Ik lees veel voor op middelbare scholen. Ergens tijdens dit voorlezen – in feite vertel ik vooral over mijn boeken, of houdt de klas een interview met me, of vertel ik over literatuur, zelden lees ik langer dan vijf minuten voor – vraag ik wie het vroeger leuk vond om voorgelezen te worden. Van Winschoten tot Oudenbosch gaan de handen omhoog. Allemaal.
Daarna vraag ik wie het op de basisschool leuk vond om te lezen. Het aantal handen dat omlaag gaat, is minimaal. ‘En wie vond het een paar jaar geleden nog leuk om te lezen?’ Wederom blijft het aantal handopstekers bijna gelijk. Maar dan komt de laatste vraag: ‘En wie vindt literatuur lezen nu nog leuk?’ Ineens kijk ik naar een behoorlijk uitgedund armenbos.
Slecht nieuws voor iemand die als schrijver (deels) afhankelijk is van boekenlezers. Nog slechter nieuws voor de rest van ons, want mijn portemonnee is natuurlijk niet wat lezen de moeite waard maakt. Minder literatuurlezers verarmt ons land op allerlei vlakken: van meer laaggeletterdheid en verslechterd tekstbegrip tot culturele verarming en minder gemeenschapszin.
Dat we minder literatuur lezen, heeft verschillende oorzaken:
- de verplichting te lezen (‘moeten’ werkt niet bij pubers);
- de concurrentie met het beeldscherm (van de smartphone en de tablet tot de spelcomputer en de talrijke series op het internet);
- het gat tussen de belevingswereld van de scholieren en de wereld van de boeken die ze moeten lezen (ik weet nog dat ik in slaap viel bij de klassikale behandeling van Mariken van Nieumeghen, ik was denk ik beter bij de les gebleven met Turks Fruit).
Kortom: ergens tussen de onder- en bovenbouw verliezen veel jongeren de zin om literatuur te lezen. Door smartphones, internet en sociale media, het feit dat ze móéten lezen, het geïnstitutionaliseerde multitasken en het gat tussen hun belevingswereld en de wereld van de romans en verhalenbundels die ze lezen.
Deze trend zet door: ook studenten laten het afweten als het op lezen aankomt. Niet gek dat Nederland op de UNESCO-ranglijsten voor ‘begrijpend lezen’ ieder jaar daalt. Dit terwijl literair proza lezen juist leidt tot een hogere mate van begrijpend lezen: wie lang leest, gaat langzamer lezen, met meer aandacht voor details, nuances en de gevoelens en gedachten die worden beschreven.
Ook zijn de afgelopen tien jaar uit bezuinigingsoogpunt 300 van de 600 Nederlandse bibliotheken gesloten. Steeds minder mensen hebben een bibliotheek in de buurt. Blijkbaar zijn het niet alleen de scholieren en de studenten die het laten afweten. Ook beleidsmakers en politici vergroten de ontlezing.
De weg naar literatuur lezen
Maar wat maakt lezen nu eigenlijk zo aantrekkelijk? Als ik het mijn omgeving vraag, zijn de meeste antwoorden samen te vatten tot: je trekt je even terug uit de wereld maar bevindt je er tegelijkertijd middenin. Het zijn de ontsnapping én de confrontatie met het leven die lezen zo interessant maken. Dat geldt voor kleinkinderen én grootouders.
Het is de ontsnapping en de confrontatie met het leven die lezen zo interessant maakt
Ik had als kind veel geluk. Omdat mijn vader me veel voorlas, maar ook omdat er in mijn geboortedorp – op nog geen vijf minuten lopen – een heel grote bibliotheek was en ik uit een heel grote hoeveelheid literatuur de boeken kon zoeken die mij aanspraken. Het leek mis te gaan toen ik naar de middelbare school ging. Toen moést ik lezen en was het gat tussen mijn belevingswereld en de belevingswereld van de te lezen boeken wel erg groot.
Totdat ik tegen een docent aanliep die mij eerst Herman Koch en Tim Krabbé aanraadde – Red ons, Maria Montanelli en Het Gouden Ei en Vertraging – en toen Willem Elsschot en Jan Wolkers – Kaas en Kort Amerikaans en Hella S. Haasse en Willem Frederik Hermans en Nescio. Ik bewandelde, kortom, een pad van voorlezen, genoeg vrije tijd, een volle bibliotheek en docenten met goede raad om literair proza te leren kennen.
Helaas zijn steeds minder mensen zo bevoorrecht. Niet alleen scholieren, maar ook studenten lezen steeds minder.
De waarde van literatuur
Dat merkte ik vorig jaar toen ik met zeven andere auteurs een semester lang gastschrijver was aan de Universiteit Leiden. Mij was gevraagd iets te zeggen. Ik wilde wat zeggen over de waarde van literatuur. En omdat ik daar niet namens, maar als onderdeel van een groep jongere schrijvers stond, zocht ik naar iets wat ons bond.
Allemaal, dacht ik, meenden wij dat boeken je het leven beter kunnen laten snappen. Je eigen leven, maar ook dat van iemand anders. Boeken lazen we om de verplaatsing. De verplaatsing van tijd en ruimte, maar ook de verplaatsing in een ander. Je begrijpt de wereld beter als je hem vanuit verschillende perspectieven kunt bezien. Juist door boeken te lezen verplaats je je in het hoofd van een ander, en leer je een beetje beter begrijpen hoe die ander de wereld ziet.
Zo maak je meer mee en begrijp je het leven beter. De consequenties én de inconsequenties. Ik was zestien jaar oud en las Turks fruit en dacht bij elke sekspassage: Aha, hmm, oké, dit kan dus ook. En bij Blauwe maandagen dacht ik: Jezus, doen mensen dit echt? Ja, dit doen mensen dus.
Je begrijpt de wereld beter als je hem vanuit verschillende perspectieven kunt bezien
Literatuur lezen is het leven proberen te snappen. Niet om een beter mens te worden, wel een rijker mens. Andere mensen leren kennen, de verbanden vergroten én verfijnen, tot een nieuw inzicht komen, dat is wat de lezer doet.
Ik zei die avond in Leiden dat ik niet verwachtte dat iedereen plezier uit lezen haalt, maar wel geloofde dat het lezen van literatuur intrinsieke waarde heeft. Een waarde die ik zelf heb ervaren toen ik Krabbé, Elsschot, Wolkers, Grunberg en alle anderen las.
Wat zegt de wetenschap?
‘Lezen – inbeelden – inleven,’ een studie van Raymond Mar en Keith Oatley van de Universiteit van York uit 2010, had een opmerkelijke conclusie: hoe vaker kinderen verhalen kregen voorgelezen, hoe genuanceerder hun idee was van de beweegredenen van andere mensen. Dat wil zeggen: dat ze zich beter kunnen voorstellen hoe anderen zich voelen en beter begrijpen hoe zij de wereld zien. En ja, daarbij was rekening gehouden met de mogelijkheid dat mensen die van nature empathischer zijn, graag romans lezen.
En twee jaar geleden bewees Maja Djikic, een onderzoeker uit Toronto, dat mensen die korte verhalen lezen, makkelijker wanorde en onzekerheid kunnen verdragen. Een houding die het mogelijk maakt zowel vooruitstrevender als creatiever te denken.
Als iemand leest, verbeeldt hij de ruimte van het boek en is hij bezig met de emoties van de hoofdpersonen. In 2011 stond er in Annual Review of Psychology een studie van hersenscans bij mensen die romans lazen: het onderzoek toonde aan dat dezelfde neurologische gebieden oplichten wanneer mensen over een ervaring lezen als wanneer ze een ervaring doormaken. Dit komt door spiegelneuronen in de hersenen: het maakt niet uit of we een handeling doen of ‘zien.’ Boeken bieden zo een veilige oefenruimte voor het leven.
En online dan?
Maar iedereen leest toch online tegenwoordig? Ja. Maar: recent Brits onderzoek onder bijna 35.000 kinderen tussen de acht en de zestien jaar toonde ook aan dat kinderen die veel online lezen, eerder geneigd zijn lezen niet ‘heel leuk’ te vinden. Ook wisten ze niet aan te geven wat hun favoriete boek was.
Beeldschermlezers zullen volgens dat onderzoek ook geen ‘bovengemiddelde’ literatuurlezers worden. Op een beeldscherm wil de lezer vooral snel lezen, terwijl op papier de leessnelheid juist daalt. En dat is goed: het langzaam, aandachtig glijden over de pagina biedt de lezer de mogelijkheid het lezen aan te vullen met overdenkingen en herinneringen die het boek oproept.
En zelfs als die mensen allemaal literatuur lezen op hun iPads of tablets, dan nog voelen iPadlezers zich minder betrokken bij het verhaal dat ze lezen. Bovendien is hun begrip van de tekst minder. Tabletlezers hebben er minder last van, maar ze kunnen het plot van een boek wel minder goed reconstrueren. Mensen onthouden als ze lezen niet alleen hoe iets in een boek staat, maar ook waar het in het boek staat. Onze vingers voelen wat onze ogen zien: waar we in een boek zijn. De technologie van een e-reader verhindert onze hersenen echter dergelijke ondersteuning.
Literair lezen, een activiteit van inlevingsvermogen en communicatie, is dus een wisselwerking tussen de lezer en het papier, en geen een-tweetje tussen de lezer en een beeldscherm.
Daarom is het erg dat de omzet van de papieren boekenmarkt in Nederland de afgelopen vijf jaar elk jaar met gemiddeld 10 procent is gekrompen. En dat er in 2020 nog maar 40 procent zal resteren van de markt zoals we die hadden in 2008.
Wat telt
Uiteindelijk tellen niet de cijfers, maar de verhalen. Want die geven de wereld vorm. Ik weet dat ik idealistisch naar de wereld kijk, maar ik denk ook dat ik nuchter ben als ik stel dat literair lezen, als onderdeel van de cultuur van inlevingsvermogen en communicatie, hier een tegenwicht kan bieden.
De waarde van de mens is uiteindelijk niet de waarde van de cijfers, maar de waarden waarvoor hij vecht. En in een wereld waarin steeds minder verhalen en steeds meer cijfers en filmpjes en nieuwsfeeds onze dagen vullen, waar de prijs van iets telt en niet de waarde, waar de verbeelding naar de marge wordt verdrongen, daar gaat de inleving, ruimdenkendheid, vergevingsgezindheid en indirect ook loyaliteit en toewijding verloren. Waarden die niet, of in elk geval in veel mindere mate, worden aangesproken bij bijvoorbeeld beeldschermlezers.
Literaire verhalen zijn voor mensen daarom de belangrijkste brandstof om zich mens te laten voelen. Een boek lezen is een daad van verzet, van weerstand bieden aan een ongeïnteresseerde, oppervlakkige wereld. Wie literair leest, gaat de strijd aan met de tijdgeest. Door anderen – en zichzelf – beter te willen begrijpen.
Dit is het derde verhaal van een serie verhalen waarin ik op zoek ga naar dat wat het leven de moeite waard maakt. Hierna volgen onder meer pianospelen en een taal leren. Andere suggesties blijven welkom.
Dit is de ultieme afslankcursus voor het Dikke Ik In een tijd van apps, robots en Easy Alles vraag ik me deze zomer af: welke dingen zijn de moeite waard juist doordat ze moeite kosten? Vandaag de remedie bij uitstek voor het individualisme anno nu: vrijwilligerswerk. Zo stijgt je seksleven weer naar grote hoogten (en geniet je samen van het uitzicht) In een tijd van apps, robots en Easy Alles vraag ik me deze zomer af: welke dingen zijn de moeite waard juist doordat ze moeite kosten? Vandaag: hoe je je (verwaarloosde) seksleven weer nieuw leven in blaast.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!