Als de jeugd de toekomst heeft, dan is er hoop voor Griekenland
Maar liefst 72 procent van de Griekse stemmers tussen 24 en 35 jaar stemde ‘nee’ tijdens het referendum. Het is een generatie die opgroeide in de hoogtijdagen van het kapitalisme. Maar nu deze zelf volwassen is, glijdt Griekenland af. Gaan deze jongvolwassenen het anders doen? Een portret van de Griekse jeugd.
Ze maakt een wanhopige indruk. Elina Tzanoudaki steekt nog maar een sigaartje op. ‘Ik ben 33. Toen mijn ouders zo oud waren als ik, stichtten ze een gezin. Ik kan niets!’
We zitten in haar huis in de Atheense wijk Exarchia en ook dat dreigt ze te verliezen. Een paar maanden geleden werd ze ontslagen als communicatiemedewerker van een koffieketen. Over niet al te lange tijd kan ze de huur voor haar huis niet meer opbrengen. ‘Ik hoop voor september een nieuwe baan te vinden hier in Athene, anders moet ik weer bij mijn ouders gaan wonen in Patras.’
Ik ontmoet Elina omdat ik een artikel wil schrijven over dertigers. Mensen die opgroeiden met het idee dat alles mogelijk is en die daarna geconfronteerd werden met hoge werkloosheid, lege winkels, een verpauperde openbare ruimte, vrienden die naar het buitenland migreerden, de dreiging om zelf weer bij hun ouders te moeten wonen en de aanblik van normale mensen die uit prullenbakken eten. Mensen - eind 20, begin 30 - die afgelopen zondag massaal ‘nee’ stemden tegen het voorstel van de trojka: 72 procent maar liefst. Hoe beïnvloedt al die misère hun leven? En hoe moet het verder?
‘Wij zijn niet hulpeloos’
Niet iedereen is zo wanhopig als Elina. Kostas Georgiannakis (31) verliest al na een paar minuten zijn geduld. ‘Jij denkt dat het hier verschrikkelijk is. Maar kijk om je heen. Ziet dit er slecht uit? Is dit geen fijne plek?’ En hij heeft gelijk. We zitten in de Telescope, een koffiebar in West-Athene. Het café bevindt zich op de top van een heuvel, de stad ligt aan onze voeten en het uitzicht is verbluffend. Het is halverwege juni en van het referendum heeft niemand in Griekenland nog gehoord.
Jij denkt dat het hier verschrikkelijk is. Maar kijk om je heen. Ziet dit er slecht uit? Is dit geen fijne plek?
Kostas wil niet dat hij en zijn landgenoten als hulpeloos worden geportretteerd. Hier in Griekenland helpen mensen elkaar. ‘Ik zal niet toestaan dat een vriend of familielid buiten de boot valt,’ zegt hij. Lange tijd was hij de enige in het groepje van tien oud-studiegenoten die werk had. Een gelukje, meer niet. Hij was net voor de crisis klaar met zijn studie en de dienstplicht toen een familielid hem aan een baan hielp.
Als de olieraffinaderij waar Kostas werkt nieuwe medewerkers zoekt, probeert hij zijn vrienden aan die baan te helpen. Als ze financieel aan de grond zitten, trekt hij zijn portemonnee. Dat komt neer op twee à drie maandsalarissen.
Is er wel geld om mijn medicijnen te betalen?
Van de veertien dertigers die ik uiteindelijk over hun leven interviewde, vonden er zeven geen baan na hun studie. Maar ook degenen met een baan worden door de crisis getroffen, omdat ze vastzitten in werk dat ze verschrikkelijk vinden of hun salaris fors zagen dalen. Zo verdienden Pigi Gioldasi (32) en haar man voorheen ruim 28.000 euro per jaar. Nu is dat met meer uren werken nog maar 18.000 euro per jaar.
Het meest beangstigende is wellicht de situatie voor Iliana Anagnostou (32). Nadat ze in 2006 haar studie economie afrondde, vond ze werk bij een investeringsbank in Athene. Op het ritme van de conjunctuur klotste het geld daar tegen de plinten. ‘Zonder blikken of blozen kocht ik schoenen van 200 euro per paar,’ zegt ze over die tijd. Maar toen ging de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers ten onder en bleek haar eigen werkgever betrokken bij diverse financiële schandalen.
Met het oog op de crisis verruilde ze in 2008 de financiële sector voor een baan bij de politie. Daar onderzoekt ze fraude- en corruptiezaken. ‘De overheid betaalt maandelijks het loon, wat in de private sector lang niet altijd het geval meer is,’ licht ze haar overstap toe.
Inmiddels vreest ze voor haar gezondheid. Twee jaar geleden merkte ze dat ze geen gevoel meer had in haar vingers en tenen. De diagnose: multiple sclerose. Sindsdien heeft Iliana medicijnen nodig (à zevenhonderd euro per maand) en moet ze jaarlijks door de diagnostische molen om de voortgang te monitoren. De behandeling slaat goed aan, maar de vraag is of ze het kan blijven betalen. ‘Ik ben bang dat de geneesmiddelen onbetaalbaar worden als het land failliet gaat. De overheid zal de medicatie dan als pure luxe zien. Luxe waarvoor ze dan waarschijnlijk geen geld meer over hebben.’
Al zal van acute nood naar verwachting geen sprake zijn, zo blijkt uit een brief van belangenvereniging EFPIA van de farmaceutische industrie. Volgens de voorzitter van die club zullen farmaceuten de komende weken nog wel geneesmiddelen naar Griekenland exporteren.
Eerst op zorg en onderwijs bezuinigen
‘Dit is een kapitalistische staat die zich niet om de burgers bekommert.’ Dat zegt Penelope Kaouni (31). Ze studeerde informatica, maar werkte nooit in die sector. Precies toen ze afstudeerde begon de crisis. Geld verdient ze met ‘vreselijke’ bijbaantjes (zo’n 2.000 euro per jaar). Voor de rest is ze afhankelijk van haar ouders.
Volgens Penelope is een van de centrale problemen van Griekenland het ontbreken van sociale zekerheid. ‘Het eerste waarin politici sneden toen de crisis zich aandiende, waren de zorg en het onderwijs. Wat voor signaal geef je dan af?’
Hoe nu verder?
Ondanks alle onzekerheid zullen de dertigers van nu Griekenland weer moeten opbouwen. Een aantal oplossingsrichtingen komt steeds terug, ondanks grote politieke verschillen. Zo stemde Kostas (als aanhanger van de communistische partij) zondag tegen het voorstel van de trojka, terwijl Eline (met een meer liberale overtuiging) juist voor stemde.
Een minder op winst gerichte economie bijvoorbeeld. Het idee dat de economie nog echt gaat groeien, lijkt niet aanwezig. ‘Ik ga ervan uit dat de economie nog heel lang slecht is,’ zegt Iliana. ‘Volgens mij realiseren mensen zich dat steeds beter nu. Ik hoef niet droevig te zijn dat ik niet naar het buitenland kan reizen en geen geld heb om nieuwe kleren te kopen. Om gelukkig te zijn, zijn goede vriendschappen belangrijker.’
De welvaart die Grieken vroeger ervaarden, was niet echt. Dat hoor ik vaker. Iliana: ‘De generatie van onze ouders gaf veel te veel geld uit. Voor alles namen ze een lening, zelfs om op vakantie te kunnen gaan. De banken verstrekten die leningen, zonder te kijken of iemand aan zijn verplichtingen kon voldoen. Onethisch vind ik dat.’
Elina – verwijtend: ‘Dat ontploft nu recht in ons gezicht.’
Tegelijk moet Griekenland meer gaan produceren, vinden veel dertigers. ‘Kijk naar rijke landen als Duitsland,’ zegt Penelope. ‘In Europa kan dat land doen wat het wil omdat het iedereen van zijn producten voorziet. Rijke landen produceren dingen, terwijl wij nu vooral importeren. Daarmee zijn we volstrekt afhankelijk, een speelbal.’
Ik heb niet het gevoel dat het slechter kan dan nu
Bij meer produceren hoort ook dat de arbeidsmarkt op de schop gaat. Rousfeti, de praktijk waarbij politici vroeger onbeperkt vriendjes in overheidsdienst aannamen, wordt nu verwerpelijk gevonden. Het overheidsapparaat mag ook best krimpen. Iliana: ‘Er zijn nog steeds veel mensen in overheidsdienst die betaald krijgen terwijl ze niets uitvoeren.’
Daarnaast moet het minder gaan om wie je kent en meer om de kwaliteiten die je hebt, vinden de dertigers. Eline bijvoorbeeld studeerde filosofie en sociale wetenschappen om dat alles af te toppen met een promotie aan de Londen School of Economics. ‘Mijn onderzoeksvraag was in hoeverre Europese instituties bijdragen aan een Europese identiteit,’ zegt ze zonder enige ironie. ‘Maar niemand keek ooit naar mijn cv. Baantjes kwamen altijd via via.’
De opvattingen over staat en samenleving verschillen daarmee van die van hun ouders die jarenlang op de pof leefden en een systeem van onderhandse betalingen in stand hielden. Of die andere houding ook leidt tot werkelijk verandering, dat weten we pas over een aantal jaren. De massale nee-stem van afgelopen zondag is in elk geval een signaal dat de jongeren van nu - en ook de dertigers - niet bang zijn om de koers te verleggen. Ze moeten ook wel. ‘Ik heb niet het gevoel dat het slechter kan dan nu,’ zegt Elina.