Je dag goed beginnen? Lees eens een necrologie
In de verhalenreeks over zelfverbetering dit keer een praktische aflevering, met een suggestie voor een nieuw ochtendritueel: necrologieën lezen.
Wat is het eerste dat je ‘s morgens doet?
Grote kans dat je naar je telefoon grijpt om te zien wie er die nacht aan je dacht. Misschien een nieuwe like op Instagram of Facebook? Een retweet? Of een mail?
Uit een Brits onderzoek van Deloitte bleek dat 48 procent van de 4.000 respondenten binnen vijftien minuten na het ontwaken op hun telefoon keek. In de groep 18- tot 24-jarigen keek zelfs 67 procent binnen een kwartier na het opstaan. Meer dan de helft van de respondenten deed dat om te zien wie er die nacht contact met hen had gezocht.
Logisch, je begint de dag met erkenning. Ieder nieuw berichtje geeft een lekker gevoel, want iemand denkt aan je. Directe behoeftebevrediging, terwijl de lakens nog warm zijn. Het gevaar van lang snoozen wordt er ook minder door, want van een pittige mail word je sneller wakker.
Maar steeds vaker werd ik er iets té goed wakker van. Zo wakker, dat je gerust van gestrest kunt spreken. Bijvoorbeeld omdat een mailtje een probleem bevatte dat ik moest oplossen, of omdat iemand op Instagram zo’n leuk leven leek te leiden dat ik begon te twijfelen aan mijn eigen levensgeluk.
Terwijl ik peinsde over een nieuw ochtendritueel, schoot me een idee te binnen dat ik ooit in een zelfhulpboek las: begin de ochtend met een necrologie.
Ja, dat klinkt morbide.
Maar nee, dat is het niet echt.
Het idee komt uit Show Your Work! 10 Ways to Share Your Creativity and Get Discovered, van de Amerikaanse schrijver Austin Kleon. Dat is zo’n typisch museumshopboekje: aanstekelijk vormgegeven en met één duidelijke aspirationele boodschap. Het hoofdstuk ‘Read Obituaries’ begint met een citaat uit die inmiddels legendarische afstudeerspeech van Steve Jobs:
Kleon kan zich wel in dat citaat vinden en schrijft: ‘De gedachte dat je op een dag dood bent, plaatst alles in perspectief.’
Zijn bewijsvoering: verhalen van mensen die een bijna-doodervaring hadden. George Lucas bijvoorbeeld. Die kwam als tiener bijna om in een auto-ongeluk, dacht ‘elke dag is nu een extra dag,’ vond daardoor de moed om zich op zijn grote liefde film toe te leggen en maakte Star Wars.
Aangezien de meeste mensen het geluk hebben geen bijna-doodervaring te mogen meemaken, ziet Kleon necrologieën als een prima surrogaat. ‘Bijna-doodervaringen voor lafaards,’ noemt hij het. Door elke morgen zo’n verhaal te lezen, word je herinnerd aan je eigen sterfelijkheid en vind je hopelijk net als Lucas en Jobs de motivatie om te doen wat je echt wil.
Dat klonk eigenlijk nog stressvoller dan het lezen van een paar pittige mails.
Een werkweek lang stond ik dagelijks op met twee necrologieeën
Maar mijn interesse was genoeg gewekt om me een week aan het ochtendritueel te wagen en dus zette ik de necrologieënsectie van The New York Times op het beginscherm. Een werkweek lang stond ik dagelijks op met twee necrologieën.
De eerste meevaller: geen stress, want mijn voorstellingsvermogen blijkt te slecht om de verhalen dienst te laten doen als bijna-doodervaringen.
De tweede meevaller: ik werd goed wakker van de indrukwekkende verhalen. Soms zeer opwekkend, soms intens triest, maar hoe dan ook mijn tijd waard.
Meevaller drie:elke week leerde ik veertien bijzondere mensen kennen. Want verreweg de meesten ken ik niet.
Belangrijker nog: het hielp me, zoals Kleon zei, het leven in perspectief te plaatsen. Niet door de stress van een neppe bijna-doodervaring, maar door de inhoud van de verhalen zelf. Ik las over een extreem bescheiden Engelsman die decennia verzweeg dat hij in de oorlog 669 Joodse kinderen had gered door ze naar Engeland te halen, over een Goldman Sachs-bankier die miljoenen in de opera pompte, over de Catelaan die de wereld El Bulli schonk en over de vrouw die zich inzette voor de rechten van ouders die een zeer vroeggeboren kind krijgen.
Terwijl mijn oude gewoonte me op een van de mooiste momenten van de dag – nog even stil in bed, naast degene van wie ik houd – confronteerde met pietluttige onzin als een tijdelijk probleempje op werk of iemands Instagram-fähige leven, denk ik nu aan het belang van doen wat je belangrijk en leuk vindt.
Want als een leven van soms wel negentig jaar tot negentig regels is teruggebracht, blijft alleen de essentie over. Waardoor je je dankzij deze gewoonte elke morgen afvraagt: wat wil ik eigenlijk bereiken? In plaats van dat je aan dingen denkt die alleen vandaag relevant zijn (namelijk wat er in je mail staat), gaan je gedachten elke morgen (al dan niet onbewust) over wat er je hele leven lang toe doet.
Zelfs de meest trieste levensverhalen helpen nog met loslaten
Tegelijkertijd gaat er een geruststellende werking van de necrologieën uit. In alle verhalen zie je de enorme rol van het toeval terugkomen; van het geluk en ongeluk. Van een oorlog die je overkomt tot een briljante chef die zomaar je keuken binnenwandelt. Zelfs de meest trieste levensverhalen helpen nog met het loslaten van verwachtingen.
Dat klinkt misschien paradoxaal, maar voor mij vormen die necrologieën een mooie balans tussen een aanmoediging om te doen waarin je gelooft en de rust van het besef dat het leven je ook maar overkomt.
In plaats van dat je - zoals je misschien eerder zou verwachten - elke morgen met de dood geconfronteerd wordt, denk je door necrologieën vooral aan het leven. Daarom een welgemeend advies: word eens wakker met de mensen die nooit meer wakker worden.