Interview: Wie het Amerika (én Nederland) van nu wil begrijpen, moet @sarahkendzior volgen
Schrijver en antropoloog Sarah Kendzior beschreef de voedingsbodem voor de onrust in Ferguson lang voordat Ferguson wereldnieuws werd. Ze is een van de interessantste stemmen om te volgen als je het huidige Amerika wil begrijpen - of het Nederland van nu. Naar aanleiding van haar nieuwe boek sprak ik met haar over ongelijkheid, de oorlog tegen pechvogels en de schoonheid van klagen.
Voor ik in St. Louis kwam wonen, wist ik weinig van de Verenigde Staten en vrijwel niets van deze stad. Ik was verbaasd, om niet te zeggen geschokt door wat ik aantrof.
Om te begrijpen wat ik op straat zie, heb ik veel profijt van de tweets, reportages en analyses van Sarah Kendzior, een van de interessantste Amerikaanse journalisten en opiniemakers van dit moment. Ze combineert bedachtzame antropologie met uitgesproken cultuurkritiek. Voor The Guardian en Politico maakt ze eigenzinnige reportages over onderwerpen die veel media negeren. Haar tweets (@sarahkendzior) lezen als cultuurkritische aforismen.
Recent verscheen op Kindle haar bundel met essays die ze schreef voor Al Jazeera English: The View From Flyover Country. Flyover country is de spottende bijnaam voor het midwesten, het land dat je kunt overslaan, grofweg het gebied tussen de oost- en de westkust. Het gebied dat veel Amerikanen vaak alleen vanuit de lucht zien. Ook landelijke media slaan het vaak over. De afgelopen jaren zijn in Amerika veel lokale kranten verdwenen. De grote kranten aan de kusten, zoals de Los Angeles Times of The New York Times, fungeren feitelijk als landelijke kranten. Dat betekent dat veel verhalen niet meer verteld worden. Kendzior probeert dat wel te doen.
Ze woont nu al meer dan tien jaar in St. Louis, waar ze promoveerde in de antropologie. Deze stad geeft volgens haar een beter zicht op het moderne Amerika dan New York (ze kan het weten, want ze woonde en werkte ook jaren als journalist in New York).
Hoe belangrijk die lokale verhalen zijn, bleek vorig jaar, toen St. Louis opeens wereldwijd in de belangstelling stond nadat een tiener door een agent in voorstad Ferguson was doodgeschoten. De rellen en opstand kwamen voor velen als een verrassing, maar lang voordat ‘Ferguson’ wereldnieuws werd, schreef ze al over de dieperliggende oorzaken van de rellen die daar vorig jaar plaatsvonden.
Kendzior promoveerde op Oezbeekse dissidenten in ballingschap. Ze mag zelf Oezbekistan niet in trouwens, omdat ze als onderzoeker blootlegde hoe de Oezbeekse regering een terroristische groepering had verzonnen (als voorwendsel voor de moord op demonstranten). Ze woonde eerder in onder meer Wenen en Istanbul.
Ook haar werk in Amerika leverde haar veel kritiek op, zowel van links als van rechts. Er zijn weinig vrouwelijke opiniemakers die over andere zaken schrijven dan bijvoorbeeld moederschap. En vrouwen met een mening worden niet door iedereen gewaardeerd. Vorig jaar verliet ze zelfs enige tijd haar huis na bedreigingen uit vooral linkse hoek (‘Ik ga je verkrachten’ enzovoort). Ze schreef er een kort essay over - met tegenzin, want ze houdt niet van schrijven over zichzelf.
De Verenigde Staten komen naar Nederland
Haar boek is ook voor Nederland relevant. Al was het maar omdat wat in Amerika gebeurt, vaak ook naar Nederland komt. Lees bijvoorbeeld haar essay over hipstereconomics. Of haar scherpe kritiek op de ‘prestige economy:’ een economie waarin niet talent en ijver, maar afkomst en vermogen beslissend zijn voor succes. En waarin onbetaalde stages en vrijwilligersbanen de echte banen verdringen. Maar ze schrijft ook over onderbetaalde academici, economische ongelijkheid en de angst voor moslims.
In haar artikelen draait Kendzior vaak de camera weg van het gesprek van de dag en zoomt ze in op dieperliggende problemen. Als veel media schrijven over uitgebrande winkels in Ferguson, wijst ze op de structurele ruïnes in de rest van de stad. Als media berichten over stijgende moordcijfers, wijst ze op het feit dat de kans veel kleiner is dat je door geweld om het leven komt, dan door slechte toegang tot de gezondheidszorg of een gebrek aan normaal eten en zelfs water.
Ik interviewde Kendzior naar aanleiding van haar boek. We spraken af in een diner in een suburb niet ver van het centrum van St. Louis. Hieronder vind je een bewerkte en ingekorte weergave van dat gesprek.
Waarom lijkt er over die langdurige, structurele ongelijkheid die je beschreef, nog voordat ‘Ferguson’ plaatsvond, minder woede te zijn dan over de recente gebeurtenissen?
‘Binnen de gemeenschappen die erdoor getroffen worden is die woede er zeker. Als je de mensen daar spreekt, een moeder die kinderen probeert groot te brengen in het noorden van de stad bijvoorbeeld, dan voel je de frustratie. Of als je met jongens praat die lastig worden gevallen door agenten, iets wat hun grootvaders en vaders ook al meemaakten. Maar omdat die gemeenschappen gemarginaliseerd zijn, hoor je die woede niet vaak - tenzij die naar buiten komt, zoals na de dood van Mike Brown. Waar de mensen boos over waren was niet alleen het feit dat hij was doodgeschoten. Hun woede betrof een heel systeem dat hen uitknijpt.’
De stad werd vorig jaar overspoeld met tv-wagens. Heeft die enorme hoeveelheid aandacht iets opgeleverd?
‘Het wrange is dat ik in het buitenland niet meer hoef uit te leggen waar ik woon, dankzij een tragedie die wereldwijd aandacht kreeg. Ik kom net terug uit Zweden, en daar zei ik: "Ik woon een paar kilometer van Ferguson." Dat kent iedereen. Maar ik denk dat de kwaliteit van de aandacht belangrijker is dan de kwantiteit. En in het bijzonder de televisieverslaggeving was vaak niet goed. Het zou bijvoorbeeld erg geholpen hebben als verslaggevers in elk geval de basisgeschiedenis van de stad tot zich hadden genomen. Ze wisten soms letterlijk niet waar ze zich bevonden. Ze zeiden bijvoorbeeld: ‘I’m reporting live from downtown St. Louis,’ terwijl ze heel ergens anders waren.’ Kranten en tijdschriften berichtten wel over dieperliggende problemen. Dat confronteerde Amerikanen met dingen waar ze liever van wegkeken, zoals racisme en politiegeweld. Maar het zou zoveel beter zijn als er niet eerst een tiener voor gedood moest worden.’
Klasse en ras zijn onscheidbaar
Hebben deze gemarginaliseerde groepen dankzij de media-aandacht nu een stem gekregen?
‘Dat is lastig te zeggen. Op Twitter zijn veel woordvoerders opgestaan. Maar de mensen die het zwaarst lijden, worden vaak buiten de discussie gehouden. Er zijn een hoop mensen die niet op Twitter zitten. In mijn stukken probeer ik juist die mensen een stem te geven. Ik schreef onlangs een stuk over pay day loans, de leningen met woekerrentes. Ik kreeg er twee soorten reacties op: ofwel mensen die er nog nooit van gehoord hadden en voor wie het stuk een wake up call was, ofwel mensen die helemaal bekend waren met het fenomeen en verzuchtten: eindelijk iemand die erover schrijft.’
Kendzior beschreef eens de moderne versie van de klassieke Main Street, USA - zeg maar de stereotype Dorpstraat Ons Dorp. Wat ooit een levendige winkelstraat was die elk stadje kent, is nu een façade vol pay day loan-stores, pawn shops en dollar stores. Een straat met een quasi-economie. Je ziet ze inderdaad veel, hier in St. Louis.
Is wat je hier ziet representatief voor de rest van het land?
‘Ik denk dat wat je hier ziet, overal in Amerika voorkomt. Ik ben opgegroeid in Meriden, Connecticut. Als ik daar kom zie ik ook een centrum vol gesloten gebouwen en overal pay day loan-stores. En het is niet alleen iets van binnensteden. Vooral sinds de huizencrisis zie je ook veel armoede in de suburbs. En dat dan in Connecticut, een staat aan de oostkust waar de mensen het altijd goed hadden.’
Ze legt uit dat je in Amerika, een land dat is gebouwd op slavenarbeid, ras en klasse niet echt van elkaar kan scheiden
Ik vertel Kendzior dat ik laatst in een plattelandsdorpje in Missouri was, waar ik hetzelfde straatbeeld zag als in, bijvoorbeeld, Ferguson: dichtgetimmerde winkels, pay day loan stores. Maar dan in een wit plattelandsdorpje, en vraag haar in hoeverre die ongelijkheid met ras te maken heeft. Of het geen klassenprobleem is. Ze legt uit dat je in Amerika, een land dat is gebouwd op slavenarbeid, ras en klasse niet echt van elkaar kan scheiden. Voor ieder die in een land zonder vangnet wordt geboren is het lastig om op te klimmen, maar zwarten hebben het extra lastig, omdat de effecten van slavernij (en vooral ook van wat ervoor in de plaats kwam) nog doorwerken in het heden. Dit verschijnsel wordt ook beschreven in het recente boek The New Jim Crow van Michelle Alexander, over het gevangeniswezen en hoe zwarten relatief vaak in de gevangenis belanden zonder dat ze per se crimineler zijn.
Veel Amerikanen hebben het idee dat we niet meer moeten zeuren over ras en slavernij, omdat dat geschiedenis is. ‘Ja, veel Amerikanen hebben het gevoel dat alleen al praten over ras racistisch is. Ras is geen issue meer, zeggen ze, daar zijn we voorbij. We hebben de burgerrechtenbeweging gehad, we hebben een zwarte president. Maar kijk naar de schietpartij in Charleston, die onmiskenbaar racistisch was. De schutter spelde het bijna voor ons uit.’
Elke Amerikaan leert op school over het slavernijverleden. En Martin Luther King is een nationale held. Hoe kan het dat veel Amerikanen er moeite mee lijken te hebben om dat verleden onder ogen te zien?
‘Op de geschiedenisles op school gaat het vaak rechtstreeks van de slavernij naar Martin Luther King. Alles wat daartussen gebeurd is, wordt overgeslagen. Ik denk bijvoorbeeld dat veel mensen zich niet realiseren hoe heftig de Jim Crow-wetten waren. Of wat de mensen meemaakten die vanuit het zuiden naar het noorden vluchtten. Zwarten zonder bezit, zonder opleiding. Die geschiedenis duikt op in het heden: er loopt een pad van slavernij via de Jim Crow-wetten naar het moderne gevangeniswezen.’
Je hoort soms bijvoorbeeld Aziatische immigranten of hun kinderen zeggen: ‘Mijn familie heeft zich ook onder zware omstandigheden moeten invechten. Zwarte Amerikanen hebben diezelfde kansen als wij, maar grijpen ze niet.’
‘Ja, mijn grootouders zouden dat soort dingen ook gezegd kunnen hebben. Mijn familie kwam uit Polen. Een typisch Amerikaans immigrantenverhaal. In Polen werkten ze op het land. Ze kwamen als analfabeten zonder geld naar Amerika. Daar vonden ze werk in de fabriek. En de eerstvolgende generatie ging een opleiding volgen. Ik ben pas de eerste in de familie met een masterdiploma, en al helemaal de eerste die is gepromoveerd. Mijn overgrootouders hadden het niet makkelijk, maar het punt is: ze waren nog steeds meer bevoordeeld dan zwarten die in die tijd het zuiden ontvluchtten. Ze kwamen zonder geld en moesten in de fabriek werken, maar hadden die baan niet gekregen als ze zwart waren.
Veel Amerikanen hebben het gevoel dat alleen al praten over ras racistisch is
En zo is elke witte familie in Amerika medeplichtig aan die lelijke geschiedenis van slavernij en racisme. Dat is geen persoonlijke aanklacht, het gaat erom dat je erkent hoe het systeem in elkaar zit: dan kun je er iets aan doen. Veel mensen zeggen: Ja, maar mijn voorvaders waren geen slavenbezitters. Mijn familie ook niet, maar ze hebben wel geprofiteerd van een systeem dat witten voortrok.’
In je boek schets je een Amerika waarin het voor de pechvogels lastiger wordt om hogerop te komen. En je schreef hoe vreemd het is dat een studie journalistiek 60.000 dollar per jaar kost. Dat dus alleen steenrijken over armoede kunnen schrijven (terwijl die niet snappen wat het inhoudt).
‘Ja, en ik denk dat dat slechter is geworden sinds de crisis. Niet alleen in de journalistiek. De middenklasse worstelt bijvoorbeeld met het feit dat de universiteit ontzettend duur is geworden. Je ziet verschijnselen als onbetaalde stages of werkervaringsplekken. Zelfs als je een diploma hebt, betekent dat niet dat je kunt werken. Dan blijkt dat je onbetaald moet werken. Of een vervolgopleiding nodig hebt die je niet kunt betalen. Bij de lagere klassen zie je de discrepantie in het schoolsysteem, sommige scholen hebben niet eens airconditioning of kunnen hun leerlingen geen lunch aanbieden. Een ongelijkheid die op een erg jonge leeftijd begint. Vroeger was een diploma minder belangrijk in de journalistiek; als je maar kon schrijven. De laatste vijfentwintig jaar is journalistiek een upper class-beroep geworden. Niet alleen hier, bijvoorbeeld ook in Groot-Brittannië. Hetzelfde gebeurt in andere sectoren.’
Om te twitteren heb je geen diploma nodig.
‘Ja, maar er is een grens aan hoeveel tijd je aan Twitter kunt besteden zonder betaald te krijgen. Een van mijn favoriete schrijvers hier in St. Louis is Umar Lee, een high school drop out,excellente schrijver en geweldig commentator. Maar hij krijgt geen baan bij de lokale krant of gevestigde media, omdat hij niet de juiste papieren heeft. Hij werkt als taxichauffeur.’
Kendzior vertelt dat ongelijkheid in de jaren zestig nog serieus werd genomen, bijvoorbeeld door president Johnson, die een ‘oorlog tegen armoede’ wilde. Maar dat is later uitgelopen op een oorlog tegen armen. Armen werden gedemoniseerd, zegt ze, pech hebben werd je eigen schuld. Er kwam een hardheid, een gebrek aan empathie - deels omdat de verschillende groepen letterlijk verder bij elkaar vandaan zijn gaan wonen. Er is steeds minder interactie met mensen die niet tot je sociale klasse behoren. Daardoor kunnen er karikaturen groeien. Haar journalistieke werk ziet ze als manier om die kloof van onbegrip te overbruggen.
Je boek besluit met een lofzang op klagen.
‘Ja, zoals de schrijver James Baldwin zei: "Ik houd meer van Amerika dan welk land ter wereld, en precies om die reden sta ik op het recht om haar eeuwig te bekritiseren."’