De matzwarte bus van de Mobiele Eenheid rijdt voorop, daarachter snort een botsauto met een clown erin. De clown kijkt op zijn horloge, dat eigenlijk een wandklok is, en seint dat de stoet kan gaan bewegen richting het Binnenhof. Achter de botsauto rijdt een nostalgisch beschilderde truck met open laadbak waarin een orkest van nog eens vier clowns trompet speelt. Net achter de truck lopen tientallen kermis- en circuskinderen met windhoorns, toeters en een enorm wit spandoek met daarop in gele letters: ‘Btw-verhoging voor kermis en circus is onmogelijk!’

Hoewel gisteren bekend werd dat de door kabinet-Rutte II geplande btw-verhoging voor onder meer kermisattracties geen doorgang vindt, gaat het geplande protest van circusartiesten en kermisexploitanten gewoon door. Honderden kermisfamilies hebben zich ‘s ochtends vroeg al verzameld op het Malieveld. De stofwolken die hun vrachtwagens, met namen als ‘heart breaker’ en ‘power runner,’ hebben veroorzaakt, zijn gaan liggen als de eerste spreker het podium betreedt. Rechts naast het podium staat een wc-kar van Ed Toilet. Links van het podium een wagen van de rijdende kermisschool, met op het trapje naar de deur een steltloper die zijn palen aanbindt. Recht voor het podium de kermisfamilies: oude bazen achter rollators, baby’s in witte wandelwagens, verliefde stellen, groepen vrienden. Collectief brullen ze ‘nee,’ dat zo lekker rijmt op btw.

Op het podium wordt ook geroepen. ‘De politiek zegt nu wel dat het niet doorgaat, maar laat je niet voor gek houden; de politiek draait en draait. In de zomervakantie gaan ze nog eens lekker babbelen en dan gaat het straks alsnog door. We moeten nu samen een vuist maken. Die verhoging komt er niet. Vandaag niet, morgen niet, nooit niet!’

Jan Vermolen, die zijn speech begon met: ‘Hooggeëerd publiek. Mijn naam is Jan. Zevende generatie kermisexploitant,’ legt de microfoon neer en krijgt een goedkeurend knikje van zijn zoons, Jantje en Frederico.

Drie redenen om toch te demonstreren

Vermolen is een van de exploitanten die de afgelopen jaren flink heeft moeten inleveren om op de kermis te kunnen blijven. Werken doet hij het hele jaar, vakantie bestaat niet. Toch leeft zijn gezin van een inkomen dat vergelijkbaar is met een kleine uitkering, en de spaarpotten van zijn zoons sneuvelden vorig jaar omdat hij een extra attractie moest kopen om rond te kunnen komen.

Het geldt voor veel meer exploitanten. In de zomer, het kermisseizoen, zetten ze steeds minder om; klanten hebben immers minder te besteden. In de winter moeten ze het vaak in het buitenland zoeken, oliebollen bakken of geestdodend seizoenswerk doen.

Ondanks het stuklopen van de btw-onderhandelingen, is het niet gek dat de exploitanten hun protest gisteren doorzetten

Ondanks het stuklopen van de btw-onderhandelingen, is het dus niet gek dat de exploitanten hun protest gisteren doorzetten. Het zou niet de eerste keer zijn dat de kermisexploitant de dupe wordt van beslissingen ‘van hogeraf.’ Zo werd in de afgelopen jaren de zogenoemde rode diesel afgeschaft. Dat was diesel die tegen een laag tarief getankt mocht worden en werd gebruikt als brandstof voor de aggregaten waar de attracties op draaien en voor de auto’s en vrachtwagens die de attracties vervoeren. Exploitanten zijn nu aangewezen op normale ‘witte’ diesel of dure door de gemeente verstrekte aggregaten.

Ook verdween in rap tempo een aantal kermisdorpen; speciaal door de gemeenten aangewezen gebieden waar de exploitanten tijdelijk in hun salonwagens konden wonen. Daardoor is het voor sommige exploitanten onmogelijk geworden op bepaalde kermissen te draaien: ze werken van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht en de rit van de kermis op en neer naar hun vaste stand- of woonplaats is te ver en te kostbaar om dagelijks te maken.

Maar een van de grootste problemen is het scheve verpachtingsbeleid dat sommige steden hanteren, waarbij de standplaats voor een bepaalde attractie naar de hoogste bieder gaat. Is er plek voor één reuzenrad op een bepaalde kermis en schrijven zich acht exploitanten in, dan gaat de plek - ongeacht het aanzien, de manier van exploiteren et cetera - naar diegene die het meeste geld aan de gemeente kan betalen. Het is een maatregel die de verhoudingen onderling soms onder hoogspanning zet en die het voor veel kleinere exploitanten financieel onmogelijk maakt zich in te schrijven voor de grotere kermissen (waar logischerwijs het beste verdiend kan worden).

Foto’s: Vera Mulder

De stoet trekt verder

Alles bij elkaar - het stijgen van de brandstofkosten, het verdwijnen van de kermisdorpen, het verpachtingsbeleid, de btw-verhoging die eventjes dreigde, de financiële crisis die ervoor zorgt dat klanten minder te besteden hebben - is er voor de exploitanten maar één optie: de ritjes duurder maken. En laat veel gemeenten nu net meerjarige prijsafspraken gemaakt hebben met de exploitanten. Een kaartje voor de draaimolen mag dan bijvoorbeeld maar twee euro kosten. Het moet immers wel leuk blijven. Die prijsafspraken worden bovendien gemaakt terwijl de kermis voor veel gemeenten het enige evenement is waar ze geld aan verdienen, en dat door de overheid niet gesubsidieerd wordt.

Gisteren was niet de eerste keer dat de kermis in opstand kwam. In 2007, toen de overheid al eens aankondigde het btw-tarief op kermisattracties van 6 procent naar 19 procent op te schroeven, legden 245 exploitanten van de grootste kermis van het land een kwartier het werk neer. Om 22.15 uur, het drukste moment van de avond, gingen alle attracties van de Tilburgse kermis uit en werden aan de 50.000 toegestroomde bezoekers glowsticks uitgedeeld. Exploitanten keken met tranen in hun ogen hoe de toegestroomde bezoekers ‘nee tegen de btw’ bulderden.

Het protest van gisteren ging over veel meer dan btw alleen. Het ging over familiebedrijven die al honderden jaren draaien, over het voortbestaan van een van de laatste echte reizigersgemeenschappen van Nederland en over de band tussen kermis en circus; ooit twee aparte werelden, nu verenigd in hun strijd.

De stoet trekt verder. Vanaf het Malieveld langs het station, dwars door het centrum. Mensen roepen, zingen mee met de Hollandse klassiekers die uit de wagens schallen. Een meisje in een luipaardbroek deelt suikerspinnen en zuurstokken uit aan mannen in pakken op terrassen. Aangekomen bij de Tweede Kamer staat Emile Roemer journalisten en kermisexploitanten te woord. Er duiken zoveel camera’s op dat er alleen nog een paar kruinen zichtbaar zijn. En het enorme pluchen hoofd van de kermismascotte die in zijn pak vermoedelijk duizend doden sterft van de hitte. Roemer vertrekt weer, de exploitanten zingen, lachen, vermaken omstanders. De pluchen beer bukt om een kind te begroeten. De zon maakt de gouden letters op zijn rode vestje bijna verblindend. ‘Kermis. Uw vermaak is onze taak.’

Eerder verhalen over de kermis:

In het leven van de kermismens is het zelden feest Achter de vrolijke lichtjes schuilt een zwaar bestaan: het gaat slecht met de kermis. Zo slecht dat Jan van de frietkraam de spaarrekeningen van zijn kinderen moest leegtrekken. Met de nog somberdere vooruitzichten staat de kermismens voor twee uitdagingen: het redden van zijn bedrijf en het voortzetten van zijn tradities. Hoe is het zover gekomen? Lees hier over Vera’s vorige bezoek aan de kermis Kermiskinderen hebben nooit zomervakantie, maar wel een school die met ze meereist Van april tot oktober trekt de kermiskaravaan door Nederland. Elke week een andere stad, elke week een ander thuis. En het is crisis, gemeenten wijzen soms geen plaats voor woonwagens toe, en de brandstofprijzen voor de attracties stijgen zienderogen. Wie ook met de kermis mee reist: de Rijdende School, waar kermiskinderen van vier tot twaalf jaar onderwijs volgen. Een verslag vanuit de schoolwagen in Heerlen. Lees het stuk hier terug