over de planeet zou kunnen reizen en overal werken,’ analyseert De Finis. ‘Maar in praktijk zijn het vooral kapitaal en goederen die vrij reizen. In onze steden hebben we muren opgetrokken, in plaats van plekken te scheppen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Het centrum van Rome is vol van toeristen, van mensen die de mogelijkeid hebben om te reizen. Maar in de buitenwijken zijn overal plekken als Metropoliz, waar armen en daklozen leven die geen toegang hebben tot de globalisering en die de "normale wereld" niet willen zien. Ze worden behandeld als menselijk afval.’

Hier in Metropoliz telt de stem van iedereen. Elke week op maandag om twee uur hebben de bewoners een assemblee. Stemmen doen ze er niet. ‘Dat schept verdeeldheid, partijen die tegenover elkaar staan,’ legt De Finis uit. ‘We discussiëren net zo lang tot we algemene overeenstemming hebben bereikt. Dat kan de vrucht van uitputting zijn,’ zegt hij lachend.

’s Middags mogen we een assemblee meemaken. Het is tegen drieën als de pasta op tafel verschijnt en de bijeenkomst van start gaat. We verwachten een heksenketel van door elkaar kakelende mensen. Maar heel rustig en serieus doet iedereen een voor een het woord. Alleen wijzelf blijken verdeeldheid te zaaien. Niet alle bewoners zijn gelukkig met de draaiende camera en we krijgen het verzoek die weg te leggen.

Een van de gemeenschappelijke ruimtes in Metropoliz.

De trots van Tatjana

‘Ik ben hier ook maar te gast,’ zegt De Finis. ‘De bewoners kunnen mij morgen vragen om weg te gaan. Ik ben hier alleen maar omdat ik kunstprojecten heb gestart die Metropoliz kunnen helpen een betere toekomst te vinden, misschien wel een legale toekomst. Voortdurend dreigt het gevaar dat dit gebouw wordt ontruimd.’

De oprichting van het museum heeft die kans wat verkleind. ‘We hebben een val gezet,’ zegt De Finis. ‘De mensen die hier de boel zouden komen ontruimen en daarbij ook vierhonderd kunstwerken ruïneren, zouden in de media als barbaren afschilderd worden, als de Taliban die eeuwenoude beelden kapotslaat. Tweehonderd mensen uitzetten, waaronder zestig kinderen, zou kleine krantenstukjes opleveren, waarna men tot de orde van de dag overgaat. Maar als je vierhonderd kunstwerken vernielt, is dat een schandaal.’

Maar de kunst dient niet alleen als truc om de kans op uitzetting te verkleinen. De antropoloog ziet het ook als een middel om gaten te slaan in de muren tussen rijk en arm, tussen zij die meekunnen met de globalisering en zij die ervan buitengesloten zijn. Welbewust maken de appartementen van de bewoners ook deel uit van het museum. ‘De kunstwerken die daar hangen, vormen een uitnodiging om op de deur te kloppen. Zo kom je in gesprek met mensen waar je normaal helemaal geen contact mee hebt,’ legt De Finis uit.

Tweehonderd mensen uitzetten, waaronder zestig kinderen, zou kleine krantenstukjes opleveren, waarna men tot de orde van de dag overgaat. Maar als je vierhonderd kunstwerken vernield, is dat een schandaal

Wij kloppen aan bij Tatjana. Het kunstwerk in haar huis toont een Romavrouw op een trap in een paleisachtig huis. ‘Het is een foto, maar lijkt op een schilderij,’ zegt de goedlachse en door de camera wat zenuwachtige Tatjana. ‘Ik heb het gekozen omdat ik zelf foto’s maak van zonsondergangen.’

Tatjana is ‘heel trots’ om in Metropoliz te leven. ‘Deel uitmaken van deze gemeenschap betekent voor mij een immense intellectuele en emotionele groei,’ zegt ze. ‘Dit is een stad in een stad, waar we allemaal samenleven. Natuurlijk zijn hier ook problemen en conflicten. Maar in Metropoliz is veel minder wreedheid en gemeenheid dan daarbuiten. Mijn dochters leven hier, ze gaan liever niet naar buiten, waar akelige discriminatie is.’

Tatjana woont in een bakstenen huis vlak achter de poort van het terrein. Boven in de fabriek zelf zien de zelfgebouwde woningen er gammeler maar ook feeërieker uit. Door het samenraapsel van materialen, de kleden waarmee de bewoners hun domein kleur hebben gegeven, de bonte was die er schots en scheef hangt.

‘Als bezoeker vraag je je af of dit kunst of het dagelijkse leven is,’ zegt De Finis lachend. Die verwarring vindt hij mooi, want dat is precies wat hij wil: de grenzen tussen die twee laten vervagen.

Een ruimte verder is in grote letters ‘L’espace est à vous’ op de muur geverfd, een citaat uit de film La haine. Terwijl we daarover nadenken in de ruimte die de allure heeft van een filmdecor, loopt een Romavrouw naar binnen om de was op te hangen. De vervaging in prakijk.

Geraakt

Grenzen laten vervagen is het unieke vermogen van kunst, vindt De Finis. ‘Kunst kan mensen op allerlei manieren raken, welke taal of achtergrond ze ook hebben. Het breekt met emotie door grenzen. Kunst is de beste taal die we hebben om grenzen tussen culturen te overstijgen en mensen te bereiken. De wereld wordt hoe langer hoe platter, saaier en monotoner. Kunst verrijkt het leven.’

Foto’s: Ton Vorselaars en Ruut van der Beele

En geraakt zijn we allemaal - theatermaker Lucas de Man, dramaturg Kimberly Major, regisseur Ruut van der Beele en cameraman Ton Vorselaars. Ja, we weten ook wel dat we het niet moeten romantiseren. Onze tassen, waarschuwt Giorgio, kunnen we beter niet onbewaakt laten staan. De politie is al enkele keren binnengevallen omdat een bewoner in zijn strijd om het bestaan iets had mispeuterd. En tijdens die assemblee zagen we meer sombere dan vrolijke koppen.

Maar toch. We zijn geraakt. Door de kunst die in deze omgeving veel harder binnenkomt dan in welk museum voor moderne kunst dan ook. Door de grenzenloze gedrevenheid van De Finis. Door het ontroerende enthousiasme van Tatjana. Door de poging van deze verschoppelingen om zelf een samenleving waarin ze wel tellen van de grond af op te bouwen.