Zullen we de rechter voortaan laten bepalen of iemand een verkrachter is?

Sarah Sluimer
Schrijver, gespecialiseerd in feminisme

De afgelopen weken kwamen twee zaken uitgebreid aan het licht. artistiek leider van de Theaterschool te Amsterdam, werd beticht van ongeoorloofde affaires. beweerde aangerand te zijn door cabaretier Op (sociale) media stond de beeldvorming, en daarmee de publieke opinie, haaks op de feiten.

De beeldvorming:

  • Zijn naam is Ruut Weissman. Hij is een walgelijke smeerlap en moet levenslang krijgen.
  • Zijn verdediging lijkt op die van verkrachter
  • Ik ken verhalen over hem waaruit blijkt dat hij niet deugt.
  • Hij staat symbool voor al die kerels die met hun machtswellustige tengels ongestraft aan vrouwen zitten.
  • Hij zou geen les meer mogen geven
  • Hij heeft
  • Wat nou jaren tachtig? Hij heeft studenten verkracht.

De feiten:

  • Zijn naam is Ruut Weissman.
  • Hij is artistiek leider van de toneel- en kleinkunstacademie te Amsterdam.
  • Hij heeft in de jaren tachtig als leraar drie keer een relatie gehad met een studente.
  • Verder weten we (nog) niks.

De beeldvorming:

  • Haar naam is Hadjar Benmiloud.
  • Ze is, net als de meisjes op de theaterschool, aangerand.
  • Haar aanrander heeft haar ernstig bedreigd toen ze zei aangifte tegen hem te willen doen.
  • De politie neemt haar verhaal niet serieus.
  • Haar psycholoog neemt haar verhaal niet serieus.
  • Vrouwen en mannen die aangerand zijn, hoeven niet
  • Cabaretier Martijn Koning is de dader.
  • Benmiloud moet aangifte doen en als dat niet helpt,

De feiten:

  • Haar naam is Hadjar Benmiloud.
  • Ze heeft een stuk geschreven waarin ze zegt dat ze aangerand is en met ernstig letsel naar huis ging.
  • Ze zegt dat de politie haar niet serieus zal nemen, maar heeft nog geen aangifte gedaan.
  • Ze vertelt via een duidelijke hint op Twitter dat haar aanrander Martijn Koning is.
  • Hij is, bij gebrek aan aangifte, nergens toe veroordeeld.
  • Verder weten we (nog) niks.

In beide gevallen was het contrast tussen het publieke vonnis en de feitenkennis groot. Een neiging tot eigenrichting, waarbij emotionele oordelen met grote gevolgen het winnen van de feiten, lijkt in allebei de gevallen maatgevend.

Aanranding, verkrachting, grensoverschrijdend gedrag, ongelijkwaardige verliefdheid, ongepaste affaires: alles wat een professional netjes weet te scheiden, dreigt nu op de grote hoop van onze emotionele verontwaardiging te belanden, waarna de roep om bloed van de aangeklaagden direct volgt.

Boos op het systeem

De morele verontwaardiging rond de zaken Weissman en Benmiloud is groot en komt voort uit de gedachte dat vrouwen die te maken hebben met seksuele intimidatie niet voldoende beschermd worden door onze autoriteiten. Een heersende overtuiging binnen onze samenleving is dat een vernederde vrouw bij de rechthebbende instanties niet op haar woord wordt geloofd.

Ze zou het allemaal zelf uitgelokt hebben, zo zouden politieagenten tijdens het verhoor schamperen. Misschien is ze er zelfs op uit op om met haar valse verhaal de man kapot te maken.

En dus eist de politie tastbaar bewijs, zo gaat het verhaal. Als het even kan een combinatie van spermaresten, pijn en getuigen. De seksuele vernedering blijft bij het ontbreken van deze bewijzen onbestraft, de vrouw blijft beschadigd en ongehoord achter. De machtsverhoudingen binnen de samenleving blijven intact.

We zullen onze vrouwen zelf moeten beschermen, zo redeneren we. Niemand anders doet het immers voor ons

Boos op dit systeem, kiezen we voor ons eigen gelijk. Zo weten we instinctief dat Ruut Weissman een man van het ergste soort is, omdat we het type direct herkennen. Ze duiken overal op en proberen altijd de meisjes te naaien.

En Hadjar? Zoals zij zegt dat het gegaan is, zo is het precies gegaan, dat weten we zeker. Daar hebben we geen politierapport voor nodig.

We zullen onze vrouwen zelf moeten beschermen, zo redeneren we. Niemand anders doet het immers voor ons.

‘Hallo, we zijn eruit, hoor!’

In onze ijver het recht te doen gelden, vergeten we dat we slechts amateurdetectives zijn, gewapend met een plastic vergrootglas. ‘Hallo, we zijn eruit, hoor!’ melden we de ganse wereld, nadat we ons, vaak ook nog eens opgestookt door op sensatie gerichte media, een minuut of vijf met de zaak beziggehouden hebben.

Voor de zekerheid wordt aan het oordeel ook nog even toegevoegd dat iedereen die een andere mening is toegedaan over de kwestie, onderdeel is van het repressieve systeem.

Zo is de reputatie van Ruut Weissman, zonder dat de vele tegenreacties daar nog veel aan veranderen, ernstig beschadigd. En lijkt Martijn Koning, nog voor hij verhoord is door de politie, een misdadiger.

Voor de zekerheid wordt aan het oordeel toegevoegd dat iedereen die een andere mening is toegedaan, onderdeel is van het repressieve systeem

Dat neemt niet weg dat deze publieke verontwaardiging een terechte grond heeft. Bijna iedere vrouw heeft op seksueel gebied een verhaal waar je koud van wordt: of dit nu om expliciete aanranding of impliciete intimidatie gaat.

Daar moet meer aandacht voor zijn dan er nu is. Ook de situaties rond Benmiloud en Weissman moeten tot op de bodem uitgezocht worden, laat daar geen twijfel over bestaan.

Het zou alleen zeer wenselijk zijn als zulk onderzoek vanaf nu plaatsvindt door louter professionals. In dit geval: een onderzoekscommissie en de politie.

Misschien kunnen wij ons er in het vervolg toe beperken de autoriteiten, indien nodig, ter verantwoording te roepen.

Want waarom onthoudt de Amsterdamse theaterschool zich, ondanks het voortdurende rumoer, van verder commentaar? En waarom doet de politie er niet alles aan om openheid te verschaffen met betrekking tot hun aangiftebeleid in aanrandingszaken?

Er is op het vlak van die verontwaardiging genoeg te beleven voor de bezorgde burger, zonder dat men zich te hoeft wagen aan al te snel getrokken conclusies.

Voor je het weet ontaardt het rommelige onderzoeksresultaat van de moderne amateurdetective in een ouderwetse heksenjacht.