Weekendkunst: De wonderlijke lichtbeelden van James Turrell

De lichtkunst van James Turrell (1943) vraagt niet om toelichting, maar om geconcentreerd kijken. Dat kan nu in museum De Pont in Tilburg. Een zeldzame, welkome afwisseling binnen de hedendaagse kunst.
Kunst waar je ogen geen vat op kunnen krijgen. De foto’s van de lichtkunstwerken van James Turrell mogen dan spectaculair zijn, zijn werk aan den lijve ondervinden is nog vele malen spectaculairder. Zo heb ik een keer minutenlang naar een felrood verlicht scherm in een donkere ruimte zitten turen, dat zó tergend langzaam naar diepblauw veranderde dat ik aan mijn eigen waarneming begon te twijfelen. Toen ik na een tijdje zwichtte voor de magnetische aantrekkingskracht en opstond om het vlak van dichtbij te bekijken, bleek het geen scherm te zijn maar een gat in de muur met daarachter een verlichte ruimte.
Turrells vroegere werk kende ik alleen van afbeeldingen: oplichtende geometrische vormen die in de hoeken van museumruimtes lijken te zweven. Een soort semitransparante, kubusvormige lampen. Dacht ik. Pas toen ik ze onlangs in het echt zag, kwam ik erachter dat het projecties zijn in plaats van driedimensionale objecten.
Het leuke aan Turrells kunstwerken vind ik dat ze geen toelichting behoeven. Vaak is de context cruciaal voor hedendaagse kunst, hier gaat dat niet op. Deze kunst vraagt niet om zaalteksten; alleen om lang, geconcentreerd kijken. Het gaat puur om de visuele ervaring: een zeldzame maar welkome afwisseling binnen de hedendaagse kunstwereld.

Kleur in het kwadraat
Een aantal van deze zinsbegoochelende lichtkunstwerken is sinds afgelopen weekend te zien in museum De Pont in Tilburg. Op de tentoonstelling ‘Kleur in het kwadraat’ worden Turrells installaties gecombineerd met Amish quilts uit begin vorige eeuw. Dat zijn handgemaakte kleden opgebouwd uit eenvoudige geometrische patronen. Achter de combinatie gaat geen vergezocht concept schuil: de kleuren en vormen van de kleden en de lichtinstallaties vullen elkaar mooi aan.
Het beeld is zo krachtig, dat ik vergeet spontaan dat ik tussen de verfpotten en bouwlampen sta
Een dag voordat de tentoonstelling opent, is er zorgwekkend weinig kunst te zien in de naar verf ruikende museumzalen. Tussen ladders en grote gereedschapskisten zijn technici in de weer met kabels; iemand wit de muur, die afgezien van een paar stukken tape leeg is.
Maar dan zet iemand een projector aan. In de hoek van de zaal verschijnt een haarscherp, intens rood vlak. Het is bijna tastbaar, alsof er een lichtgevende plaat tegen de muur staat. Het beeld is zo krachtig, dat het de hele ruimte over lijkt te nemen; ik vergeet spontaan dat ik tussen de verfpotten en bouwlampen sta.

Team Turrell
De kunstenaar zelf is niet aanwezig: hij is inmiddels ruim de zeventig gepasseerd en hij laat het installeren van zijn werk graag over aan het team professionals dat hij om zich heen verzameld heeft. De opbouw in De Pont wordt aangestuurd door Torsten Braun en Wilfried Kresiment, twee Duitsers die in het dagelijks leven lichtontwerpers zijn.

‘Het is een leuke, goedbetaalde hobby,’ lacht Braun. ‘Turrell houdt zich niet bezig met het installatieproces; alleen bij grote tentoonstellingen komt hij vlak voor de opening langs om dingen te finetunen.’ ‘Hij vertrouwt ons volledig,’ vult Kresiment aan. Net als grote modeontwerpers of architecten produceert Turrell zelf slechts schetsen; het is aan zijn team om die vervolgens te realiseren. ‘Wij maken de vertaalslag tussen het idee van de kunstenaar en de technische uitvoering. We weten precies wat de kunstenaar wil bereiken, en sturen vervolgens degenen aan die achter de knoppen zitten.’
De twee vertellen honderduit over de techniek achter het werk: computergestuurde lichtmengpanelen, speciale theaterlampen, eenvoudige tl-balken. Zo leer ik dat het wonderlijke rode vlak wordt gemaakt door een bundel theaterlicht door een soort handgemaakte stalen dia te schijnen. Omdat de afstand tussen de muur en de lichtbron in ieder museum anders is, moet de dia voor elke installatie opnieuw op maat gemaakt worden. Het is een extreem precies werk, dat aankomt op percentages van millimeters.
Immateriële kunstwerken
Een veelgeciteerde uitspraak over Turrells werk luidt: ‘Turrells work is not about light, or a record of light; it is light.’ Het kunstwerk is immaterieel. Het bestaat alleen uit het licht zelf; de objecten die de manifestatie van het licht mogelijk maken zijn vervangbaar. En alleen wanneer de lichtbronnen precies volgens Turrells schetsen worden ingezet, kan het kunstwerk ontstaan.
En alleen wanneer de lichtbronnen precies volgens Turrells schetsen worden ingezet, kan het kunstwerk ontstaan
Door de voortschrijdende techniek kunnen Turrells ideeën steeds beter uitgevoerd worden: lampen worden krachtiger, computerprogramma’s preciezer. Toch is analoog vaak beter. Wilfried: ‘Het afstellen van een eenvoudige projector kost minstens een halve dag. Vaak vragen mensen waarom we niet met projection mapping werken. Maar hoe goed je beamer ook is; je blijft altijd pixels zien.
Een soort magie
De tentoonstelling biedt verdieping bij Wedgework III, een ruimtelijke lichtinstallatie van Turrell die sinds de opening van het museum in 1992 permanent tentoongesteld wordt. Het is een van die werken die nooit verveelt: ik ga het altijd even bekijken als ik bij De Pont ben. Directeur Hendrik Driessen: ‘Turrells werk was een van de ankerpunten bij het opzetten van de collectie. Hij was destijds niet zo populair, maar ik ben hem steeds blijven volgen. Ik wilde al lang een tentoonstelling van zijn werk maken en nu kwam de kans voorbij.’
Zijn favoriete werk uit de tentoonstelling? ‘Raethro Green. Dat zat bijna in onze collectie: we hebben lange tijd een witte variant van dat werk getoond in het museum. Uiteindelijk hebben we het niet aangekocht omdat we het op deze plek niet optimaal tot zijn recht konden laten komen. Dan functioneert het werk niet. Het is toch een soort magie die je de mensen voorschotelt.’

De tentoonstelling ‘Kleur in het kwadraat’ is tot 4 oktober te bezichtigen in museum De Pont in Tilburg.