De rechter dwingt de Nederlandse staat tot méér klimaatactie. Met mogelijk revolutionaire gevolgen
De Nederlandse staat is woensdag door de rechter verplicht om de uitstoot van broeikasgassen met 25 procent terug te dringen in 2020. Het kan een revolutionaire uitspraak blijken te zijn. Ik volgde deze zaak vanaf het begin en vertel over de achtergrond ervan, waarom de staat er niet blij mee is en wat de wereldwijde gevolgen kunnen zijn.
De rechter was nog niet klaar met zijn vonnis, of het eerste gejuich ging al op in de rechtbank in Den Haag.
Zou het echt? Zou de rechter de staat echt gaan dwingen om steviger klimaatbeleid te voeren?
Urgenda klaagde de Nederlandse staat in november 2013 aan, omdat die te weinig zou doen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Met elke zin die de rechter uitsprak, leek een positief vonnis voor Urgenda dichterbij te komen. De actiegroep stond woensdag al na 10 minuten op grote voorsprong tegenover de staat.
Klimaatverandering is een buitengewoon ernstig probleem, dat binnen enkele tientallen jaren leidt tot gevaarlijke en onomkeerbare effecten voor mens en milieu, zei de rechter. Ook in Nederland ontstaan gevaarlijke situaties als de aarde met meer dan 2 graden Celsius opwarmt. Dat is een zaak voor de staat, want die moet zijn burgers beschermen.
Wat betekent dit? De rechter greep terug op de klimaatwetenschap. Het is algemeen geaccepteerd dat als geïndustrialiseerde landen hun broeikasemissies in 2020 met 25 tot 40 procent reduceren, er een redelijke kans bestaat dat gevaarlijke klimaatverandering voorkomen wordt.Maar met de huidige plannen komt Nederland in 2020 niet verder dan 17 procent, zei de rechter. ‘Dat is minder dan noodzakelijk is.’
Een zindering ging door de zaal. Zou het echt?
Dat een land maar een klein deel bijdraagt aan de klimaatproblemen, kan voor geen enkel land een vrijbrief zijn om op de huidige voet door te gaan, vond de rechter.
Dat een land maar een klein deel bijdraagt aan de klimaatproblemen, kan voor geen enkel land een vrijbrief zijn om op de huidige voet door te gaan, vond de rechter
Dat Nederland een geïndustrialiseerd land is, legt volgens hem nog meer gewicht in de schaal: ontwikkelde landen moeten voorop lopen bij de aanpak van het klimaatprobleem. Een reductie van 25 tot 40 procent was uit economisch oogpunt niet onmogelijk, of redelijkerwijs onaanvaardbaar, vervolgde de rechter. Landen om ons heen stelden zich immers ook dat soort doelen en die gingen niet ineens failliet.
Weer een zindering. Zou het echt?
Ja, echt. De rechter oordeelde in het slot van zijn vonnis niet alleen dat de staat te weinig doet om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, hij zag het zelfs als zijn taak om de politiek te corrigeren.
‘Het is een wezenlijk kenmerk van de rechtsstaat dat ook het handelen van politieke organen wordt gecontroleerd door de rechter. De rechter begeeft zich daarmee niet in het domein van de politiek. De rechter houdt zich op zijn eigen gebied: bescherming bieden tegen onrechtmatige daden.’
En in dit geval betekent dat: het klimaatbeleid van de overheid bijsturen. De rechter legde de staat een verplichte emissiereductie op van ten minste 25 procent in 2020.
Het was een grote overwinning voor Urgenda. Op alle punten gehoord en op de belangrijkste punten gelijk gekregen.
Een unieke zaak die wereldwijd werd gevolgd
Zodra Urgenda de zaak lanceerde, was duidelijk dat het om een uniek initiatief ging. Nooit eerder werd een staat aangeklaagd om nalatigheid bij klimaatproblemen, en dan ook nog zo’n omvangrijke zaak. Nationale, maar vooral internationale nieuwsmedia deden gretig verslag. Juristen die zich met het klimaatprobleem bezighouden volgden de zaak op de voet.
Michael Gerrard, leider van het climate change law center van de Columbia Law School, vertelde de Amerikaanse radiozender NPR over zijn hoge verwachtingen. ‘Als de Nederlandse rechter in deze zaak tegen de staat vonnist, is dat een krachtig signaal dat waarschijnlijk zal leiden tot vergelijkbare rechtszaken in veel andere landen.’
Het simpele feit dat de overheid haar burgers moet beschermen, is de basis van de aanklacht van Urgenda, schreef ik toen de zaak werd gelanceerd. Hoewel de staat erkent dat we het risico lopen op klimaatverandering die gevaarlijk voor ons is, brengt hij zijn emissies niet radicaal terug.
Volgens Urgenda was het hedendaagse Nederlandse klimaatbeleid daarmee in feite nalatig en dus onrechtmatig. De organisatie maakte die claim uit naam van huidige en toekomstige generaties, die immers door de staat beschermd zouden moeten worden.
Het werd een juridisch steekspel met politieke implicaties. Als de rechter Urgenda gelijk zou geven, dan moest de regering het bestaande beleid herzien. ‘Het politieke discours zou kunnen veranderen door de juridische ontwikkelingen,’ voorspelde klimaatjurist Dennis van Berkel van Urgenda toen ik hem een paar maanden geleden sprak. ‘Wij hebben er vertrouwen in dat de politiek de rechter zal volgen als die ons gelijk geeft. En dan zal het niet bij één zaak blijven.’
Je hoeft geen heel intelligente trendwatcher te zijn om te zien dat het klimaatrecht alleen maar belangrijker zal worden als manier om klimaatactie af te dwingen.
Ook in andere landen wordt namelijk al gekeken naar de mogelijkheid om adequaat klimaatbeleid via de rechter af te dwingen. ‘Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft al gezegd dat de dreiging op catastrofale schade als gevolg van klimaatverandering ‘remote’ is, maar ‘nevertheless real.’ Je hoeft geen heel intelligente trendwatcher te zijn om te zien dat het klimaatrecht alleen maar belangrijker zal worden als manier om klimaatactie af te dwingen,’ zei Van Berkel.
Roger Cox, de advocaat van Urgenda, verwacht dat het vonnis flinke impact zal hebben. ‘Dit is de eerste zaak ter wereld waar duidelijk wordt dat een staat zich niet kan verschuilen achter andere staten. De Nederlandse staat is binnen de eigen landsgrenzen verantwoordelijk om te doen wat noodzakelijk is om opwarming met meer dan 2 graden te voorkomen. De rechter heeft nu gezegd dat het gevaar van klimaatverandering buitengewoon groot is. Daarom is de vrijheid van de staat om zelf te bepalen welk klimaatbeleid hij voert, relatief beperkt. Het feit dat in de toekomst ernstige schade, letsel en zelfs sterfgevallen te betreuren zullen zijn, óók in Nederland, rechtvaardigt dit ingrijpen van de rechter.’
De eis van Urgenda en het verweer van de staat
Het hoogste doel van Urgenda was om een verregaande emissiereductie af te dwingen. De organisatie vroeg daarmee niets waar Nederland zich niet al indirect toe had verplicht. Nederland tekende immers het Klimaatverdrag uit 1992, dat expliciet tot doel had om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. In onder meer rapporten van het IPCC is dat streven voor geïndustrialiseerde landen vertaald naar een emissiereductie van tussen de 25 en 40 procent. Aangezien Nederland per hoofd van de bevolking een relatief grote uitstoter van broeikasgassen is, moeten we volgens Urgenda inzetten op een reductie van 40 procent.
De staat wilde er niets van weten. De overheid was het eens met de ernst van het probleem, zoals Urgenda dat had geschetst in de aanklacht. Maar de landsadvocaat bleef stellen dat dit ‘geen zaak voor de rechter’ was. Het klimaatprobleem is een mondiaal probleem en er zijn internationale onderhandelingsprocessen om het aan te pakken. Een nationale rechter moest zich daar niet in gaan mengen.
De landsadvocaat bleef stellen dat dit ‘geen zaak voor de rechter’ was
Er kwam een scala aan argumenten voorbij. Is het bijvoorbeeld niet vreemd, vroeg de landsadvocaat, dat de doelstelling die Urgenda ‘in het algemeen belang’ bij de rechter wil afdwingen, in de Tweede Kamer gesneuveld is? De Partij voor de Dieren probeerde in 2012 al een reductie van 40 procent af te dwingen via een motie. ‘Slechts zes leden van de Tweede Kamer stemden vóór deze motie,’ schrijft de landsadvocaat. ‘138 stemden tegen.’
En vergeet niet, stelde de staat: het klimaatprobleem is een mondiaal probleem dat vraagt om een internationale aanpak. Volgens de landsadvocaat is Nederland wat dat betreft hartstikke goed bezig. Zo tekenden we het Klimaatverdrag van 1992 en ratificeerden we het Kyoto-protocol dat erop volgde. De doelen die in het Kyoto-protocol voor Nederland zijn vastgelegd, gaan we hoogstwaarschijnlijk halen.
Bovendien doet Nederland mee met de Europese reductiedoelstellingen die voor 2020 en 2030 zijn geformuleerd, vervolgde de staat zijn verweer. Er is een Europees CO2-emissiehandelssysteem opgetuigd om die doelen te halen. We investeren in duurzame energie en internationale klimaatinitiatieven en we hebben een Energieakkoord gesloten met ambitieuze doelstellingen waarover zelfs Greenpeace te spreken was. Tot slot wordt er onderhandeld met alle andere landen over verdere klimaatactie, onder meer in Parijs later dit jaar.
Dus hoezo doet de staat te weinig?
En dat is nog niet alles
Sterker nog, de overheid neemt óók al maatregelen voor als de gevolgen van klimaatverandering voelbaar worden in Nederland. Achtereenvolgende kabinetten hebben ingezet op zogenaamde ‘klimaatadaptatie,’ en volgens de Rekenkamer wordt daarmee nu al ‘een aanzienlijk deel van de risico’s die de klimaatverandering met zich meebrengt ondervangen.’
Urgenda kon volgens de staat kortom moeilijk volhouden dat de overheid onrechtmatig handelt jegens huidige of toekomstige generaties. Of er echt schade zal worden geleden door Nederlanders als gevolg van klimaatverandering, moeten we nog maar eens zien. En als er al schade optreedt, wie kan dan aantonen dat het komt door Nederlandse emissies? Broeikasgassen trekken zich niets van landsgrenzen aan.
Als er al schade optreedt, wie kan dan aantonen dat het komt door Nederlandse emissies, redeneerde de staat. Maar de rechter liet zich niet overtuigen
Het enige wat Urgenda echt te winnen had bij deze zaak, redeneerde de landsadvocaat, is wetgeving om een emissiereductie van 40 procent te halen. En dat is een zaak van de politiek, die verschillende belangen tegen elkaar kan afwegen, en beleid kan maken dat aan al die belangen tegemoetkomt. Rechters mogen geen wetten maken.
Maar de rechter liet zich door dit pleidooi niet overtuigen. Met al het klimaatbeleid dat de overheid al heeft opgetuigd en aangekondigd, komt Nederland niet verder dan een emissiereductie van 17 procent in 2020.
En dat is niet genoeg om het gevaar te keren. Puur op basis van de wetenschappelijk vastgestelde feiten over klimaatverandering en de verantwoordelijkheden van de staat om burgers te beschermen, oordeelde de rechtbank dat de uitstoot in 2020 met ten minste 25 procent moet zijn gereduceerd.
Precies zoals Urgenda had betoogd.
Wat is rechtvaardig klimaatbeleid?
Impliciet heeft in de rechtszaak van Urgenda steeds een belangrijke vraag gespeeld, namelijk: is het acceptabel om in enkele generaties het klimaat te ontwrichten voor alle generaties na ons, of móet een overheid daartegen in actie komen?
Volgens de regering is het voldoende om mee te doen in de internationale arena - in klimaatonderhandelingen, in de formulering van Europese ambities en beleidsdoelen. En: alvast maatregelen nemen voor als de zeespiegelstijging echt gevaarlijk wordt.
De rechter ging een paar stappen verder. Rechtvaardig klimaatbeleid is volgens hem: ten minste doen wat nodig is om je eigen burgers te beschermen. Urgenda wilde dat de rechter heel precies de grenzen zou aangeven van wat de staat minimaal moet doen. Dat deed hij uiteindelijk ook.
Met dit vonnis krijgen toekomstige generaties via de rechter een stem in het Nederlandse klimaatdebat
Het is wereldwijd de eerste keer dat een nationale rechtbank volgens deze lijnen oordeelt over het klimaatprobleem. Maar het feit dat de rechter hier de belangen van toekomstige generaties behartigt, is niet zonder precedent. Zo was er de zaak op de Filipijnen, begin jaren negentig, waarbij een groep kinderen het opnam tegen de Filipijnse overheid. Die stond toe dat het regenwoud in de archipel met een schrikbarend tempo werd gekapt. De leefomgeving van de toekomstige generaties zou daarmee in het geding komen, stelden de aanklagers, en zij kregen gelijk.
Een groep vooraanstaande juristen en (rechts)filosofen heeft dit principe – dat de rechter kan worden ingeschakeld om de belangen van toekomstige generaties te beschermen – de afgelopen jaren uitgewerkt voor het klimaatprobleem. De groep kwam in maart naar buiten met de Oslobeginselen, een soort handleiding voor iedereen die wil procederen over het klimaat, en voor rechters die met zulke procedures geconfronteerd worden. Volgens deze experts zijn met name westerse staten nu al in juridische overtreding omdat ze veel te veel broeikasgassen uitstoten.
Ik schreef dit verhaal over de rechtszaak in de Filipijnen en over de ideeën achter de Oslo-beginselen:
Ook in Nederland is al eerder gevonnist in de naam van ‘toekomstige generaties.’ In 2001 procedeerde Greenpeace over het tempo van de aardgaswinning in Nederland, met het argument dat ook generaties van na 2030 nog in hun energiebehoeftes moeten kunnen voorzien. De rechtbank vond dat belang ‘voldoende concreet’ en stond toe dat Greenpeace opkwam voor de belangen van mensen die nog geboren moesten worden.
Aan deze historische ontwikkelingen is woensdag een belangrijk precedent toegevoegd. Anders gezegd: met dit vonnis kregen toekomstige generaties via de rechter een stem in het Nederlandse klimaatdebat.
Als ieder zijn deel doet...
‘Dit is de gedroomde uitkomst,’ zei Urgendadirecteur Marjan Minnesma na het vonnis. ‘In Nederland zal het beleid gewijzigd moeten worden. We moeten meer doen dan we tot nu toe van plan waren.’
Het is nog niet duidelijk hoe het vonnis precies kan worden afgedwongen, dat zal de komende jaren blijken. En het is de vraag of de verplichting van 25% werkelijk ver genoeg gaat om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Toch zijn de verwachtingen hooggespannen en werd het vonnis onthaald als ‘moedig en visionair’ , en een ‘game-changer in the fight against climate change’.
‘Van dit vonnis gaat ook voor het bedrijfsleven een belangrijk signaal uit,’ zegt Urgenda’s advocaat Roger Cox. ‘Wat als er claims komen? Hebben bedrijven voldoende geld opzijgezet om eventuele schade als gevolg van het klimaatprobleem te vergoeden? Dat is een kwestie die ceo’s én accountants bezig zal gaan houden.’
Ook een bedrijf als Shell zal zich achter de oren krabben na dit vonnis, zegt Cox. ‘Is het legitiem voor Shell om alle fossiele voorraden die het kan vinden ook op te graven, als het bedrijf weet dat het daarmee bijdraagt aan een opwarming van meer dan 2 graden? Zulk gedrag komt nu echt in een ander daglicht te staan.’
Natuurlijk is een vonnis in een Nederlandse rechtszaal geen oplossing voor het wereldwijde klimaatprobleem. Maar het kan wel een belangrijke stap zijn, zeker met de internationale navolging die ophanden lijkt.
In België en Amerika lopen al klimaatzaken, en in Noorwegen wordt nu een aanklacht tegen de staat voorbereid. Minnesma werd de afgelopen dagen gebeld door geïnteresseerden in Canada, de VS en Australië, die ook overwegen om klimaatzaken te beginnen. Het stemt haar hoopvol. ‘Als ieder land zijn beetje doet, is het genoeg om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.’