Waarom het zo makkelijk is verslaafd te raken aan opruimen
Heb je hét zelfhulpboek van 2015 nog niet gelezen? Geen nood, in deze verhalenreeks over zelfverbetering halen we de instant moderne klassieker Opgeruimd! van de Japanse auteur Marie Kondo in.
‘Hallo huis,’ riep mijn moeder altijd als we thuiskwamen. Dat vond ik toen een beetje vreemd. Inmiddels weet ik dat ze me met die gewoonte ver vooruit was. In Opgeruimd! van de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo las ik namelijk dat het heel verstandig is je huis te begroeten.
Dat boek had mijn moeder trouwens ook al eerder gelezen dan ik. Net als drie miljoen anderen over de hele wereld, want Opgeruimd! is een monsterbestseller. De Correspondent is waarschijnlijk het enige Nederlandse medium dat er nog geen melding van heeft gemaakt. Kondo heeft in de Verenigde Staten volgens The New York Times van opruimen een ‘nationale obsessie’ gemaakt. En op Google Trends is te zien dat er nog nooit zovaak naar haar gezocht is als afgelopen maand:
De boodschap van Opgeruimd! is als volgt: omring je alleen met spullen die je blij maken, gooi alle andere spullen weg, geef alles wat overblijft een vaste plek en laat die bezittingen weten dat je ze dankbaar bent. Dus ja, zeg je huis vooral gedag, bedank je tas voor al het harde werken en vouw je sokken als volgt op, anders rusten ze niet goed uit:
Het wordt nog veel vreemder. Met een beetje vakkundig citeren is auteur Marie Kondo - die halverwege de twintig was toen ze dit boek in 2011 publiceerde - eenvoudig als een gek neer te zetten. Dat komt doordat ze zo volstrekt openhartig en onbevangen schrijft over de opruimobsessie die haar al vanaf haar vijfde in bedwang heeft.
Zo vertelt Kondo hoe ze genoodzaakt was afscheid te nemen van een telefoon die ze al járen gebruikte. Ze stuurde het dierbare apparaatje vanaf haar nieuwe telefoon nog één laatste bedanksmsje - ‘bedankt voor alles’ - waarop het afgedankte model het begaf. Omdat het telefoontje nu wist dat het werk er definitief op zat, dacht Kondo, maar ‘het zou ook gewoon toeval kunnen zijn geweest.’
Is dit een cultuurverschil?
Ik vroeg enkele Japanexperts of hier sprake was van een cultuurverschil. Dat beaamden ze. ‘In Japan worden zwakheden eerder geaccepteerd en als charmant gezien,’ mailt journalist Kjeld Duits, die al 33 jaar in Japan woont. Volgens Margarita Winkel, docent bij Japanstudies aan de Universiteit Leiden, is er naar streven door oefening je steeds verder in een specifieke bezigheid te bekwamen in Japan een gangbare manier om persoonlijke tekortkomingen te overwinnen. Bijvoorbeeld in een sport, of bloemschikken, maar dus ook in het weggooien van spullen waar je niet gelukkig van wordt. Winkel: ‘Kondo maakt dit tot een leidend principe. Ze verlicht haar leven door overbodige ballast te verwijderen. Voor Japanners is dit een herkenbaar en acceptabel discours.’
Time Magazine riep Kondo uit tot een van de honderd meest invloedrijke personen van 2015
Toch staat ook onze wereld ervoor open. Bij Google mocht ze komen speechen en Time Magazine riep Kondo uit tot een van de honderd meest invloedrijke personen van 2015. Ik begrijp dat wel. Want ondanks de ongepolijste openhartigheid is Opgeruimd! ook een van de meest enthousiasmerende boeken die ik ooit heb gelezen. Zei ik ondanks? Misschien wel juist doordát ze zo onbevangen schrijft.
Kondo heeft namelijk geen tijd voor schone schijn en zegt gewoon waar het op staat: we moeten af van de standaardmodus dat je alles bewaart. Gooi iets weg , tenzij je er gelukkig van wordt het te bezitten. Dat creëert ruimte. In vierkante meters, maar ook in je hoofd. Als alles in je huis een functie heeft of je blij maakt, leidt niks meer af van dat wat je belangrijk vindt in het leven.
Achter al die zweverige praat schuilt keiharde ratio
Haar argumentatie is telkens zo ijzersterk, dat je bijna niet anders kunt dan beginnen met weggooien. Ik las het boek op een zaterdag, was op woensdagavond al acht vuilniszakken verder.
Wie Opgeruimd! nog niet gelezen heeft en de bevreemdende citaten hierboven las, kan zich dat misschien niet voorstellen. Maar weet dan dit: achter al die enigszins zweverige praat schuilt keiharde ratio. De voormalige hoofdredacteur van Freakonomics beschrijft dat Kondo haar lezers keer op keer op essentiële denkfouten wijst. Zoals de sunk-cost fallacy. ‘Ook al draag ik het nooit, ik heb destijds zoveel geld betaald voor dat shirt, dat ik het eigenlijk niet kan weggooien.’ Klinkt herkenbaar, niet? De Kondo-aanpak? Het shirt bedanken voor het goede gevoel dat het gaf toen je het kocht en vervolgens weggooien. Véél slimmer, maar tegennatuurlijk.
Kondo wijst de lezer continu op dat soort denkfouten. Sterker nog, ze lult de protesterende lezer er telkens vierkant uit. Wil je dat beeldje bewaren omdat het een cadeau was? Onzin! Het cadeau heeft zijn functie allang vervuld: dat was tijdens het moment van overdracht, toen de gever zijn gevoelens voor je uitdrukte. En nu kan het weg. Doei!
Bekentenis: ik loop deze dagen door mijn huis en trek hier en daar laatjes open om de ruimte en netheid te bewonderen. Ik voel me bevrijd van de spullen die me tegenhielden om verder te gaan met mijn leven. Ballast uit het verleden of spullen ‘die ik misschien nog wel nodig heb voor het geval...,’ voor het geval ‘nooit’ - weet ik nu.
Ze gaat alleen wel voorbij aan de invloed van technologie
Als alles direct online beschikbaar is, doet bezit er niet mee toe.
Het verbaast me overigens wel dat Kondo volledig voorbijgaat aan de rol van technologie. Ze hint even dat er van papieren handleidingen ook virtuele equivalenten te vinden zijn, maar laat verder buiten beschouwing hoe technologie iets bezitten steeds minder belangrijk maakt. Ik heb in mijn huis precies nul dvd’s en cd’s, terwijl ik tien jaar geleden nog torens kon bouwen van mijn collecties. Tegenwoordig wend ik me immers tot de miljoenencollecties van Spotify, Netflix, HBO en Apple. Ik heb om dezelfde reden geen auto voor de deur staan. Ik huur er wel eentje via Greenwheels, Car2Go of Uber. Of neem zoiets simpels als paperassen. Kondo wil dat ik die in doorzichtige mappen stop. Maar liever scan ik de papieren in om ze te bewaren in Evernote.
Voorlopig ben ik nog niet aan de categorie paperassen toegekomen, want ik moet van Kondo eerst boeken weggooien. Overigens is het verminderen van je bezit niet het einddoel. Het is slechts een middel om tot de ideale hoeveelheid spullen in je leven te komen. Wat die ideale hoeveelheid is, laat Kondo aan de lezer. Als ik wél gelukkig word van stapels boeken, vindt ze dat prima.
Daarmee onderscheidt ze zich van alle rigide opruimgoeroes die haar voorgingen en lezers bijvoorbeeld opdroegen maximaal drie spijkerbroeken te mogen bezitten. Of neem de minimalisten, die elkaar proberen af te troeven met het geringe aantal spullen dat ze bezitten. Kondo spreekt liever van een ‘klikgevoel,’ het moment waarop je intuïtief weet dat je precies genoeg bezittingen hebt.
Terwijl ik deze column schrijf, kan ik me bijna niet bedwingen weer aan de slag te gaan en naar mijn ‘klik’ toe te werken. Dus bij dezen de laatste zin, ik ga naar huis, bedank mijn fiets voor de tocht, zeg net als mijn moeder de woonkamer gedag en stort me op mijn boekenkast.