Playtime is over: klimaatbeleid is een afdwingbaar recht geworden
Marjan Minnesma. Onthoud die naam.
Minnesma boekte als boegbeeld van actiegroep Urgenda afgelopen woensdag een juridische overwinning van historische omvang toen de rechter haar op nagenoeg alle punten gelijk gaf in de klimaatzaak tegen de Nederlandse staat. De rechter tikte de staat genadeloos op de vingers door hem te dwingen meer tegen klimaatverandering te doen: 25 procent CO2-reductie tot 2020, voor minder doen we het niet.
Het vonnis mag een van de baanbrekendste uitspraken in de Nederlandse - en naar verwachting: internationale - rechtspraak worden genoemd. Een vergelijking met de Amerikaanse civil rights movement, toen formele gelijkwaardigheid van wit en zwart onder andere via rechtbanken werd afgedwongen, dringt zich op. Minnesma (en niet te vergeten: Roger Cox, bedenker en mede-initiator van de klimaatzaak) slaat met deze overwinning een mijlpaal in de grond voor een van de belangrijkste nieuwe burgerrechtenbeweging van onze tijd - die van de klimaatbeweging.
Bovendien lopen vergelijkbare rechtszaken tegen nalatige staten - onder andere in België en Noorwegen - of zijn ze in de maak
Het zou mij dan ook niet verbazen als hun beider namen over enkele decennia prijken in de iconengalerij van strijders tegen klimaatverandering. Nu al lopen vergelijkbare rechtszaken tegen nalatige staten (België) of zijn ze in de maak (Noorwegen). Mocht het Nederlandse vonnis inderdaad navolging krijgen, dan kunnen andere overheden hun borst natmaken: klimaatbeleid is niet langer iets wat je om de zoveel jaar voor je uit kan schuiven op een klimaattopje hier en daar - het is een afdwingbaar recht geworden. Playtime is over, baby.
Ik zou zeggen: geef Marjan alvast een lintje.
Een vonnis van heldhaftige onomwondenheid
Wie het vonnis leest, kan niet anders dan onder de indruk zijn van de doorwrochtheid, de helderheid en - vooral - de onbevreesdheid ervan. Rechter Hans Hofhuis had de weg van de politieke correctheid kunnen bewandelen door zich te verschuilen achter het argument dat klimaat toch vooral een ‘politieke’ kwestie is. Hij had lafjes kunnen concluderen dat bescherming tegen zoiets groots, complex en abstracts als de opwarming van de aarde misschien wel noodzakelijk, maar niet afdwingbaar zou zijn.
Maar Hofhuis bleek niet uit hetzelfde boterzachte hout gesneden als de meeste van onze politieke leiders: in haast heldhaftig te noemen bewoordingen wees hij de staat op zijn plicht burgers én toekomstige burgers te beschermen tegen het gevaar waarover al sinds de jaren negentig wetenschappelijke consensus bestaat.
Zolang niet te bewijzen valt dat die ijsbeer zijn ijskap kwijt is geraakt aan iets wat uit een Hollandse uitlaat kwam, stikt-ie er maar in, luidde het verweer. Schaamteloos
Onderwijl fileerde hij de beschamend zwakke - ik zou bijna zeggen: labbekakkerige - tegenargumenten van de beklaagde. Als er de komende decennia al schade door klimaatverandering optreedt, wie kan dan aantonen dat dat komt door Nederlandse CO2-uitstoot, aldus de landsadvocaat. In gewoon Nederlands: zolang niet te bewijzen valt dat die ijsbeer zijn ijskap is kwijtgeraakt aan iets wat uit een Hollandse uitlaat kwam, stikt-ie er maar in. Schaamteloos.
Nog erger: de Nederlandse overheid kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het klimaatprobleem. Het zijn immers burgers en bedrijven die de CO2 uitstoten, luidde het verweer. Nog los van het feit dat dat simpelweg niet waar is - ik moet de eerste ambtenaar die géén CO2 uitstoot nog tegenkomen - volgt de advocaat hier de potsierlijke redenering: schaf de overheid maar af, het zijn immers mensen, niet overheden, die [vul hier een willekeurig probleem in] veroorzaken.
Eén voor één veegde de rechter deze drogredenen van tafel. Met alle begrip voor het juridische steekspel dat zo’n zaak met zich meebrengt: ik zou me als overheid diep schamen voor het verweer dat hier is gevoerd.
Klimaatverandering is niet hún probleem, maar dat van óns
Cynici wijzen erop dat de gevolgen van het vonnis worden overschat. Het is ook maar de vraag wat er nu gaat gebeuren en of de uitspraak - mocht de staat in hoger beroep gaan - wel standhoudt. Maar zélfs als dat hoger beroep er komt en het vonnis alsnog teniet wordt gedaan, dan zal er op zijn hoogst sprake zijn van een pyrrusoverwinning. De overheid zal immers moeten uitleggen waarom het de zorgplicht voor mens en milieu moedwillig te lijf gaat bij het Hof. Als niet juridisch kansloos, dan toch zeker een regelrechte pr-ramp.
Eén gevaar ligt wel op de loer, zoals correspondent David Van Reybrouck constateert op zijn Facebookpagina: dat klimaatverandering nu als een probleem van de overheid - en van de overheid alleen - zal worden beschouwd. ‘Zij’ zijn verantwoordelijk gesteld, ‘zij’ lossen het maar op. Maar de overheid ís geen ‘zij,’ stelt Van Reybrouck terecht: de overheid, dat zijn wij. Klimaatverandering is ons probleem.
Eindelijk is er nu een klimaatstok om mee te slaan
Hoe reëel dit gevaar ook is - het zou niet de eerste keer zijn dat de mensheid zijn problemen op een ander afschuift -, het vonnis zou evengoed het omgekeerde effect kunnen hebben: dat dit het steuntje in de rug zal zijn dat de wereld nodig had om het klimaat niet alleen in woord, maar ook in daad bovenaan de politieke agenda te krijgen.
Immers, eindelijk is er nu een klimaatstok om mee te slaan die ook echt imponeert. Je kunt Powerpoints geven, zoals Al Gore, lobbyen tot je een ons weegt, zoals Greenpeace - een rechtbank die je op grond van de wet gelijk geeft, legt pas echt gewicht in de schaal. Bescherming tegen de gevolgen van klimaatverandering is nu in een heel ander daglicht komen te staan: niet die van een van de vele beleidsopties die in het politieke steekspel om voorrang moeten vechten, maar die van de op te eisen rechten.
Is daarmee de kous af? De oplossing nabij? De aarde gered? Geenszins. Racisme verdween ook niet toen de rechter segregatie ongrondwettelijk verklaarde.
Maar het is een stap. Een leap zelfs. Met dank aan Marjan Minnesma, de eerste vrouw die een Nederlands vlaggetje op de Noordpool plantte.