Hier in de tropen leeft men als een God in Frankrijk (of toch niet helemaal?)
Suriname maakte zich veertig jaar geleden los van Nederland en werkt sindsdien aan een eigen toekomst. Net naast Suriname ligt Frans Guyana, dat juist niet onafhankelijk wil worden. De Europese Unie in de tropen, dat klinkt hemels. Ik stak de rivier over en ontdekte: het is niet alles goud wat er blinkt.
De zon schijnt er altijd en je hoeft er niet te werken als je daar geen zin in hebt. Palmbomen werpen er hun streperige schaduw op sierlijke koloniale gebouwen in de Franse driekleur. Langs de rivier gooien kleuters in onderbroekjes elkaar nat met uitgeholde kokosnoten.
Negentig procent van het land is bedekt met sappig oerwoud, verder is alles er geregeld op zijn Europees; je hoeft zelfs geen geld te wisselen. De zorg is er van hoge kwaliteit, het onderwijs gratis, en er staat een enorme Super U aan de rand van het bos waar ze croissants hebben die zo vers zijn dat ze kraken.
Een land midden in de tropen waar de natuur ongerept is, industrie vrijwel niet bestaat, en landbouw trouwens ook niet, maar de bevolking desondanks welvarend is. Mooi toch?
Land van melk en honing
Het is het beeld dat je zou kunnen krijgen als je Frans Guyana voor het eerst ziet. Buurland van Suriname. Dezelfde geografische ligging, dezelfde oorspronkelijke bewoners, eenzelfde koloniale geschiedenis. De twee zijn slechts van elkaar gescheiden door de Marowijne: een kabbelende rivier van een paar honderd meter breed. Bruin water dat een regenbooglaag krijgt als de zon erop schijnt, van de benzine die de tientallen bootjes die elke dag oversteken hebben gelekt.
Toch is dit land ook het land waarin leven van een uitkering een carrièredoel op zich is: het is niet ongebruikelijk dat basisschoolkinderen de vraag wat ze later willen worden beantwoorden met: ‘Ik wil gewoon naar het postkantoor om mijn cheque op te halen,’ zo vertelt een docente met wie ik spreek.
Frans Guyana lijkt het land van melk en honing. Maar het is ook het land dat zich nooit heeft losgeweekt van zijn kolonisator Frankrijk, en daardoor maar weinig over zichzelf te zeggen heeft.
Er woonden tot de negentiende eeuw ongeveer 1000 Europeanen, samen met een paar duizend slaven en inheemsen
Het is het grootste overzeese departement van Frankrijk, het enige euroland in Zuid-Amerika, en het meest omvangrijke (bijna drie keer zo groot als Nederland) deel van de Europese Unie dat buiten ons continent ligt. Het land werd in de zestiende eeuw gekoloniseerd door de Fransen en was lange tijd een leeg, ongebruikt stuk jungle. Er woonden tot de negentiende eeuw ongeveer 1000 Europeanen, samen met een paar duizend slaven en inheemsen.
Na het afschaffen van de slavernij in 1848 richtte Keizer Napoleon III in Frans Guyana een strafkolonie in. Zo kwam er een nieuwe bron van arbeidskrachten, en een reservoir van gevangenen: twee vliegen in een klap. Tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden ongeveer 70.000 gevangenen vanuit Frankrijk verbannen naar het land, waarvan er uiteindelijk maar 5.000 terugkeerden naar huis.
In 1942 was Frans Guyana geen kolonie meer, maar werd het een overzees departement. Daarmee kreeg het dezelfde politieke, juridische en militaire structuur als Frankrijk. Ook het onderwijs en de zorg worden ‘op zijn Frans’ geregeld.
Een paar jaar na het sluiten van de gevangenissen, in de jaren zestig, vond Frankrijk een nieuwe manier om Frans Guyana te gebruiken. Omdat het land zo dicht op de evenaar ligt, was het de ideale plek voor een raketbasis. Die basis kwam er en heet Kourou. Nog altijd worden er maandelijks satellieten de ruimte ingeschoten.
De basis zorgt in zijn eentje voor meer dan een kwart van alle banen in Frans Guyana. Het is na de overheidssector de grootste tewerksteller van het land en de ruimtevaartactiviteit zorgt jaarlijks voor de helft van alle lokale productie. Een andere reden voor Frankrijk om het departement ‘aan te houden’ zou geopolitiek kunnen zijn: het betekent dat Frankrijk voet aan de grond heeft bij Zuid-Amerikaanse overlegorganen.
Verder wordt er in Frans Guyana weinig ontwikkeld: er is nauwelijks export, er worden vrijwel geen grondstoffen ontgonnen of bos gekapt, en ook in infrastructuur en werkgelegenheid wordt eigenlijk alleen geïnvesteerd als het de raketbasis ten goede komt. Om het land te kunnen blijven ‘gebruiken,’ pompt Frankrijk nog altijd geld in het onderhouden van de Guyanezen.
Zeventig procent tegen autonomie
Ondanks de geringe afstand (vijf minuten per boot) liggen Suriname en Frans Guyana op sociaal-economisch vlak, zeker sinds de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, dus mijlenver uit elkaar. Het ene land maakte zich los van zijn kolonisator, het andere besloot de banden met Frankrijk aan te houden. Daar waar Suriname veertig jaar geleden een eigen republiek werd, is Frans Guyana geenszins van plan zichzelf te gaan besturen. In het meest recente referendum, uit 2010, waarbij de bevolking kon stemmen voor uitbreiding van de Guyanese autonomie, stemde zeventig procent tegen.
In het onafhankelijke Suriname is het soms vechten voor een plek op de arbeidsmarkt, de politiek kan er nogal rommelen en hosselen is voor veel mensen de dagelijkse praktijk. Maar ondanks die worstelingen heeft een groot deel van de bevolking een enorme vechtlust om er in hun land het beste van te maken. Daarmee vergeleken is het in Saint Laurent Du Maroni, de eerste plaats in Frans Guyana die je treft als je oversteekt vanuit Suriname, vooral erg tam.
Waarom er zo veel kinderen zijn? Leven van een uitkering en kinderbijslag is rendabel
Op een doordeweekse dag is het in Saint Laurent, met 60.000 inwoners de tweede stad van het land, uitgestorven. Her en der loopt een toerist met in de handen een boekje over de gevangenis van Saint Laurent, waar ooit de film Papillon werd opgenomen. Het grootste deel van de Guyanese bevolking zit nu op school: de helft van alle inwoners van het land is onder de achttien jaar en leerplichtig.
Waarom er zo veel kinderen zijn? Leven van een uitkering en kinderbijslag is rendabel; de bedragen zijn vergelijkbaar met die in Frankrijk, terwijl het leven in Frans Guyana beduidend goedkoper is. Op dit moment krijgen mensen in Frans Guyana zo veel kinderen, dat de bevolking van 200.000 over twintig jaar verdubbeld zal zijn.
Het lijkt onlogisch vanuit Frans oogpunt: geld blijven stoppen in een immer groeiende bevolking voor wie nu al nauwelijks werk is, van een land dat zich -afgezien van de raketbasis- nauwelijks verder ontwikkelt. Maar de kosten stellen voor Frankrijk weinig voor, zeker wanneer ze worden afgezet tegen de economische en strategische waarde van de raketbasis. Op een bevolking van in totaal 60 miljoen lijken 200.000 inwoners opeens nog maar een handjevol.
Lesgeven in een land waar niemand gemotiveerd is
Om les te kunnen geven in Frans Guyana heb je geen onderwijsopleiding of specifieke pedagogische kennis nodig; door het enorme aantal kinderen dat naar school gaat is er een groot tekort aan leraren ontstaan. De Nederlandse Mireille Bosman reageerde net na het afronden van haar studie rechten op een vacature van het Franse consulaat en kon meteen aan de slag om onder meer Engels en Nederlands te geven aan kinderen in de leeftijd van vier tot achttien.
Bosman geeft les op om de beurt een basisschool en een middelbare school. Ze werd opgeleid door zowel Guyanese als Surinaamse docenten die al tientallen jaren lesgeven in Saint Laurent. Bosman: ‘Ik dacht een keer een simpele teken-je-stamboomopdracht met de kinderen te doen. Daar moest ik wat meer tijd voor uittrekken dan gedacht: elke leerling had minstens acht of negen broertjes of zusjes, vaak van verschillende vaders. Mensen beginnen hier vroeg met kinderen krijgen.’ De gedachte daarachter lijkt het financieel zeker stellen van je toekomst. Bosman: ‘In mijn middelbareschoolklas waren drie meisjes van dertien met zwangerschapsverlof. Daar kijkt niemand van op.’
Een grote familie lijkt voor veel mensen in Saint Laurent het voornaamste levensdoel. Vanwege de kinderbijslag dus, en omdat familiebanden worden gezien als het hoogste goed.
Een slaapstad. Het lijkt alsof de bevolking zich daarbij neer heeft gelegd: mijn leerlingen willen gewoon net zoals hun ouders een grote familie en een rustig leven
Bosman: ‘Het niveau van de leerlingen ligt laag. Omdat leven van een uitkering hier zo normaal is, is er ook maar weinig motivatie om een goede opleiding te volgen. En voor dat kleine deel, misschien een op de honderd leerlingen, dat het wel goed wil doen op school, is er vervolgens geen toekomst. Doorstuderen kan niet hier; daarvoor moet je naar de hoofdstad Cayenne, of naar Frankrijk, en daar is het geld niet voor. En zelfs voor wie al deze obstakels overwint en uiteindelijk een diploma op zak heeft, zijn er eigenlijk geen mogelijkheden.’
Grote bedrijven zijn er in Saint Laurent bijvoorbeeld niet: geen kantoren, geen kledingwinkels, geen restaurantketens. Hier en daar verkoopt iemand een paar stronken groenten uit eigen tuin, of schuift een witte plastic bak bami met kip door het luikje van zijn eettentje aan huis.
Bosman: ‘Een slaapstad. Het lijkt alsof de bevolking zich daarbij neer heeft gelegd: mijn leerlingen willen gewoon net zoals hun ouders een grote familie en een rustig leven. Eén keer trof ik een meisje, ze was veertien, dat zwanger was maar twijfelde of dat wel was wat ze wilde. Onder druk van haar familie en vriendje hield ze het uiteindelijk toch. Abortus is hier bij wet toegestaan, maar de sociale druk zorgt ervoor dat het zelden gebeurt.’
De docente wordt soms moedeloos van het gebrek aan toekomstdromen van haar leerlingen. ‘Je probeert de vakken die je geeft relevant te maken door ze te koppelen aan beroepen die ze later kunnen gaan uitoefenen, maar voor de meeste leerlingen kom je dan uit op scenario’s die ze zichzelf niet eens voor kunnen stellen. Ze zien om zich heen geen volwassenen die werken, en zijn ervan doordrongen dat ook zij niet per se aan de bak hoeven voor hun geld. Dus waarom zouden ze ook?’
Surinamers in Frans Guyana
Naast Guyanezen, wonen er ook veel Surinamers in Saint Laurent. Tijdens de Binnenlandse Oorlog die in de jaren tachtig woedde in Suriname werd vooral in Oost-Suriname zwaar gevochten. In het oosten ligt ook de grens met Frans Guyana: duizenden Surinamers staken de rivier de Marowijne over om zichzelf in veiligheid te brengen.
Nu de situatie in Suriname stabiel is, is ook de migratie naar de andere oever van de Marowijne afgenomen. Verhalen over hoogzwangere Surinamers die overstaken om in een goed ziekenhuis te kunnen bevallen, zijn verleden tijd. De medische situatie in Suriname verbetert gestaag: onder president Bouterse is de zorg voor veel burgers gratis, of in elk geval goedkoper geworden; ziekenhuizen en klinieken worden langzaamaan vernieuwd.
Toch vertrekken er nog altijd Surinamers naar de overkant. Bosman: ‘Ongeveer een derde van alle kinderen in mijn klas is Guyanees. Dan heb je een derde genaturaliseerde Surinamers; dat zijn de kinderen van Surinamers die hierheen gevlucht zijn rond de oorlog. En die laatste derde bestaat uit “‘illegale”’ Surinamers; zij die nog geen verblijfsvergunning hebben.’
Een kunstmatig in stand gehouden paradijs
Frans Guyana: is het de tropische hemel op aarde, of een land waarin achteroverleunen zo makkelijk is gemaakt dat het de bevolking verlamt?
Buurland Suriname laat zien dat onafhankelijkheid niet meteen leidt tot welvaart of een stabiele economische en politieke situatie. Maar het leidt wel tot trots, ambitie, eigenwaarde en innovatie; zowel in de aanloop naar een eigen republiek, als tijdens het vormgeven ervan.
De erfenis van het kolonialisme is voor elk land dusdanig dat er geen ideaal scenario of moment zal bestaan om zonder negatieve gevolgen onafhankelijk, of in elk geval in grotere mate autonoom, te worden. Kolonisatie heeft kunstmatige samenlevingen opgeleverd: als de kolonisator vertrekt levert dat vaak spanningen op, als hij niet vertrekt blijft de kunstmatigheid in stand. Jezelf als (voormalig) kolonie afhankelijk opstellen kan financiële en strategische voordelen hebben, maar brengt ook het gevaar met zich mee achter te blijven als product van een niet langer geïnteresseerd moederland, zonder duidelijke eigen identiteit.
Toch is er niets wat erop wijst dat de situatie in Frans Guyana binnenkort minder kunstmatig zal worden. Lokale initiatieven om onafhankelijk te worden zijn schaars. Er worden vooralsnog vooral veel kinderen geproduceerd. Daar groeit de werkgelegenheid niet mee.
Misschien heeft Frankrijk er over een paar jaar genoeg van, en draaien ze de geldkraan dicht als de bevolking te groot wordt.
Vooralsnog lijken ze een goeie deal te hebben: de Fransen hun raketbasis, de Guyanezen hun cheque. Bosman: ‘En toch hoop ik dat de volgende leerling die ik vraag wat hij later wil worden, gewoon een keer antwoordt: brandweerman.’