Het beste cadeau voor Vaderdag: een volksverzekering voor ouders

Marilse Eerkens
Correspondent Kinderomgang
Foto: Getty Images

Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken financiert een succesvol project dat in vier verschillende landen moet leiden tot een grotere betrokkenheid van vaders en beter lokaal beleid rond ouderschap. Ironisch genoeg lijken wij in een aantal opzichten meer van deze landen te kunnen leren, dan zij van ons. Waarom gaat die 8,6 miljoen euro niet naar Nederland?

Acht komma zes miljoen euro kregen de stichtingen en van het ministerie van Buitenlandse Zaken om in Brazilië, Rwanda, Zuid-Afrika en Indonesië het Mencare+-programma op te starten. Dit programma probeert mannen mee te laten denken over het oplossen van huiselijk geweld tegen vrouwen. Bovendien moet het mannen meer betrekken bij de opvoeding van hun kinderen.

Volgens Rachel Ploem, als deskundige namens betrokken, zit er ‘behoorlijk wat opgekropt leed bij de mannen.’ Veel voorkomende problemen:

  • Slechte of gewelddadige relaties met hun eigen vader, waar ze nooit met iemand over hebben gesproken.
  • Frustraties over het toenemende succes van veel vrouwen op school en de arbeidsmarkt.
  • Frustraties over de veranderende man-vrouwverhoudingen in hun land.
  • Werkloosheid, waardoor zij niet meer voor hun gezin kunnen ‘zorgen.’
Foto: HH

Bij het Mencare+-programma wordt naar de mannen geluisterd. Vanwege de machocultuur die praten over dit soort zaken niet aanmoedigt – en zeker niet met andere mannen -, is dat vaak voor het eerst. Daarna wordt onder andere gesproken over hoe belangrijk het is dat vaders meer betrokken zijn bij hun kinderen. Ondertussen lobbyen de lokale organisaties waarmee Rutgers en samenwerken voor betere verlofregelingen voor vaders.

Het programma lijkt een succes. Het leidt tot minder huiselijk geweld en een grotere betrokkenheid van vaders bij hun kinderen. Door hen te laten praten en nadenken over de soms problematische relatie die ze met hun eigen vader hadden, zijn ze gemotiveerder om het anders te doen, aldus Ploem. Het heeft bovendien een sneeuwbaleffect: mannen die zelf gewelddadig waren tegen vrouwen en dankzij de gesprekken tot nieuwe inzichten zijn gekomen, praten hier weer met andere mannen over. Daarmee lijkt de acht komma zes miljoen euro goed besteed.

Kan dat geld niet beter naar Nederland gaan?

Toch is er iets geks aan de hand. Nederland financiert – terecht – een project dat vaders ondersteunt en hen aanspoort meer werk te maken van de zorg voor hun kinderen. Maar als je kijkt wat er in het op zestien juni verschenen rapport (SOWF) over Nederland staat, kun je je afvragen of het op een bepaalde manier niet logischer was geweest als het Braziliaanse ministerie van Buitenlandse Zaken óns dit soort ontwikkelingshulp had geboden. De Brazilianen doen het in ieder geval wat kraamverlof voor vaders betreft, beter dan wij. In het

Foto: HH

‘Hoewel door overheden gesteunde projecten al langere tijd proberen om discussies over zorgvaderschap te bevorderen, heeft dit niet geleid tot omvattende beleidsmaatregelen, noch tot echte veranderingen betreffende werk-zorgverhoudingen van mannen en vrouwen.’

Nederland voldoet met zijn twee dagen betaald en drie dagen onbetaald kraamverlof voor vaders weliswaar aan de EU-richtlijnen, maar haalt de ouderschapsverlofnorm van UNICEF en de OESO – beide ouders samen één jaar verlof tegen 50 procent van het salaris, zoals gebruikelijk in bijvoorbeeld Luxemburg, Duitsland en de Scandinavische landen – bij lange na niet.

De noodzaak van goed beleid

En juist in het achterblijven van goede beleidsmaatregelen zit het probleem. Uit een morgen te verschijnen rapport dat onderzoeksbureau Motivaction maakte in opdracht van blijkt dat 60 procent van de jonge vaders meer tijd wil besteden aan de zorg voor hun kind als praktische zaken en kosten geen rol zouden spelen.

Kijk je naar landen waar het verlof van vaders wél wordt betaald, dan zie je meteen dat vaders veel meer van de verlofregelingen gebruikmaken

Dat staat in schril contrast met het aantal vaders dat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek daadwerkelijk minder gaat werken als hun kind wordt geboren: 5 procent. Met een beetje goede wil zie je die wens van vaders om meer met hun kinderen bezig te zijn ook terug in het percentage vaders dat nu onbetaald ouderschapsverlof opneemt. Dat is met 23 procent weliswaar een stuk lager dan het percentage moeders dat dit doet - 58 procent namelijk -, het is wel twee keer zoveel als het EU-gemiddelde. Kijk je naar landen waar het verlof van vaders wél wordt betaald, dan zie je meteen dat vaders veel meer van de verlofregelingen gebruikmaken. Zo neemt 44 procent van de Zweedse mannen vaderschapsverlof op.

De voordelen van goed beleid

Dat zorgende en betrokken vaders op de lange termijn voor de hele maatschappij – mannen, vrouwen én kinderen – enorme voordelen opleveren, wordt in het rapport van de SOWF nog even op een rij gezet. Zo wordt de betrokkenheid van vaders in verband gebracht met:

  • Betere schoolprestaties en een betere geestelijke gezondheid van jongens en meisjes en minder crimineel gedrag van jongens. Onderzoek in veel landen toont verder aan dat betrokken vaders heel bepalend zijn voor de ontwikkeling van empathie en sociale vaardigheden bij hun zoons en dochters.
  • Betrokken vaders zorgen er ook voor dat vrouwen de zorg voor de kinderen makkelijker durven los te laten en meer gaan werken. Op die manier kunnen vrouwen hun financiële achterstandspositie wegwerken (ze verdienen wereldwijd 24 procent minder dan mannen).
  • Vaderschapsverlof leidt ook tot een betere lichamelijke en geestelijke gezondheid van moeders en geeft minder opvoedstress. Meer in zijn algemeenheid kun je zeggen dat vaderschapsverlof zorgt voor meer gelijkheid in het gezin, op de werkvloer en in de maatschappij als geheel.
  • Betrokken vaderschap maakt mannen gelukkiger en gezonder. Vaders die een hechte, niet-gewelddadige relatie met hun kinderen hebben, hebben minder geestelijke en lichamelijke problemen, gebruiken minder snel drugs, zijn productiever op het werk en zijn gelukkiger dan vaders die niet zo’n relatie met hun kinderen hebben.
  • Tot slot draagt een gelijkwaardige verdeling van de zorgtaken bij aan vermindering van geweld tegen vrouwen en kinderen.
Foto: Getty Images

Afgelopen woensdag liet minister Lodewijk Asscher (PvdA, Sociale Zaken) in een weten dat hij betreurt dat het Nederlandse vaderschapsverlof zo achterloopt op de rest van de wereld. Hij verwacht niet dat hij hier deze kabinetsperiode nog verandering in kan brengen. De recente uitbreiding van twee dagen vaderschapsverlof naar vijf dagen (waarvan drie onbetaald) heeft hem al genoeg moeite gekost. Asscher werd destijds flink tegengewerkt door werkgeversorganisaties die zich ergerden aan het feit dat de minister extra vrije dagen wilde gaan uitdelen op kosten van de werkgever. ‘De overheid moet eens stoppen met het eindeloos in de snoeptrommel van de werkgevers graaien,’ zei MKB-Nederland voorzitter Michaël van Straalen in december 2013. Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW reageerde zeer ontstemd.

De oplossing: de volksverzekering

Zeker als het om MKB’ers gaat, is deze reactie goed te begrijpen. Ik denk dan ook dat we daar de oplossing niet moeten zoeken.

Het wordt tijd dat we gaan erkennen dat het een gegeven is dat vaders en moeders werken. En dat we de maatschappij dus zó moeten inrichten dat noch kinderen, noch moeders, noch vaders daar de dupe van zijn. Als we weten dat die eerste duizend dagen van een kind zo bepalend zijn voor zijn ontwikkeling, als het zo is dat het voor alle partijen beter is dat met name in dat eerste levensjaar vaders en moeders het grootste deel van de zorg zélf op zich nemen, als we weten dat we daar slimmere en socialere en empathischer kinderen van krijgen en gelukkigere, minder gestreste ouders, wat let ons dan om een volksverzekering op te tuigen die mannen en vrouwen allebei financieel in staat stelt een halfjaar voor hun baby te zorgen?

In Duitsland krijgen ouders bijvoorbeeld twaalf maanden verlof te verdelen waarbij ze 67 procent van hun netto inkomen vergoed krijgen door de staat (met een maximum van 1.800 euro). Iets dergelijks zou in Nederland toch ook te regelen moeten zijn?

Door deze maatregel los je meteen ook een ander probleem op. Het is nu niet alleen de moeder die ‘lastig’ is voor haar werkgever als ze met zwangerschapsverlof gaat, het is ook de vader. Kinderen krijgen wordt met een volksverzekering echt een gedeelde zorg. Van ouders en van de maatschappij. Bovendien schep je met al die verloven weer flink wat werkgelegenheid.

Natuurlijk gaat dit plan zeker meer dan acht komma zes miljoen euro kosten. Maar dat zal zich op de lange termijn terugbetalen. De inmiddels veel geciteerde econoom en Nobelprijswinner James Heckman berekende dat iedere euro die je investeert in kinderen onder de twee jaar, zich soms wel

Dit verhaal is geschreven door Marilse Eerkens.